nr. 92
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 februari 2010
Deze week heb ik van de heer Meijer, de voorzitter van de Regiegroep Convenant
transitie mosselsector en natuurherstel Waddenzee, de Eindrapportage van het
Plan van Uitvoering van de mosseltransitie mogen ontvangen.1 Tevens heb ik, na instemming van het Regionaal College Waddenzee,
het Programmaplan Naar een Rijke Waddenzee ontvangen van de Stuurgroep natuurherstelprogramma1. Inmiddels heb ik ook het programmaplan vastgesteld en opdracht gegeven
voor de verdere uitvoering van het programma (waaronder de transitie van de
mosselsector).
Ik heb gezien hoe er de afgelopen maanden met grote inzet en wederzijds
respect door alle partijen aan de uitvoering van het convenant en de opstelling
van het Plan van Uitvoering en het Programmaplan Rijke Waddenzee is gewerkt.
Met groot genoegen bied ik uw Kamer daarom hierbij de Eindrapportage van
het Plan van Uitvoering mosseltransitie en natuurherstel en het Programmaplan
Naar een Rijke Waddenzee aan. Beide als uitwerking van het Convenant transitie
mosselsector en natuurherstel (convenant Heldoorn) dat in oktober 2008 tot
stand is gekomen.
Hoofdpunten van dit convenant zijn:
– Het tot uitvoering brengen van een ambitieus Natuurherstelprogramma
op basis van het streefbeeld Rijke Zee.
– een transitie van de mosselsector in combinatie met een stapsgewijze
vermindering van de bodemberoerende mosselzaadvisserij en het uiteindelijk
beëindigen hiervan in 2020.
Op 4 maart jongstleden heb ik u geïnformeerd (Kamerstukken II,
2008/09, 29 675, nr 64) over het Plan van Uitvoering [fase1]
als uitwerking van het convenant mosseltransitie en natuurherstel Waddenzee.
Op 8 oktober jongstleden heb ik u nader geïnformeerd over de voortgang
van de uitvoering van het Plan van Uitvoering en het opstellen van het natuurherstelprogramma
(Kamerstukken II, 2009/10, 29 675, nr 84).
Zoals ik reeds aan uw Kamer aangaf, is er veel gebeurd in één
jaar.
– Na het afsluiten van het Convenant mosseltransitie en natuurherstel
najaar 2008 zijn vorig jaar samen met de mosselsector en de natuurorganisaties
nadere afspraken gemaakt over het traject waarlangs de geleidelijke afbouw
van de bodemberoerende mosselzaadvisserij zal plaatsvinden. In bijgevoegde
eindrapportage Plan van Uitvoering zijn deze afspraken vastgelegd. In 2009
zijn in dit kader ook de eerste stappen in de uitvoering gezet tot tevredenheid
van de mosselsector en de betrokken natuurorganisaties.
– er heeft een intensief consultatieproces plaatsgevonden dat heeft
geresulteerd in een brede instemming met de hoofdlijnen van het MZI-beleid
waarover u op 8 oktober jongstleden bent geïnformeerd. Op dit moment
vinden er gesprekken plaats met een aantal pioniers waarbij gekeken wordt
naar een oplossing voor deze groep MZI-experimenteerders binnen de bestaande
kaders en ruimte, en welke op steun van alle betrokken partijen kan rekenen.
Ik heb uw Kamer toegezegd u daarover separaat te informeren zodra over de
uitkomsten meer bekend is. Ik verwacht u daar binnenkort over te kunnen berichten.
– En er is mede voortvloeiend uit het Beheer- en Ontwikkelplan voor
de Wadden van het Regionaal College Waddenzee samen met de regio, natuurorganisaties,
de ministeries van VROM en VenW/Rijkswaterstaat, gebruikers en wetenschappers
een programmaplan Naar een Rijke Waddenzee opgesteld.
De uitvoering van het convenant en de wijze waarop deze uitvoering in
het programma naar een Rijke Waddenzee ter hand genomen wordt, is voor mij
een goed voorbeeld van het verbinden van economie en ecologie. Het is voor
mij ook een voorbeeld van de wijze waarop partijen door samenwerking en het
formuleren van een gezamenlijk einddoel tegenstellingen kunnen overbruggen
en duurzame oplossingen voor de toekomst kunnen vinden. Met het programma
naar een Rijke Waddenzee wil ik deze ontwikkelingen verder ondersteunen. Begin
maart zal ik daartoe samen met de regio, natuurorganisaties, gebruikers en
wetenschappers het startsein geven voor de uitvoering van dit programma.
De doelen uit het nieuwe programma zijn ambitieus. Ik realiseer mij dan
ook terdege dat er nog vele stappen te zetten zijn op weg naar de Rijke Waddenzee
voor de natuur en de gebruikers van het gebied. Ik ga er echter van uit dat
alle betrokkenen de noodzakelijke samenwerking blijven zoeken en verantwoordelijkheid
blijven nemen voor het gezamenlijke resultaat. Zeker gezien de stappen van
het afgelopen jaar zie ik dit met vertrouwen tegemoet.
Ik zal uw Kamer op geëigende momenten nader informeren over de verdere
voortgang van dit programma.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg