30 139 Veteranenzorg

Nr. 106 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 oktober 2012

Tijdens het notaoverleg Veteranen van 25 juni jl. (Kamerstuk 30 139, nr. 104) heb ik toegezegd de Kamer te informeren over de regeling inzake de restschade waarvan sprake is in het Besluit Aanvullende Arbeidsongeschiktheid- en invaliditeitsvoorzieningen militairen. Verder heb ik bij dit notaoverleg toegezegd de Kamer te informeren over de uitwerking van de regeling ereschuld veteranen. Met deze brief voldoe ik aan deze toezeggingen. Ten slotte meld ik in deze brief hoe Defensie de controle van de personeelsdossiers ter hand heeft genomen en informeer ik u over de voortgang van het Veteranenbesluit.

Restschade

Werknemers die tijdens of door hun werk schade lijden, kunnen hun werkgever daarvoor aansprakelijk stellen. Als de werkgever aansprakelijk is, wordt de hoogte van de schadevergoeding vastgesteld op basis van het Burgerlijk Wetboek. Het doel van de schadevergoeding is het slachtoffer financieel in de zelfde situatie te brengen als wanneer de schade niet was ontstaan. Hiervoor wordt onder meer bezien wat de loopbaanperspectieven waren van de werknemer. Een schaderegeling naar civiel recht vereist een actieve rol van de medewerker. Zo moet de werknemer het verband tussen het ongeval en de schade aantonen en de werkgever hiervoor aansprakelijk stellen.

Militairen verrichten hun werkzaamheden vaak onder gevaarlijke omstandigheden, vooral tijdens oefeningen en missies. Omdat de militair een grotere kans op letsel loopt, is ervoor gekozen de schadevergoedingsregeling op te nemen in de rechtspositionele regelingen van Defensie en is een aansprakelijkstelling niet nodig. Iedere militair die door de uitoefening van zijn taken onder buitengewone of daarmee vergelijkbare omstandigheden blijvende lichamelijke of psychische schade ondervindt, kan een militair invaliditeitspensioen aanvragen en een beroep doen op uiteenlopende voorzieningen en verstrekkingen, zoals rolstoelen, aangepaste sportaccessoires en een vergoeding van eigen bijdragen. Het verband tussen de schade en de dienstverrichting wordt door de verzekeringsarts vastgesteld.

Van restschade is sprake wanneer er een verschil bestaat tussen de rechtspositionele schadevergoeding en de vergoeding naar civiel recht. Zoals uiteengezet in de brief van 14 februari 2007 (Kamerbrief 30 139, nr. 22) geldt voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers die na 1 juli 2007 zijn ontslagen dat de volledige schade, inclusief de restschade, zal worden vergoed. Zodra sprake is van een medische eindtoestand, wordt vastgesteld wat voor de desbetreffende militair de schadevergoeding zou zijn naar civiel recht. Zodra dit bedrag hoger is dan de rechtspositionele schadevergoeding, wordt het als restschade vastgesteld en uitgekeerd. Indien de vergoeding naar civiel recht lager is, heeft dit geen gevolgen voor het militair invaliditeitspensioen. In het Sectoroverleg Defensie zal de volledige schadevergoedingsregeling nader worden vastgesteld.

Ereschuld veteranen

Met mijn brief van 12 juni jl. (Kamerstuk 30 139, nr. 100) heb ik de Kamer geïnformeerd over de regeling inzake de ereschuld veteranen. Tijdens het notaoverleg op 25 juni jl. heeft de Kamer gevraagd naar de voortgang hiervan. De uitvoering van deze regeling is ter hand genomen. Dit jaar zullen de rechthebbenden die aan alle voorwaarden voldoen de bijzondere uitkering ontvangen.

Personeelsdossier

Met de motie-Eijsink (Kamerstuk 33 240 X, nr. 9) heeft de Kamer op 26 juni jl. tijdens het wetgevingsoverleg inzake de slotwet en het jaarverslag (Kamerstuk 33 240 X, nr. 10) verzocht om een concreet stappenplan voor het op orde brengen van de personeelsdossiers. Ik heb de Kamer met de brief van 29 juni 2011 (Kamerstuk 32 710 X, nr. 9) geïnformeerd over het Plan van aanpak onvolkomenheden RVJ 2010. De controle op de aanwezigheid van de wettelijk vereiste documenten in de personeelsdossiers en de manier waarop Defensie dit uitvoert, zijn onderdeel van dit plan. Hiervoor worden de personeelsdossiers van alle defensiemedewerkers gecontroleerd. Waar dit van toepassing is, worden ontbrekende documenten toegevoegd en vervolgens wordt het dossier gedigitaliseerd. Omdat veel dossiers niet op orde waren, is de uitvoering van de controle vertraagd. De voltooiing van de controle is voor december 2012 voorzien.

Voortgang Veteranenbesluit

Tijdens het notaoverleg Veteranen op 25 juni jl. hebben verscheidene leden gevraagd naar de voortgang van het Veteranenbesluit. Het conceptbesluit wordt op dit moment besproken met onder meer vertegenwoordigers uit het zorgveld, de toezichthouders, de centrales van overheidspersoneel en andere departementen. Deze algemene maatregel van bestuur zal het normale wetgevingstraject doorlopen. Hiermee zal de Veteranenwet zo spoedig mogelijk in werking kunnen treden.

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen

Naar boven