29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD

Nr. 93 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2012

De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) heeft in het kader van haar taak, bedoeld in artikel 64, tweede lid onder a van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (WIV 2002), een onderzoek verricht naar de door de MIVD uitgebrachte ambstberichten in de periode van januari 2006 tot en met juni 2011. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft de CTIVD een toezichtsrapport opgesteld (rapport nr. 32). Dit toezichtsrapport bevat geen informatie die zicht biedt op de in concrete gevallen gebruikte middelen, geheime bronnen of het actuele kennisniveau van de MIVD en het is derhalve in zijn geheel openbaar. Het toezichtsrapport alsmede mijn reactie daarop treft u bijgaand aan1.

De CTIVD heeft in haar onderzoek de dossiers onderzocht van in totaal 151 ambtsberichten. Ik kan mij vinden in de bevindingen van de CTIVD in het rapport. De kritiekpunten die de CTIVD heeft, onderschrijf ik en de daaruit voortvloeiende aanbevelingen neem ik over. Ik ga onderstaand nader op enkele zaken in.

De MIVD heeft begin dit jaar een nieuwe procedurebeschrijving vastgesteld. De Commissie beveelt aan om, voor zover intern beschikbare beleidsdocumenten procedurebeschrijvingen bevatten die hiervan afwijken, binnen de dienst bekend te maken dat deze beschrijvingen niet langer als leidraad kunnen worden gebruikt. Dit is inmiddels gebeurd. Waar nodig zal de MIVD de nieuwe procedurebeschrijving aanpassen op basis van de aanbevelingen uit het toezichtsrapport van de CTIVD en deze aansluitend aan de betrokken medewerkers bekend maken.

De CTIVD stelt vast dat in vrijwel alle gevallen de achterliggende dossiers de inhoud staven van de door de MIVD in de onderzoeksperiode uitgebrachte ambtsberichten. Daarnaast concludeert de Commissie dat er bij de ambtsberichten uitgebracht aan het OM en aan de categorie «overige ontvangers» incidenteel sprake is van gebreken. Het betrof hier zaken van administratieve aard of zaken betreffende de rechtmatigheid.

In de gevallen waarin de CTIVD heeft vastgesteld dat de MIVD ten onrechte gegevens heeft verwerkt, zijn inmiddels maatregelen genomen om deze gegevens te verwijderen en te vernietigen.

Een aanzienlijk deel van de ambtsberichten die de MIVD aan het OM heeft uitgebracht, berust op informatie van menselijke bronnen. De CTIVD heeft vastgesteld dat de MIVD op zorgvuldige wijze is omgegaan met de vaststelling van de betrouwbaarheid van deze informatie en voldoende aandacht heeft besteed aan de bronbescherming. Overwegingen op het gebied van de betrouwbaarheid van dergelijke informatie worden vanaf heden schriftelijk vastgelegd ten behoeve van het dossier waarop het ambtsbericht berust.

De werkwijze voor het uitbrengen van ambtsberichten aan de IND is lopende de onderzoeksperiode reeds gewijzigd om geconstateerde gebreken in de toekomst te voorkomen. Daarnaast is de herziening van het convenant tussen MIVD en IND voortvarend ter hand genomen. De ondertekening van het herziene convenant is op korte termijn voorzien.

De CTIVD signaleerde dat de dienst bij ambtsberichten aan leidinggevenden binnen het ministerie van Defensie niet altijd een verband legt tussen de gevonden antecedenten, de functie die betrokken medewerker bekleedt en de nationale veiligheid. De MIVD heeft deze tekortkoming hersteld en licht vanaf heden per ambtsbericht toe waarom de gevonden gegevens in verband met de functie een veiligheidsrisico kunnen betekenen.

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven