nr. 92
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 februari 2010
Naar aanleiding van het algemeen overleg van 3 december jl. (Kamerstuk
31 239, nr. 90) heeft uw Kamer een vijftal moties aangenomen aangaande
de SDE. Ik ben voornemens deze moties uit te voeren en met deze brief informeer
ik u over de wijze van uitvoering. Het uitvoeren van de moties leidt er wel
toe dat er deze kabinetsperiode in totaal circa 30 MW minder gecommitteerd
kan worden.
Motie Spies c.s. (nummer 79)
Deze motie die vroeg om ophoging van het basisbedrag voor elektriciteitsopwekking
door middel van co-vergisting en kleinschalige verbranding van vaste biomassa
is inmiddels uitgevoerd. De Regeling aanwijzing categorieën duurzame
energieproductie SDE 2010 is maandag 25 januari jl. gepubliceerd in de
Staatscourant. In de regeling is het tarief voor zowel de productie van biomassa
elektriciteit als gas conform motie aangepast. Hierbij is gekozen om ook het
basisbedrag voor de gasroute aan te passen, omdat in de SDE de tarieven voor
biomassa gas 1 op 1 zijn afgeleid van de biomassa elektriciteitstarieven.
Door de aanpassing is het subsidieplafond voor biomassa elektriciteit
vastgesteld op € 400 miljoen (in plaats van de voorgenomen € 380
miljoen). Het aantal MW dat hiermee gemiddeld gerealiseerd kan worden in de
categorie biomassa elektriciteit blijft gelijk. Het subsidieplafond voor biomassa
gas is € 10 miljoen hoger vastgesteld, op € 190 miljoen.
Het aantal MW dat hiermee gemiddeld gerealiseerd kan worden in de categorie
biomassa gas blijft daarmee ook gelijk. De aanpassing heeft ook tot gevolg
dat kleinschalige verbranding van vloeibare biomassa wordt ondergebracht in
een aparte categorie. Het basisbedrag voor deze categorie kon niet worden
verhoogd, omdat voor deze categorie al was aangesloten bij het advies van
ECN. Verdere verhoging zou in strijd zijn met het Europese Steunkader.
De financiële dekking is, conform de motie, gevonden in de categorie
waterkracht.
Het subsidieplafond voor waterkracht is vastgesteld op € 63
miljoen (in plaats van de voorgestelde € 90 miljoen). Het aantal
MW dat hiermee gerealiseerd kan worden in de categorie waterkracht daalt met
6–14 MW. Het subsidieplafond voor waterkracht in 2011 daalt van de voorgenomen € 27
miljoen naar € 0. Het aantal MW in de categorie waterkracht daalt
daardoor met 6–13 MW. In totaal leidt uitvoering van deze motie ertoe
dat er in deze kabinetsperiode 20 tot 24 MW minder kan worden gerealiseerd.
Motie Spies c.s. (nummer 78)
Deze motie vraagt om te bezien of een pilot met zelflevering voor windenergie
mogelijk is. Zoals toegezegd in het AO SDE wordt de mogelijkheid van een pilot
met zelflevering voor zon-pv onderzocht. Daarvoor worden momenteel eerst de
onderzoeksvragen rond zelflevering in kaart gebracht, waarop een pilot antwoord
dient te geven. Na het in kaart brengen van de onderzoeksvragen zal besloten
worden over de definitieve vormgeving van de pilot en de wenselijkheid om
naast zon-pv ook wind mee te nemen. De pilot zal vormgegeven worden binnen
de bestaande fiscale regelgeving. Ik zal uw Kamer voor de zomer informeren
over de definitieve vormgeving van de pilot en de mogelijkheden om wind hierin
mee te nemen.
Motie Spies c.s. (nummer 80)
Deze motie vraagt om het optrekken van het maximaal aantal vollasturen
van 7000 naar 8000 bij de OVMEP. Het voornemen is om de OVMEP beschikkingen
ambtshalve te wijzigen, waarbij alle OV-MEPpers 8000 vollasturen krijgen toegewezen.
Een eerste inschatting geeft aan dat de kosten van de ophoging circa 30 tot
40 miljoen euro zullen zijn. Momenteel worden de kosten meer precies in beeld
gebracht. Conform de motie zal de dekking van de kosten gezocht worden in
de SDE middelen voor biomassa. Dit betekent dat het aantal MW dat in 2011
gecommitteerd kan worden naar verwachting zal dalen met circa 5 MW.
Motie Samsom c.s. (nummer 83)
Deze motie vraagt om de SDE 2011 geschikt te maken voor biogashubs en
erin te voorzien dat initiatiefnemers tot die tijd voortgang kunnen maken.
Om de SDE in 2011 geschikt te maken voor biogashubs is een wijziging van het
Besluit stimulering duurzame energieproductie noodzakelijk. In overleg met
de sector zijn diverse aanpassingen in beeld gebracht. Momenteel worden deze
verschillende varianten uitgewerkt. Ik zal uw Kamer, conform de motie, voor
1 april informeren over de voortgang.
Motie Vendrik c.s. (nummer 87)
Deze motie vraagt om adequate financiering van projecten voor vrijstromende
getijstroom. Er vindt overleg plaats met de sector over de wijze van ondersteuning
van de projecten. Het uitgangspunt hierbij is om zoveel mogelijk aan te sluiten
bij bestaande innovatie-instrumenten die zijn opgenomen in hoofdstuk 2 van
de Subsidieregeling energie en innovatie. Ik zal uw Kamer zo snel mogelijk
informeren over de verdere voortgang.
De minister van Economische Zaken,
M. J. A. van der Hoeven