31 371
Kredietcrisis

nr. 214
BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de leden

Den Haag, 17 juni 2009

Het Presidium legt hierbij aan u voor een brief van de vaste commissie voor Financiën d.d. 11 juni 2009 met een voorstel om de ondersteuning van de controlerende taak van de Kamer rondom de kredietcrisis te versterken door middel van het inhuren van deskundigen voor maximaal € 50 000 en door het geven van een specifieke (onderzoeks-)opdracht voor maximaal € 50 000. De totale kosten bedragen derhalve maximaal € 100 000; deze kosten kunnen gedekt worden uit het onderzoeksbudget. In een aparte bijlage bij deze brief wordt het voorstel verder uitgewerkt.

Het Presidium stelt u voor om in te stemmen met dit voorstel en het budget voor deze ondersteuning vast te stellen op maximaal € 100 000.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

G. A. Verbeet

De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

J. E. Biesheuvel-Vermeijden

BIJLAGE

Aan het Presidium

Den Haag, 11 juni 2009

In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Financiën van 10 juni 2009 is gesproken over de BOR notitie houdende een nader uitgewerkt voorstel voor versterking van de ondersteuning van de controlerende taak van de Kamer rondom de kredietcrisis. De BOR notitie is als bijlage bij deze brief gevoegd.

De commissie verzoekt het Presidium in te stemmen met het voorstel.

Bij deze breng ik u het verzoek van de commissie over.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Blok

De griffier van de vaste commissie voor Financiën,

Berck

BIJLAGE

VOORSTEL VERSTERKING ONDERSTEUNING CONTROLERENDE TAAK KAMER RONDOM KREDIETCRISIS

Den Haag, 10 juni 2009

Samenvatting/voorstel

Op 12 februari jl. heeft de vaste commissie voor Financiën u een voorstel gedaan voor de personele versterking van de ondersteuning van de controlerende taak van de Kamer rondom de kredietcrisis. U heeft op 18 februari jl. laten weten prijs te stellen op een nader uitgewekt voorstel. Inmiddels heeft een nadere verkenning van de mogelijkheden plaatsgevonden en is tevens meer helderheid ontstaan over het beoogde parlementaire onderzoek. De commissie Financiën heeft tijdens de procedurevergadering van 10 juni ingestemd met het bijgestelde voorstel en hecht er aan nog eens de noodzaak van deze versterking te benadrukken in het licht van de enorme bedragen die samenhangen met de diverse interventies. Dit raakt zowel aan de controletaak als aan het budgetrecht van de Kamer.

1. Basisondersteuning

Vanuit de reguliere formatie van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) leveren van de basisondersteuning. Het gaat om de reguliere inhoudelijke ondersteuning vanuit het BOR bij het beoordelen van maatregelen van het kabinet inzake de kredietcrisis en het duiden van ontwikkelingen in de financiële sector.

2. Inhuur deskundigheid

Creëren van de mogelijkheid een of twee deskundigen in te huren voor het beantwoorden van gerichte vragen vanuit de commissie die, vanwege de snelheid, capaciteitsbeslag en/of vereiste deskundigheid, niet vanuit de eerder genoemde basisondersteuning beantwoord kunnen worden. De precieze invulling van deze aanvullende ondersteuning vindt plaats in overleg met de cie. Financiën. De mogelijkheid tot inhuur wordt begrensd tot een maximum van € 50 000,–.

3. Specifieke (onderzoeks-)opdracht

Creëren van de mogelijkheid tot het geven van een specifieke (onderzoeks-)opdracht, bijvoorbeeld gericht op waarderingsvraagstukken met betrekking tot de (mogelijke) aankoop, beheer en verkoop van de staatsdeelnemingen/staatsbelangen in de financiële sector. Ook in dit geval gaat het om het creëren van de mogelijkheid tot het uitbesteden, eveneens te begrenzen tot een maximum van € 50 000,–.

Voor de punten 2 en 3 is instemming van het Presidium en de Kamer nodig. Daarna vindt een offerteprocedure plaats via partijen waarmee de Tweede Kamer reeds een mantelcontract heeft. Dit voorkomt mogelijke Europese aanbestedingsproblemen.

Samenhang met tijdelijke commissie Kredietcrisis

De bovengenoemde versterking staat in principe los van de ambtelijke inzet ten behoeve van de beoogde tijdelijke commissie die parlementair onderzoek verricht naar het financieel stelsel/de kredietcrisis. Dat neemt niet weg, dat er in de praktijk uitwisseling en borging van kennis op dit terrein zal plaatsvinden. Dit om dubbel werk te voorkomen en het rendement van deze extra inzet ten behoeve van de Kamer zo groot mogelijk te laten zijn.

Toelichting

1. Inleiding

Tijdens haar procedurevergadering van 28 januari 2009 is de vaste commissie voor Financiën akkoord gegaan met het voorstel van de leden Irrgang en Tang over versterking van de ondersteuning van de controlerende taak van de Kamer rondom de kredietcrisis. Het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) is daarbij gevraagd een formeel voorstel aan het Presidium voor de gewenste ondersteuning op te stellen. Dit voorstel is neergelegd in een BOR-notitie van 10 februari 2009 (09-BOR-N-021) Op 12 februari 2009 heeft de vaste commissie voor Financiën het voorstel overgenomen en vertaald in een brief aan het Presidium (2009D06018). Het Presidium heeft dit voorstel op 18 februari jl. besproken en de vaste commissie voor Financiën een nader uitgewerkt voorstel gevraagd.

Gezien de mogelijke samenhang met tijdelijke commissie, die onderzoek zal doen naar het financieel stelsel, is even gewacht met het uitwerken van een nieuw voorstel. Met deze bijgestelde notitie is tegemoet aan het verzoek van de commissie Financiën, die hiermee tijdens de PV van 10 juni heeft ingestemd. De hieronder beschreven voorgestelde versterking staat in principe los van de inzet ten behoeve van de tijdelijke commissie. Dat neemt niet weg, dat er in de praktijk uitwisseling en borging van kennis op dit terrein zal plaatsvinden. Dit om dubbel werk te voorkomen en het rendement van deze extra inzet ten behoeve van de Kamer zo groot mogelijk te laten zijn

2. Concrete invulling van het bijgestelde voorstel van de commissie Financiën

2.1 Uitgangspunten

Het voorstel van de commissie Financiën geeft in grote lijnen aan wat de bedoeling is van de externe inhuur van financiële kennis en expertise (zie bijlage 1 voor het aangenomen voorstel Irrgang/Tang)1. Het gaat om inhoudelijke ondersteuning bij het beoordelen van maatregelen van het kabinet inzake de kredietcrisis en het duiden van ontwikkelingen in de financiële sector. De commissie stelt voor tijdelijk personen aan te trekken, opdat de benodigde kennis en expertise ten behoeve van de commissie beschikbaar komt en tevens om deze personen te plaatsen bij het BOR. De commissie heeft de noodzaak van versterking tijdens de PV van 12 april jl. nog eens herbevestigd.

Tot op heden blijkt het lastig in te schatten hoeveel capaciteit (in werkdagen), maar vooral ook welke specifieke deskundigheid, nodig zal zijn om de door de commissie Financiën gewenste ondersteuning te leveren. Niemand kan op dit moment precies voorspellen welke ontwikkelingen in de financiële sector dit jaar nog plaats zullen vinden en tot welke (re-)acties de regering overweegt. Toch zal de Tweede Kamer haar medewetgevende en controlerende taak in moet vullen. Dat er dit jaar behoefte blijft bestaan aan versterkte inhoudelijke ondersteuning lijkt duidelijk. Dit voorstel tracht een verstandig midden te vinden tussen vaste inhuur van kennis en expertise en inhuur op ad hoc basis voor meer specifieke vragen.

Voor de goede orde is het wenselijk hier nog eens te benadrukken, dat de commissie Financiën de rol heeft van «opdrachtgever»; aan werkzaamheden liggen dan steeds concrete verzoeken ten grondslag. De uitwerking is dan ook zo vormgegeven, dat er een voorziening wordt getroffen om snel capaciteit bij te kunnen schakelen of een onderzoek te starten indien de commissie daarom vraagt.

Eisen aan de aan te trekken personen en/of organisaties

De commissie Financiën heeft als eis gesteld, dat de aan te trekken personen onafhankelijk (van het beleid en de sector) zijn, en dat zowel wetenschappelijke als kennis uit de praktijk is vertegenwoordigd. Aan deze eis zal in de vormgeving van de ondersteuning voldaan moeten worden.

2.2 Voorstel vormgeving en inschatting van de kosten

Gegeven het vooralsnog beperkte zicht op de uiteindelijk benodigde capaciteit (a), gecombineerd met de op de dit moment nog aanwezige onduidelijkheid over de beschikbare kennis en expertise (b), is stellen wij de volgende drietrapsvariant voor de ondersteuning voor:

1. Vanuit de reguliere BOR-formatie leveren van de basisondersteuning. Het gaat om de reguliere inhoudelijke ondersteuning vanuit het BOR bij het beoordelen van maatregelen van het kabinet inzake de kredietcrisis en het duiden van ontwikkelingen in de financiële sector.

2. Creëren van de mogelijkheid een of twee deskundigen in te huren voor het beantwoorden van gerichte vragen vanuit de commissie die, vanwege de snelheid, capaciteitsbeslag en/of vereiste deskundigheid, niet vanuit deze basisondersteuning beantwoord kunnen worden. Conform het voorstel Irrgang/Tang wordt deze mogelijke extra inhuur begrensd tot de tijd dat de nieuwe staatsbelangen/staatsdeelnemingen worden aangehouden. In eerste instantie eindigt dit op 31 december 2009; op/rond dat moment zal een nadere afweging worden gemaakt aan de hand van het gerealiseerde en voorziene gebruik van deze extra ondersteuning. De precieze invulling van deze aanvullende ondersteuning vindt plaats in overleg met de commissie Financiën. De mogelijkheid tot inhuur wordt begrensd tot een maximum van € 50 000,–1.

3. Creëren van de mogelijkheid tot het geven van een specifieke (onderzoeks-)opdracht, bijvoorbeeld gericht op waarderingsvraagstukken met betrekking tot de (mogelijke) aankoop, beheer en verkoop van de staatsdeelnemingen/staatsbelangen in de financiële sector. Ook in dit geval gaat het om het creëren van de mogelijkheid tot het uitbesteden van onderzoeken, eveneens te begrenzen tot een maximum van € 50 000,–. Dit mandaat eindigt eveneens op 31 december 2009; op/rond dat moment zal een nadere afweging worden gemaakt aan de hand van het gerealiseerde en voorziene gebruik van deze extra ondersteuning. De precieze invulling van deze aanvullende ondersteuning vindt plaats in overleg met de commissie Financiën. De mogelijkheid tot inhuur wordt begrensd tot een maximum van € 50 000,–.

Voorgesteld wordt om, in samenspraak met de sector Inkoop van de Stafdienst FEZ, een vaste, onafhankelijke en deskundige contractpartner te selecteren, die snel en adequaat deskundigen kan leveren en specifieke onderzoeksopdrachten kan uitvoeren. Hiertoe zal binnen reeds bestaande mantelcontracten voor financiële adviesdiensten een offerteprocedure worden gestart. Op basis van een commissiebesluit kan vervolgens worden besloten om over te gaan tot concrete opdrachtverlening binnen de af te sluiten nadere overeenkomst. Deze constructie garandeert dat steeds op korte termijn ondersteuning mogelijk is, omdat niet steeds opnieuw offertetrajecten doorlopen hoeven worden.

Aan het Presidium wordt nu gevraagd voor beide mogelijkheden tot inhuur vooraf een mandaat te geven tot een maximum van € 100 000,– (som van 2 en 3; 2 x € 50 000,–).

Het voorstel om, op basis van een reeds bestaand mantelcontract een offerteprocedure te starten en te komen tot een nadere overeenkomst voor concrete werkzaamheden past binnen het beleid van de Tweede Kamer om te voldoen aan EU-aanbestedingsregels. Ook op andere terreinen wordt, met goede ervaringen, reeds gewerkt volgens deze werkwijze.

2.3. Financiële consequenties

De maximale uitgaven van dit voorstel bedragen € 100 000,–. Voorgesteld wordt om het Presidium te vragen hiervoor mandaat te geven. Daadwerkelijke uitgaven vinden pas plaats indien de commissie daartoe opdracht geeft.

Basisondersteuning via BOR0
Inhuur, aanvullende ondersteuning50 000
Inhuur t.b.v. (onderzoeks-)opdrachten50 000
Uitgavenraming, maximaal100 000

2.4 Relatie met onderzoeksbudget

Het hoofd FEZ heeft desgevraagd laten weten dat er hiervoor financiële ruimte beschikbaar is binnen het Onderzoeksbudget 2009 (totaal beschikbaar 1,057 mln.).


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Op basis van de gehanteerde tarieven is hiervoor een inzet van 40 tot 50 werkdagen mogelijk.

Naar boven