30 079 VMBO

Nr. 89 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 september 2018

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft mij verzocht om een reactie op het door het Platform Allround VMBO opgestelde rapport «Verandering... Maar ook verbetering?». Door omstandigheden helaas wat later dan gepland, ontvangt u hierbij mijn reactie.

Het rapport «Verandering... Maar ook verbetering?» is een weergave van de uiteenlopende opbrengsten van gesprekken die het Platform Allround VMBO heeft gevoerd met ongeveer 100 leraren.1 Deze opbrengsten zijn gebundeld in een aantal thema’s. Het beeld dat vervolgens geschetst wordt, laat zien dat de invoering van de nieuwe profielen voor deze leraren een grote verandering is geweest, waar ze deels nog middenin zitten. Over sommige veranderingen zijn de respondenten positief, maar over het algemeen zijn ze redelijk kritisch over de vernieuwing en de gevolgen ervan.

Ik erken dat de invoering van het vernieuwde vmbo een grote verandering is. Waar voorheen sprake was van 35 afdelingsprogramma’s zijn er nu tien nieuwe beroepsgerichte profielen. Deze zijn ontwikkeld in nauwe samenwerking met het veld. Voorafgaand aan de invoering zijn de profielen in pilots op 51 verschillende scholen uitgetest en op basis van de resultaten daarvan waar nodig aangepast. Daarnaast is loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) een verplicht onderdeel geworden van alle leerwegen van het vmbo. Dit alles met als doel om een toekomstbestendig vmbo te realiseren dat aansluit op vervolgopleidingen en de wensen van de arbeidsmarkt.

Een dergelijke verandering vraagt een flinke inzet van alle betrokkenen, waaronder zeker ook de betreffende leraren. Voor de leraren die bij het Platform Allround VMBO zijn aangesloten, waren de verandering bovendien aanzienlijk. Zij zijn namelijk vooral afkomstig van de voormalige afdeling Sport, dienstverlening en veiligheid. Deze oude afdeling is niet in één nieuw profiel ondergebracht, maar deels in het profiel Dienstverlening en producten en deels in het profiel Zorg en welzijn.

Het rapport «Verandering... Maar ook verbetering?» draagt verschillende aandachts- en verbeterpunten aan. Ik zie het rapport vooral als mogelijk hulpmiddel voor de betreffende leraren en scholen zelf. Zij kunnen, indien gewenst, zelf met de voor hen relevante verbeterpunten aan de slag in hun eigen schoolpraktijk. Als het gaat om een succesvolle invoering van het vernieuwde vmbo ligt er echter natuurlijk ook een stelselverantwoordelijkheid voor mij als Minister. Die krijgt op verschillende manieren invulling.

Ten eerste wordt de implementatie nauwgezet gevolgd en geëvalueerd. Dat gebeurt enerzijds door de Stichting Leerplanontwikkeling (hierna: SLO), vanwege haar verantwoordelijkheid om dergelijke onderwijskundige veranderingen te monitoren. De eerste rapportage «Evaluatie vernieuwde Beroepsgerichte programma’s vmbo» is in maart 2018 uitgebracht.2 Anderzijds loopt onder de vlag van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (hierna: NRO) een breed evaluatieprogramma van de nieuwe vmbo-profielen. Dit onderzoek is gestart in 2016 en loopt tot 2022. In december 2017 is de nulmeting verschenen.3 Deze monitoring en evaluatie maken het mogelijk om de invoering te volgen en waar nodig bij te sturen. Deze eerste rapportages geven geen aanleiding om in te grijpen. Een ruime meerderheid van de leraren vindt de nieuwe indeling van de beroepsgerichte programma's duidelijk. Ook vinden de meeste leraren dat de nieuwe beroepsgerichte programma’s leerlingen voldoende mogelijkheden bieden om zich in de volle breedte te kunnen oriënteren. Wel zien de leraren een taakverzwaring voor henzelf omdat een dergelijke vernieuwing veel extra inzet vraagt.

In de tweede plaats wordt de verdere implementatie van het vernieuwde vmbo ook de komende periode ondersteund. Dat gebeurt door de Stichting Platforms Vmbo (hierna: SPV), waarbij ook het Platform Allround VMBO aangesloten is.

Ten derde heb ik vanaf deze zomer opnieuw extra middelen beschikbaar gesteld voor de bijscholing van leraren in het vmbo om hen goed toe te rusten voor deze onderwijsvernieuwing. Hiermee wordt een vervolg gegeven aan de professionaliseringsmogelijkheden die ook de afgelopen jaren zijn geboden.

Tot slot blijven de verschillende sectorvernieuwingscommissies actief, die onder andere bestaan uit leraren en schoolleiders. Op hun voorstellen zijn ook na de invoering van de nieuwe profielen verschillende actualisaties en verbeteringen in de examenprogramma’s doorgevoerd.

Ter afsluiting

Door het invoeren van profielen in het vmbo is een belangrijke stap gezet naar een vmbo dat beter aansluit bij de ontwikkelingen in het mbo en de regionale arbeidsmarkt. Ik wil graag van deze mogelijkheid gebruik maken om mijn waardering uit te spreken over de wijze waarop deze vernieuwing door schoolleiding en leraren gerealiseerd is. Ik blijf de implementatie volgen. Begin volgend jaar zijn de volgende rapportages van SLO en NRO gereed. In de eerste helft van 2019 zal ik u over de uitkomsten daarvan informeren.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Het Platform Allround VMBO is één van de elf vmbo-platforms. Doorgaans zijn deze platforms georganiseerd naar één van de vmbo-profielen.

Naar boven