30 995
Aanpak Wijken

nr. 47
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 mei 2008

Bij voorjaarsnota heeft het kabinet besloten om € 300 miljoen extra vrij te maken voor de wijkenaanpak. Bij deze brief wil ik u nader informeren over mijn voornemens ten aanzien van de inzet van deze extra middelen in de komende jaren. Deze voornemens zijn wel onder voorbehoud dat uw Kamer instemt met de voorjaarsnota zoals naar uw Kamer toegezonden.

De hoofdverdeling van de extra middelen

Het kabinet heeft bij voorjaarsnota besloten om € 300 miljoen extra vrij te maken voor de wijkenaanpak. € 60 miljoen betreft extra middelen voor bewonersbudgetten, € 240 miljoen betreft extra middelen voor de wijkenaanpak. Op hoofdlijnen wil ik deze laatste € 240 miljoen als volgt verdelen:

– € 60 miljoen wil ik inzetten voor de 40+ wijken, om te voorkomen dat dergelijke wijken afglijden naar het niveau van de 40 aandachtswijken (preventiebudget, eerder genoemd knelpuntenpot).

– € 15 miljoen wil ik extra inzetten voor de bevordering van bewonersinitiatieven in de 40 aandachtswijken bovenop de reeds door het kabinet vrijgemaakte € 60 miljoen.

– € 4 miljoen wil ik reserveren om uitvoering te kunnen geven aan het amendement «van Heugten» m.b.t. investeringen in volkstuinen.

– € 4 miljoen wil ik reserveren als cofinanciering van een OCW-programma voor herbestemming en herontwikkeling van waardevolle en markante gebouwen en complexen in de 40 aandachtswijken.

– Het resterende bedrag van € 157 miljoen wil ik aan gemeenten ter beschikking stellen voor de medefinanciering van de wijkactieplannen in de 40 aandachtswijken.

Onderstaand ga ik in op de nadere uitwerking van de bovenstaande hoofdverdeling.

1. Het preventiebudget 40+ wijken.

Voor het preventiebudget voor problemen in wijken buiten de 40 aandachtswijken wil ik voor de periode 2008–2010 een budget van € 60 miljoen vrijmaken. Dit budget wil ik in twee tranches openstellen voor projectaanvragen. De eerste tranche van € 30 miljoen wil ik zo mogelijk aan het einde van dit jaar openstellen voor het indienen van aanvragen, en komt in principe ter beschikking van de G-31 gemeenten exclusief de 40 aandachtswijken. Toekenning zal dan in de eerste helft van 2009 plaatsvinden.

De tweede tranche van € 30 miljoen wordt eind 2009 opengesteld voor indienen van aanvragen en zal ook ter beschikking komen van wijken in gemeenten buiten de G-31. Toekenning zal vervolgens in de eerste helft van 2010 plaatsvinden.

Ondanks dat een substantieel bedrag beschikbaar komt voor het preventiebudget, zal niet iedere wijk in aanmerking kunnen komen voor een bijdrage. Daarom zullen een aantal voorwaarden gesteld worden aan de aanvragen. In mijn brief van 26 november 2007 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 30 995, nr. 33) ben ik ingegaan op deze voorwaarden. Hieronder geef ik deze nog eens kort weer:

– Allereerst dient het te gaan om wijken met substantiële en cumulatieve problemen op meerdere terreinen van de wijkenaanpak op het gebied van wonen, werken, leren en opgroeien, integreren en veiligheid.

– Gemeenten die een beroep willen doen op het preventiebudget moeten een plan maken op wijkniveau met corporaties en andere relevante (lokale) partijen.

– De gemeente, corporatie en eventuele andere (lokale) partijen dienen mede te investeren in het plan en de wijk. Deze investeringen moeten inzichtelijk zijn. Tekorten op deze investeringen kunnen voor een financiële bijdrage in aanmerking komen. De bijdrage is maximaal 50% van de totale kosten (onrendabele toppen en kosten van de sociale en economische activiteiten) van het totale plan tot een maximum van € 2 miljoen per plan.

Gezien het beperkte budget zullen niet alle aanvragen kunnen worden gehonoreerd. Ik zal daarom een commissie instellen die de aanvragen beoordeelt op «kansrijkheid». Daarbij gaat het vooral om de effectiviteit van het plan in de aanpak van de cumulatieve problemen, zodat we daaruit ook lessen kunnen trekken voor de aanpak elders. De commissie die mij daarover zal adviseren, zal hierbij een rangorde maken op basis van het daadwerkelijke verschil dat de voorgestelde acties voor de wijk en voor haar bewoners kunnen maken. Dit zal een afgeleide zijn van de kwaliteit van enerzijds het plan en anderzijds de betrokkenheid van bewoners en alle relevante andere stakeholders bij het opstellen en uitvoeren van het plan.

2. De bewonersbudgetten

Het kabinet heeft voor de periode 2009–2011 jaarlijks € 20 miljoen aan bewonersbudgetten ter beschikking gesteld. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de motie-Depla c.s. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 31 200 XVIII, nr. 26). Net zo als t.a.v. de bewoners-budgetten 2008 wil ik van deze € 20 miljoen per jaar de helft reserveren voor bewonersinitiatieven in de 40 aandachtswijken en de andere helft voor bewonersinitiatieven in de G-31 gemeenten buiten de 40 aandachtswijken.

Het bewonersbudget in de 40 aandachtswijken Omdat ik bewonersbetrokkenheid bij de wijkactieplannen in de 40 aandachtswijken zeer belangrijk vind, ben ik daarnaast voornemens, zoals hierboven reeds aangegeven, om vanaf 2009 nog eens € 5 miljoen per jaar extra uit het budget voor de wijkenaanpak ter beschikking te stellen voor bewonersbudgetten in deze wijken. Daarmee komt voor de 40 aandachtswijken voor de periode 2009 – 2011 € 15 miljoen per jaar beschikbaar voor bewonersinitiatieven. Mijn voornemen is om net als bij het bewonersbudget 2008 de bewonersbudgetten voor 2009–2011 voor de 40 aandachtswijken te verdelen op basis van het bewonerstal in die wijken.

Het bewonersbudget voor de G-31 De € 10 miljoen per jaar voor bewonersintiatieven in de G-31 ben ik net als het bewonersbudget 2008 voornemens te verdelen op basis van een vast gelijk bedrag per gemeente. Dit betekent dat voor de periode 2009–2011 voor elk van de G-31 gemeenten jaarlijks € 300 000,– ter beschikking zal komen voor bewonersinitiatieven. De resterende middelen (€ 700 000,– per jaar) zullen ingezet worden voor uitvoeringskosten, voorlichtingskosten en evaluatiekosten.

Met bewonersorganisaties heb ik afgesproken dat voor beide budgetten deze middelen bij voorkeur ingezet zullen gaan worden op basis van een vouchersystematiek. Mijn voornemen is om deze middelen aan gemeenten uit te keren via de integratie-uitkering danwel de toekomstige decentralisatieuitkering van het gemeentefonds. Ik ben voornemens de gemeenten in de komende twee weken nader te informeren over de vouchersystematiek rond de bewonersbudgetten 2008.

3. De stimulering van de aanleg van volkstuincomplexen

Bij de begrotingsbehandeling van de begroting Wonen, Wijken en Integratie is het amendement «van Heugten c.s.» met betrekking tot de stimulering van volkstuincomplexen aangenomen (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 31 200 XVIII, nr. 12). Het financiële dekkingsvoorstel voor dit amendement bleek niet uitvoerbaar omdat het niet mogelijk blijkt om de verplichtingen en uitgavenbedragen te verlagen; het betreft hier reeds toegezegde verplichtingen en daarmee samenhangende uitgaven. Daarnaast kan het ontvangstenbedrag niet worden verhoogd, het betreft ontvangsten van andere departementen op de WWI begroting die geoormerkt worden uitgefinancierd richting de G 31. Ik ben daarom voornemens om de 2 x € 2 miljoen (in 2008 en 2009) voor de stimulering van de aanleg en opwaardering van volkstuinen te dekken uit de extra middelen voor de wijkenaanpak. Conform het amendement wil ik de G-4 een bedrag van € 250 000,– ter beschikking stellen en de G-27 gemeenten elk € 100 000,–. Ik ben voornemens om de betreffende bedragen via het GSB aan de gemeenten uit te keren met als voorwaarde dat de middelen ter beschikking dienen te komen voor de aanleg van nieuwe volkstuincomplexen danwel een uitbreiding en/of opwaardering van bestaande complexen. Verantwoording zal via de ISV-verantwoording verlopen, hetgeen de administratieve lasten van gemeenten beperkt.

4. De co-financiering ten behoeve van een OCW-programma voor herbestemming en herontwikkeling van waardevolle en markante gebouwen en complexen in de 40 aandachtswijken

Het ministerie van OCW heeft aangegeven dat zij € 4 miljoen ter beschikking wil stellen voor de herbestemming en herontwikkeling van waardevolle en beeldbepalende gebouwen en complexen in de 40 aandachtswijken. Omdat op deze wijze extra financiële middelen voor de 40 aandachtswijken beschikbaar komen en ook ik er belang aan hecht dat beeldbepalende gebouwen en complexen behouden blijven en een nuttige functie in wijken kunnen blijven vervullen, ben ik voornemens om 2 x € 2 miljoen cofinanciering voor dit doel te reserveren uit het extra wijkenbudget (in 2009 en 2010). Het OCW-programma is onderdeel van de kabinetsvisie architectuur en ruimtelijk ontwerp «een cultuur van ontwerpen» die nog voor de zomer aan de Kamer zal worden toegestuurd.

5. Medefinanciering vanuit het Rijk van de wijkactieplannen

Het resterende bedrag van € 157 miljoen voor de wijkenaanpak wil ik in 3 jaarlijkse tranches, te starten in 2008, toekennen aan gemeenten ten behoeve van de medefinanciering van de wijkactieplannen in de 40 aandachtswijken. Gezien het feit dat gemeenten pas in de loop van dit jaar van start gaan respectievelijk zijn gegaan met de uitvoering van de wijkactieplannen, ben ik voornemens om voor 2008 € 40 miljoen ter beschikking te stellen en voor de jaren 2009 en 2010 jaarlijks € 58,5 miljoen. Bij de verdeling van deze middelen over de 40 wijken wil ik dezelfde bedragverhoudingen (bedrag per inwoner gebaseerd op zwaartefactoren van de problematiek in de wijk x aantal inwoners) toepassen als gebruikt bij de indicatieve toerekening van de € 250 miljoen corporatie-inzet in de 40 aandachtswijken. Aan de beschikbaarstelling van de bedragen aan gemeenten wil ik geen nadere voorwaarden verbinden dan dat de bedragen ingezet moeten worden ten behoeve van de medefinanciering van de wijkactie-plannen, dit naast de inzet door gemeenten van extra middelen uit de doeluitkeringen van de departementen (zie mijn brief van 1 februari 2008, kenmerk DGWWI/W2008002440), de eigen gemeentemiddelen, de additionele inzet van de corporaties en de inzet van andere partijen in de wijkenaanpak.

Ik ben voornemens om de bedragen via de integratie-uitkering respectievelijk toekomstige decentralisatie-uitkering van het gemeentefonds aan gemeenten ter beschikking te stellen. In mijn jaarlijkse bestuurlijke overleggen met gemeenten over de voortgang van de uitvoering van de wijkactieplannen zal ik ook de voortgang van de besteding van de middelen aan de orde stellen.

Ik vertrouw erop op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over mijn voornemens t.a.v. de inzet van de extra middelen voor de wijkenaanpak.

De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

C. P. Vogelaar

Naar boven