29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 440 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN DEFENSIE EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 februari 2022

In navolging van de Kamerbrief «Politieke ontwikkelingen in de Sahelregio» d.d. 9 februari 2022 (Kamerstuk 29 237, nr. 177) en het Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 16 februari jl. informeren wij uw Kamer hierbij over het gezamenlijke besluit van Takuba-partners om de inzet van Taakgroep Takuba in Mali te beëindigen.

Taakgroep Takuba is een multinationale coalitie onder de regionale Franse antiterrorismeoperatie Barkhane die lokaal samenwerkt met Malinese partnereenheden om de invloed van terroristische groeperingen in de Liptako-Gourma-regio te bestrijden. Taakgroep Takuba beoogde de Malinese strijdkrachten door middel van advisering, assistentie en begeleiding te ondersteunen (Kamerstuk 29 521, nr. 426, 15 oktober 2021 en Kamerstuk 29 521, nr. 405, d.d. 27 maart 2020).

Zoals gemeld in bovengenoemde Kamerbrief kampt Taakgroep Takuba sinds enkele weken met aanzienlijke tegenwerking van de Malinese transitieautoriteiten. Dit kenmerkt zich op juridisch vlak onder andere door het ondermijnen van bestaande (SOFA-)afspraken met landen uit de Takuba coalitie. Zo bleek het voor de Noorse overheid onmogelijk om met de Malinese autoriteiten een juridisch kader vast te stellen dat de veiligheid van de Noorse militairen voldoende zou borgen. Daarnaast hebben de Malinese autoriteiten in januari operationele barrières opgeworpen die de operaties van Takuba raakten zoals de vliegrestricties. Ook was er ondertussen sprake van een groeiend sentiment tegen de Fransgeleide Taakgroep Takuba. Deze ontwikkelingen gaven aanleiding tot een heroverweging van de aanwezigheid van Taakgroep Takuba in Mali. De afgelopen weken heeft op ministerieel, hoog-ambtelijk en militair niveau intensief overleg plaatsgevonden met de aan Taakgroep Takuba deelnemende landen. In gezamenlijkheid is de conclusie getrokken dat in de huidige omstandigheden niet langer aan de politieke, operationele en juridische voorwaarden voor inzet van Taakgroep Takuba wordt voldaan.

Derhalve is besloten Taakgroep Takuba uit Mali terug te trekken. Hetzelfde geldt voor de Franse Operatie Barkhane in Mali, waarbij Nederland niet direct betrokken is. Vandaag is hiertoe een verklaring uitgegaan, ondertekend door onder andere de deelnemende landen aan Taakgroep Takuba, waaronder Nederland.1 Deze terugtrekking zal de komende maanden gefaseerd haar beslag krijgen.

Sinds maart 2021 zijn twee Nederlandse militairen actief in Taakgroep Takuba, een van hen in Mali en de ander als Takuba-liaisonofficier op het hoofdkwartier van Barkhane in de Tsjadische hoofdstad N’Djamena. Het besluit tot terugtrekking van de Takuba-missie uit Mali, betekent dat de Nederlandse militair uit Mali zal worden teruggetrokken. De Takuba-liaisonofficier in N’Djamena kan in principe voorlopig zijn werkzaamheden blijven vervullen. Frankrijk zal in nauw overleg met deelnemende landen werken aan een ordentelijke terugtrekking van Taakgroep Takuba en Operatie Barkhane uit Mali.

De VN-missie MINUSMA en de EU-missies in Mali ondervinden op verschillende wijzen hinder van de recente ontwikkelingen in Mali. MINUSMA, een geïntegreerde missie die zich met name richt op het bevorderen van de stabiliteit in Mali, de bescherming van de burgerbevolking en de uitvoering van het vredesakkoord uit 2015, voorziet vooralsnog voldoende mogelijkheden voor de uitvoering van haar mandaat. Over de mogelijke impact op MINUSMA wordt gesproken in VN-verband. Ook over de toekomstige invulling binnen het C-130 rotatieschema vindt nader overleg plaats tussen de betrokken landen. EUTM Mali en EUCAP Sahel Mali, zijn gemandateerd om de capaciteiten van de militaire en civiele veiligheidsstructuren in Mali te versterken. Gegeven de zorgen over de ontwikkelingen in Mali en de gevolgen hiervan op de inzet en effectiviteit van EUTM Mali en EUCAP Sahel Mali wordt in EU-verband gesproken over de toekomstige voortzetting van deze missies, zoals tijdens de aankomende Raad Buitenlandse Zaken op maandag 21 februari a.s. Daarnaast brengen de VN en EU momenteel de gevolgen in kaart van de terugtrekking van Taakgroep Takuba en Operatie Barkhane uit Mali voor MINUSMA en de EU-missies in Mali. Het kabinet houdt de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten en staat hierover in nauw contact met de VN, de EU en bondgenoten. Uw Kamer zal, zoals toegezegd tijdens het Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 16 februari jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2462) hierover op korte termijn nader worden geïnformeerd. Tevens worden in gezamenlijkheid alternatieve opties onderzocht om de strijd tegen terrorisme in de Sahelregio voort te zetten. Zodra hierover meer duidelijkheid bestaat, zal uw Kamer eveneens worden geïnformeerd.

De Sahelregio blijft voor het kabinet onverminderd een prioritaire regio op het vlak van veiligheid, ontwikkelingssamenwerking en migratie. Nederland zet zich – samen met gelijkgezinde partners – in om armoede te bestrijden, de grondoorzaken van instabiliteit in de Sahellanden aan te pakken en de weerbaarheid van de bevolking in deze fragiele regio te vergroten.

Nederland hanteert daarbij een geïntegreerde aanpak, waarbij de beschikbare instrumenten van het buitenland- en veiligheidsbeleid zoveel mogelijk in samenhang worden ingezet om veiligheid, stabiliteit en duurzame vrede te bevorderen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher

Naar boven