nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 oktober 2009
Met genoegen bied ik u hierbij, mede namens mijn collega van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit, de evaluatie van het Meerjarenprogramma Ontsnippering
(MJPO) aan.1 Het MJPO is een succesvol programma.
Het wegnemen van de knelpunten vanwege doorsnijdingen in het landschap door
de rijksinfrastructuur draagt bij aan het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur
in 2018.
Twynstra Gudde laat in de evaluatie zien dat het programma door alle betrokken
partijen als zeer waardevol en nuttig wordt ervaren. Het heeft een vliegwieleffect
op ontsnipperingsprojecten van andere overheden en bevordert de onderlinge
samenwerking.
In totaal zijn er, verspreid over Nederland, 208 knelpunten in het MJPO
opgenomen. Hiervan zijn er per 1 januari 2009 41 opgelost. Daarmee ligt
het programma op schema. Voor knelpunten vanwege weg, water en spoor komen
de middelen uit mijn begroting. Voor knelpunten van infrastructuur in robuuste
verbindingen heeft mijn collega van LNV budget beschikbaar gesteld binnen
het ILG en hierover afspraken gemaakt met de provincies.
Bij de start van dit programma in 2004 is afgesproken om na een aantal
jaren uitvoering te evalueren hoe het programma functioneert. Twynstra Gudde
(TG) heeft deze evaluatie uitgevoerd. TG geeft daarbij een aantal aanbevelingen
om het MJPO als programma beter te laten fungeren. Waar mogelijk worden deze
aanbevelingen overgenomen. Ik ga hier kort op in:
• TG beveelt aan om het MJPO versneld uit te voeren door per regio
afspraken te maken, door de financiering te vereenvoudigen en door een kritische
blik van buiten te organiseren.
In de afgelopen periode is het contact met de provincie – die de
regie over de uitvoering van het programma heeft – versterkt. In provinciale
platforms vindt afstemming met de uitvoering plaats. Dit heeft geresulteerd
in een gedragen programmering voor de periode 2010–2014 voor de onderdelen weg, water en spoor en voor de eerste tranche van het ILG tot
2013 voor robuuste verbindingen.
TG is van mening dat de verschillende financieringsstromen binnen het
MJPO niet altijd tot de meest efficiënte manier van werken leiden. Ik
meen dat dit voor een belangrijk deel kan worden opgelost door een heldere
en juiste communicatie rondom deze stromen te geven. De mid-term review van
het ILG in 2010 acht ik een goede gelegenheid om nader bij deze problematiek
stil te staan.
De suggestie om een kritische blik van buiten naar het programma te laten
kijken neem ik graag over. Ik zal er voor zorgen dat bij de mid-term review
nogmaals een thermometer in de uitvoering van het programma wordt gestoken.
• TG beveelt ook aan om het MJPO meer als programma te besturen en
om de mogelijkheid tot bestuurlijke opschaling te benutten.
Hier wil ik gevolg aan geven. Door in overleg met de provincies een reële
doorkijk te creëren naar het eindjaar 2018 wordt het makkelijker om programmatisch
te werken. Om eventuele problemen op te kunnen schalen, zal ik boven het afstemmingsoverleg
een stuurgroep instellen waarin ook de provincies zijn vertegenwoordigd. Het
MJPO staat ook op de agenda van de landsdelige bestuurlijke overleggen MIRT.
• Tot slot gaat TG in op het ambitieniveau van het programma en concludeert
daarbij dat er wellicht niet voldoende budget beschikbaar is om alle ambities
voor 2018 te realiseren.
Een belangrijke verklaring hiervoor is dat de knelpunten binnen de robuuste
verbindingen veelal duurder uitvallen dan gepland. Zoals eerder aangegeven
acht ik de mid-term review van het ILG het juiste moment om hierbij stil te
staan.
Dit onderwerp wil ik tevens koppelen aan het herijken van de lijst met
knelpunten. Alterra heeft daar een studie naar gedaan en de provinciale platforms
is gevraagd om in hun regio de resultaten ervan vanuit ecologisch perspectief
na te gaan.
Ik ben verheugd over de positieve uitkomst van de evaluatie en zet me
er samen met mijn collega van LNV voor in om het programma met de aanbevelingen
van Twynstra Gudde verder te verbeteren.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings