nr. 187
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2009
Verschillende media, waaronder het Financieele Dagblad, hebben gisteren
en vandaag bericht over de toekomstplannen van ABN AMRO Nederland en Fortis
Bank Nederland. Om misverstanden te voorkomen lijkt het me juist deze berichten
in perspectief te plaatsen.
Met de overname van Fortis Bank Nederland Holding, inclusief het belang
in RFS Holdings, werd de Staat geplaatst voor de uitdaging een toekomst te
creëren voor twee afgesplitste banken. In november 2008 is daartoe een
strategische richting uitgezet en heb ik Gerrit Zalm gevraagd de transitie
naar een nieuwe bank te leiden.
De ontwikkeling van een levensvatbare, volwaardige bank brengt een reeks
van strategische keuzes met zich mee. Het transitieteam van de heer Zalm ziet
het als zijn taak de medewerkers van beide banken hierover regelmatig te informeren,
ook als er nog geen sprake is van formele besluitvorming. De heer Zalm heeft
daarbij aangegeven dat de gisteren bekend gemaakte hoofdlijnen nog nader zullen
worden uitgewerkt tot een plan waarover onder meer de aandeelhouder zich nog
moet uitspreken. In dit kader heeft de heer Zalm de kapitalisatie van de nieuwe
bank opgebracht.
Ik hecht eraan te benadrukken dat ABN AMRO nu voldoende ruim is gekapitaliseerd.
Om de fusie tussen door de Staat verworven deel van ABN AMRO (N-share) en
Fortis Bank Nederland mogelijk te maken, moet het N-Share worden afgesplitst
van de door RBS verworven activiteiten. In dat kader moet zowel de strategie
als de kapitaalbehoefte van de nieuwe bank worden vastgesteld. Behalve de
Staat dient ook de Europese Commissie zijn goedkeuring daaraan te geven. Zoals
u bekend heeft de Europese Commissie de afstoting van bepaalde bedrijfsonderdelen
als voorwaarde voor de beoogde fusie gesteld. We staan dus meer aan het begin
van een traject dan aan het einde daarvan.
Ik zeg u toe dat er geen besluiten over de kapitalisatie van ABN AMRO
en Fortis zullen worden genomen zonder tevoren de Kamer volledig in te lichten.
Het tijdskader is daarbij, vanwege de veelheid aan actoren en koppeling
van complexe dossiers, niet precies te geven, maar de besluitvorming is erop
gericht de splitsing, die voorzien is voor november 2009, mogelijk te maken.
Evenwichtige besluitvorming over deze complexe materie is niet gediend
met vroegtijdige niet-specifieke publiciteit en al helemaal niet als de Kamer
daarmee de indruk zou krijgen geen rol te kunnen spelen, hetgeen zoals gezegd
juist wél mijn bedoeling is. In dit licht was de mededeling van de
heer Zalm prematuur. Dit heb ik hem vanochtend ook laten weten, waarna hij
zijn verontschuldigingen heeft aangeboden.
De minister van Financiën,
W. J. Bos