Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2013
Tijdens het Algemeen Overleg over de geestelijke gezondheidszorg op 5 juni jl. heb
ik met de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport gesproken over onder
meer de invoering van de generalistische basis ggz. Op 7 juni jl. (Kamerstuk 25 424, nr. 212) heb ik bij beide Kamers der Staten-Generaal de concept-amvb met de voor de invoering
van de generalistische basis ggz noodzakelijke wijzigingen van het Besluit zorgverzekering
voorgehangen.
In aansluiting hierop geef ik uw Kamer hierbij volledigheidshalve een overzicht van
de wijzigingen in het Zvw-pakket per 1 januari 2014.
1. Invoering generalistische basis ggz
Dit betreft de wijzigingen in de te verzekeren prestatie geestelijke gezondheidszorg
(ggz) die noodzakelijk zijn voor de invoering van de generalistische basis ggz per
1 januari 2014. Ik heb uw Kamer reeds laten weten dat DSM-IV leidend blijft voor de
Zvw.
2. Voorwaardelijke toelating tot het basispakket 2014
Voorwaardelijke toelating is in 2012 ingevoerd om innovatieve zorg meer kansen te
geven, alsmede om een definitieve beslissing te kunnen nemen over de vergoeding van
zorg die uit de basisverzekering wordt betaald, maar waarover twijfels bestaan wat
betreft de effectiviteit of de kosteneffectiviteit.
Met ingang van 2014 zullen aan de hand van het CVZ-advies van 28 mei jl. de volgende
twee interventies voorwaardelijk worden toegelaten:
Tot slot: afbakening tussen hulpmiddelenzorg en geneeskundige zorg
Op 22 november 2012 heeft het CVZ het rapport Afbakening hulpmiddelenzorg en geneeskundige
zorg uitgebracht. Het CVZ is van oordeel dat er sprake is van medisch-specialistische
zorg indien een hulpmiddel wordt ingezet bij een ernstige aandoening, wanneer het
gebruik van het hulpmiddel risico’s met zich meebrengt of wordt ingezet ter ondersteuning
van het behandelbeleid van de medisch-specialist.
Het CVZ is ook van mening dat de bekostiging van een hulpmiddel en de bijbehorende
toebehoren in één hand moet blijven. Daarbij is de aanspraak waaronder het hulpmiddel
zelf valt, ook leidend voor de toebehoren.
Ik acht het van belang om te benadrukken dat het bij deze nieuwe door het CVZ voorgestelde
afbakening niet gaat om een maatregel waarbij de omvang van de te verzekeren Zvw-prestaties
worden gewijzigd. Het gaat hier enkel om een verschuiving van de hulpmiddelenzorg
naar de medisch-specialistische zorg.
Het hiervoor genoemde standpunt van het CVZ houdt in dat de vacuümpomp die onderdeel
uitmaakt van de vacuümtherapie, vanaf 2014 vanuit het ziekenhuis moet worden bekostigd
en niet langer onder de hulpmiddelenzorg dient te vallen. Partijen hebben de voorbereiding
van deze overgang reeds ter hand genomen, waardoor deze overgang per 2014 verantwoord
kan plaatsvinden.
In zijn rapport adviseert het CVZ bovendien om de thuisdialyseapparatuur, inclusief
de noodzakelijke toebehoren en gebruiksartikelen, de opleiding/instructie, de ondersteuning
en begeleiding vanuit het dialysecentrum (inclusief de controle), en onderhoud en
reparatie, per 2014 onder te brengen in de te verzekeren prestatie medisch-specialistische
zorg. Eventuele woningaanpassing en de redelijk te achten kosten die rechtstreeks
met de thuisdialyse samenhangen worden apart in de regelgeving opgenomen zodat de
verzekeraars verantwoordelijk blijven voor de levering en bekostiging van deze onderdelen.
Ik neem dit advies van het CVZ over.
Volledigheidshalve zend ik u ook de CVZ-adviezen «Voorwaardelijke toelating tot het
basispakket 2014» en «Afbakening hulpmiddelenzorg en geneeskundige zorg, zoals medisch-specialisten
die plegen te bieden» als bijlagen bij deze brief1. Deze adviezen zijn reeds eerder publiek gemaakt door het CVZ via de website.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers