31 253
Landschapsontwikkeling

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, EN VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Den Haag, 25 november 2008

Met deze brief bieden wij u de Agenda Landschap en het advies van de Task Force Financiering Landschap Nederland: «Landschap verdient beter!» aan (bijlage 1).1

De directe aanleiding voor de totstandkoming van deze Agenda Landschap is uitwerking van het beleidsprogramma van het kabinet (actie 24) voor het onderdeel landschap en tevens de reactie op het verzoek van uw Kamer om een kabinetsreactie op het Deltaplan «Nederland weer mooi» (Tweede Kamer, 2006–2007, 30 800 XIV, nr. 135), zoals verwoord in de motie-Slob c.s. (Tweede Kamer, 2006–2007, 31 070, nr. 12), waarin uw Kamer de regering verzoekt: «om door middel van een plan van aanpak aan te geven op welke manier het Deltaplan voor het Nederlandse landschap tot uitvoering wordt gebracht.»

Daarnaast hebben de Tweede Kamerleden Cramer en Jacobi in een motie (Tweede Kamer 2007–2008, 29 576, nr. 66) gevraagd dat: «de Task Force Financiering Landschap alternatieve financieringsconstructies voor het landschap onderzoekt, voor onder andere ontwikkeling en inrichting; verzoekt de regering deze Task Force de mogelijkheden te laten onderzoeken om bovenplanse verevening in te zetten als middel voor ontwikkeling en inrichting». Op 25 juni 2008 is de Task Force Financiering Landschap ingesteld onder voorzitterschap van de heer Rinnooy Kan. De Task Force kreeg de opdracht het kabinet te adviseren over mogelijke financieringsconstructies voor investeringen in het landschap. Het rapport van de Task Force met de titel: «Landschap verdient beter!» werd gepresenteerd op 12 november jl. en wordt u hierbij tevens aangeboden. In de Agenda Landschap is de kabinetsreactie op de voorstellen van de Task Force opgenomen.

Tenslotte heeft de vaste Kamercommissie voor LNV verzocht (kenmerk 08-LNV-B-14) te reageren op het rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving: Nationale Landschappen, beleidsdilemma’s in de praktijk. In deze Agenda Landschap en in de in juni 2008 aan de Tweede Kamer aangeboden visie onder de titel «Realisatie Nationaal Ruimtelijk beleid onder de nieuwe Wro» wordt aangegeven hoe het Rijk met de genoemde dilemma’s wil omgaan.

Inzet van de Agenda Landschap

In 2006 kreeg het landschap een rapportcijfer 7,31. Toch maken veel Nederlanders zich zorgen over de kwaliteit van het landschap. Bedrijventerreinen, grootschalige veehouderijbedrijven, woonwijken, spoorlijnen en snelwegen; alles vraagt om een plek in het Nederlandse landschap. Het kabinet staat voor een mooi en gevarieerd landschap. Om dit doel te bereiken zet het kabinet in op«landschappelijk verantwoord ondernemen». Daarbij gaat het erom dat er heel veel manieren zijn voor burgers en bedrijven om hun betrokkenheid bij het landschap te vertalen in actie. We gaan burgers, maatschappelijke organisaties en bedrijven meer stimuleren en ondersteunen bij hun inzet voor hun omgeving. In de Agenda Landschap worden daarvoor drie sporen uitgewerkt: zorgvuldig omgaan met de ruimte, het betrekken van burgers en bedrijven: «het wordt mooier als u meedoet» en door te zorgen voor een duurzame financiering van het landschap. Centrale doelstelling is dat de acties uit de Agenda Landschap ertoe leiden dat de waardering voor het landschap in 2020 een 8,0 krijgt.

De Agenda Landschap behandelt niet alleen het behoud en herstel van het landschap, maar gaat ook nadrukkelijk in op het beheer en de ontwikkeling van het landschap. De Agenda Landschap zet daarmee de eerste stappen in de uitwerking van de doelstellingen van het Deltaplan voor het landschap «Nederland weer mooi» van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap. Samen met de provincies zal het Rijk op gebiedsniveau gaan verkennen wat de (globale) financieringsbehoefte is om het landschap in stand te houden of waar mogelijk te herstellen. Het gaat daarbij om gebieden waar processen als schaalvergroting en rationalisatie botsen met de maatschappelijke belangen en waarden van het landschap. In het verlengde daarvan zullen provincies samen met het Rijk de wenselijkheid en mogelijkheid onderzoeken voor het instellen van (provinciale) landschapsfondsen. Daarnaast onderzoekt het Rijk hoe fiscale instrumenten voor het landschap kunnen worden verbeterd, en ondersteunt het Rijk in vier geselecteerde voorbeeldgebieden «investeren in het landschap» voor de ontwikkeling van nieuwe financieringsconstructies gericht op de inrichting en het beheer van het landschap. Voor de Nationale Landschappen geeft de Agenda Landschap onder meer richting aan het verbeteren van de toepassing van de kernkwaliteiten, zoals uw Kamer vroeg naar aanleiding het Algemeen Overleg over de voortgang van de Nota Ruimte op 24 april 2008. Tevens blijven de Nationale Landschappen de prioritaire gebieden voor inzet van rijksmiddelen, zoals bijvoorbeeld aan de orde bij de inzet van GLB-middelen in het kader van regionalisering en middelen voor landschapsbeheer enherstel.

Met de Agenda Landschap is een nieuwe weg ingeslagen in het landschapsbeleid. We zijn met en door ons landschap verbonden. Als overheid en samenleving moeten we actief verantwoordelijkheid voor het Nederlandse landschap nemen. Samen werken, samen leven, naar het motto van dit kabinet, óók als het gaat om ons landschap. Zo blijft het Nederlandse landschap karakteristiek, uniek en mooi.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Milieu en Natuur Planbureau: Belevingswaardenmonitor Nota Ruimte 2006, Nulmeting landschap en groen in en om de stad, 2007.

Naar boven