Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 mei 2013
Hierbij zend ik u mijn reactie op het verzoek van 15 mei jl. van de vaste commissie
voor Economische Zaken over de Westerschelde en infractieprocedure.
Stand van zaken Westerschelde
Bij brief van 21 december 2012 (Kamerstuk 30 862, nr. 89) heb ik u geïnformeerd over de maatregelen (vergezeld van een gedetailleerde planning)
met betrekking tot de ontpoldering van de Hedwigepolder, als onderdeel van het Natuurpakket
Westerschelde.
De provincie Zeeland heeft de voorbereiding, uitvoering en regie van de in het Verdrag
met het Vlaams Gewest afgesproken 600 ha van het natuurherstelprogramma weer op zich
genomen. De formele besluitvorming over het Nederlandse deel van het natuurpakket,
wordt door de provincie Zeeland voorbereid conform de Rijkscoördinatieregeling. Het
rijk neemt de formele besluiten en blijft eindverantwoordelijk.
Ten aanzien van de ontpoldering van de Hedwigepolder verlopen de voorbereidingen volgens
de u toegezonden planning. Het Rijksinpassingsplan wordt momenteel geactualiseerd,
inclusief de daarbij behorende documenten (een milieueffectrapportage (MER), een kosteneffectiviteitsanalyse
(KEA), een inrichtingsplan en een projectplan. Daarnaast, en zo mogelijk parallel,
worden de noodzakelijke vergunningen (uitvoeringsbesluiten) aangevraagd. Tevens is
het traject tot minnelijke verwerving in gang gezet. Met een vastgesteld rijksinpassingsplan
(2014), uitvoeringsbesluiten en verworven gronden (2016) is de weg vrij voor de daadwerkelijke
uitvoering.
Infractieprocedure
Bij brief van 5 april jl. (Kamerstuk 30 862, nr. 91 herdruk) heb ik u bericht dat de Europese Commissie op 21 maart jl. per brief heeft gereageerd
op het antwoord van het kabinet van 21 december 2012 op het met redenen omkleed advies.
Zoals ik u in de eerdergenoemde brief heb aangegeven zal ik de Europese Commissie
antwoorden en u daarover informeren.
De staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma