Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 februari 2015
Op 22 januari en 2 februari j.l. had het spoor te kampen met twee verstoringen die
het treinverkeer ernstig ontregelden. Reizigers hebben daar veel hinder van ervaren.
Ik heb NS en ProRail laten weten dat zij alles op alles moeten zetten om de oorzaak
hiervan boven tafel te krijgen en structureel te verhelpen. Reizigers moeten immers
kunnen rekenen op een betrouwbare en voorspelbare treinreis. Ik heb hen verzocht mij
zo snel mogelijk hierover te informeren. Als eerste uitwerking hiervan heeft de president-directeur
van ProRail mij een brief gestuurd waarin hij ingaat op de verstoringen op 22 januari
en 2 februari j.l. Deze brief komt u hierbij toe1.
ProRail heeft reeds maatregelen genomen om de schade na de verstoringen te herstellen.
Daarnaast is actie ondernomen om eventuele verborgen defecten op te sporen. ProRail
analyseert nu samen met haar leveranciers welke aanvullende maatregelen mogelijk en
wenselijk zijn om de kwetsbaarheid van stroomvoorzieningen verder terug te dringen
en de redundantie van de computersystemen te versterken. Het Ministerie van Infrastructuur
en milieu ziet er op toe dat alles wat nu al verbeterd kan worden naar aanleiding
van de verstoringen ook per direct en voortvarend wordt opgepakt.
Daarnaast zal ProRail diepgaand onderzoek verrichten naar de situatie rondom de verstoringen
en incidenten en hier externe, onafhankelijke deskundigheid bij betrekken. ProRail
rapporteert naar verwachting eind maart over het onderzoek, de analyses en maatregelen
aan het ministerie. Daarop zal het onderzoek aan uw Kamer worden gezonden. Daarmee
kom ik tegemoet aan het verzoek dat het Lid Van Veldhoven heeft gedaan tijdens de
Regeling van Werkzaamheden van 3 februari jl. (Handelingen II 2014/15, nr. 49, Regeling
van Werkzaamheden).
Het is de verantwoordelijkheid van NS en ProRail om gezamenlijk het aantal verstoringen
op het spoor nog verder terug te dringen. Mocht uit het onderzoek blijken dat aanvullende
maatregelen nodig zijn dan zullen zij die uiteraard moeten treffen. Het Ministerie
van Infrastructuur en Milieu zal in zo’n geval strak op de voortgang sturen.
De antwoorden op de schriftelijke vragen van de Leden De Boer en Dik-Faber die ik
over de verstoringen op 22 januari en 2 februari heb ontvangen doe ik u separaat toekomen,
binnen de gestelde termijnen.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld