29 936 Regels inzake de beëdiging van tolken en vertalers en de kwaliteit en de integriteit van beëdigde tolken en vertalers (Wet beëdigde tolken en vertalers)

29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 60 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2021

Tijdens het tweeminutendebat over de Rechtspraak (CD 30/09) van 14 oktober 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 12, Tweeminutendebat Rechtspraak) met de Minister voor Rechtsbescherming is er een motie ingediend over de systematiek van tarifering van tolken en vertalers. Dit betreft de motie van het lid van Nispen1 over het indexeren van tarieven voor gerechtstolken en -vertalers en behoud van Friese gerechtstolken. Ik onderschrijf de appreciatie die de Minister voor Rechtsbescherming heeft gegeven en wil als eerstverantwoordelijke Minister voor dit dossier nog graag benadrukken hoe belangrijk de stelselherziening is om tot een passende beloning van de tolken en vertalers te komen. Juist daarom wil ik verder gaan op de vorig jaar na het debat ingezette weg waar ik nu van hoop dat de eerste vruchten geplukt kunnen gaan worden.

Dat neemt niet weg dat ik, net als de Minister voor Rechtsbescherming, het volledig eens ben met het tweede onderdeel van het dictum. In Friesland moeten we ervoor zorgen dat de Friese justitiabelen in het Fries terecht kunnen, waar nodig door de inzet van gerechtstolken. Net als de Minister voor Rechtsbescherming kan ik slecht uit de voeten met het eerste onderdeel van het dictum en is dit ook de reden dat ik de motie ontraad.

Het belang van tolken en vertalers voor de rechtstaat staat niet ter discussie. Over de stelselvernieuwing van de systematiek voor deze belangrijke beroepsgroep is al eerder veel gediscussieerd in de Kamer. Onder het nadrukkelijke voorbehoud dat er een goede monitoring zal plaatsvinden is er uiteindelijk door een meerderheid van de Kamer ingestemd met een herziening van het stelsel. Deze stelselherziening moet dan in de praktijk wel de kans krijgen om geïmplementeerd te worden. Op dit moment wordt er alles op alles gezet om de aanbestedingen uit te zetten en de vernieuwde contracten te implementeren.

De stelselherziening bevat meerdere elementen. Een van de eerste stappen was het aanpassen van het Btis van vaste tarieven naar minimumtarieven. Deze (voortijdige) aanpassing was noodzakelijk om de vrije markttarieven uiteindelijk mogelijk te maken. Vervolgens dienen de overheidsdiensten aanbesteed te worden aan intermediairs. Deze aanbestedingen zijn vanaf augustus 2020 dakpansgewijs uitgezet. De eerste aanbestedingen zijn inmiddels gegund en geïmplementeerd. Wij spannen ons maximaal in om zo spoedig mogelijk alle aanbestedingen uit te zetten, zodat de tolken en vertalers op een zo kort mogelijke termijn kunnen onderhandelen over hun tarieven. Dat kan vanaf het moment dat de contracten, voortvloeiend uit de aanbestedingen, zijn ingegaan. Tot die tijd kan het evenwel niet anders zijn dan dat door de betreffende organisaties voor de aanpassing van het Btis ook betaald werden, deze verschillen van 43,98 euro per uur tot 54 euro per uur. Er wordt nog niet onderhandeld over dit tarief, de onderhandeling zal na de implementatie van de contracten met de intermediair tot stand komen.

Mede op basis van aandringen uit de Tweede Kamer bevat het stelsel geen forse verhogingen. Om de werking van de stelselherziening goed te kunnen beoordelen is er informatie nodig uit diverse nieuwe contracten met de intermediairs. Op basis van de eerste monitoringsinformatie heb ik eerder de toezegging gedaan om naar verwachting in de eerste helft 2022 uw Kamer per brief te informeren over de werking van het vernieuwde stelsel. Juist vanwege deze toezegging benadruk ik het belang om de stelselherziening de kans te geven om in de praktijk geïmplementeerd te kunnen worden en ontraad ik deze motie. Wanneer uit de geaggregeerde informatie van de monitoring blijkt dat er wijzigingen noodzakelijk zijn zullen daar ook acties op ondernomen worden.

De motie van het lid Palland c.s.2 om in overleg met de provincie tot een oplossing te komen waarbij het kunnen spreken van de Friese taal in de rechtbank door betrokkene wordt geborgd is strikt genomen een motie die bij het rechtsbestel behoort. De Minister voor Rechtsbescherming heeft zich hierover reeds uitgesproken doch wil ik het belang hiervan graag onderschrijven.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 29 279, nr. 677

X Noot
2

Kamerstuk 29 279 nr. 682

Naar boven