Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juni 2011
Hierbij ontvangt u de eindrapportage regionale aanpak kindermishandeling van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) en de eindrapportage effectevaluatie regionale aanpak kindermishandeling van Berenschot en het Verwey-Jonker Instituut1.
Beide rapportages geven aan dat er op het gebied van de regionale aanpak kindermishandeling in de afgelopen jaren veel is
gerealiseerd. Gemeenten en instellingen zijn in beweging gekomen. In het rapport van Berenschot wordt dit als volgt toegelicht:
«er zijn meer organisaties betrokken dan voorheen ... nieuwe, aanvullende activiteiten zijn ontplooid om kindermishandeling
te voorkomen en sneller aan te pakken». Het onderwerp staat hoog op de agenda.
Daarbij zijn binnen de regio’s, door een steeds grotere wordende groep betrokken partijen, samenwerkingsafspraken gemaakt
en vastgelegd in regionale handelingsprotocollen en convenanten. Ook is er aansluiting gezocht bij de ontwikkelingen op het
gebied van de op handen zijnde wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
In bijna alle regio’s is het scholingsplan gereed en in uitvoering. De professionals geven aan dat ze deskundiger zijn in
het herkennen en bewuster handelen bij een vermoeden van kindermishandeling. De «train de trainer» methodiek wordt door meerdere
regio’s genoemd als een interessante werkwijze voor duurzame en betaalbare deskundigheidsbevordering.
Circa 10 regio’s hebben het regionaal handelingsprotocol van de regionale aanpak kindermishandeling nog niet afgerond. Met
de betreffende regio’s zijn concrete afspraken gemaakt hoe en wanneer dit in 2011 alsnog zal gebeuren. Alle regio’s krijgen
in 2011 een financiële bijdrage van € 50 000 via het Gemeentefonds om de regionale handelingsprotocollen af te ronden en de
aanpak kindermishandeling duurzaam in de regio te verankeren danwel de aanpak kindermishandeling te optimaliseren.
De verankering van de regionale aanpak kindermishandeling binnen de lopende ontwikkelingen en bestaande structuren binnen
de regio’s is een blijvend aandachtspunt. Het is hierbij van belang om nu, maar ook in de toekomst aan te sluiten bij de ontwikkeling
van CJG én huiselijk geweld.
De uitkomsten en aanbevelingen van deze rapportages neem ik mee in een nieuw actieplan voor de aanpak van kindermishandeling,
dat ik uw Kamer na de zomer zal doen toekomen.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner