29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 216 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Ontvangen ter Griffie van de Tweede Kamer op 6 april 2010.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 4 mei 2010.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 april 2010

Hierbij zend ik u het ontwerp-besluit, houdende wijziging van het Reglement rijbewijzen in verband met de invoering van een recidiveregeling voor ernstige verkeersdelicten. Het betreft hier een ontwerpbesluit ter uitvoering van de wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een recidiveregeling voor ernstige verkeerdelicten (puntenstelsel), Stb. 433.1

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 2b van de Wegenverkeerswet 1994) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koningin ter verkrijging van het advies van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Op grond van de hierbovengenoemde wet wordt het rijbewijs van een rijbewijshouder van rechtswege ongeldig op het tijdstip waarop ten aanzien van hem binnen een periode van vijf jaar na een eerdere onherroepelijke afdoening wegens een alcohol- of alcoholgerelateerd delict opnieuw een afdoening wegens een dergelijk delict onherroepelijk wordt.

Dit betekent echter niet dat betrokkene nooit meer een rijbewijsplichtig voertuig zal mogen besturen. Om weer in het bezit van een rijbewijs te komen zal hij, net als iemand die voor het eerste een rijbewijs wil verkrijgen, moeten bewijzen te beschikken over de lichamelijke en geestelijke geschiktheid vereist voor het besturen van motorrijtuigen en zal hij zijn rijvaardigheid moeten bewijzen door, opnieuw, rijexamen te doen. Het onderhavige besluit voorziet in de noodzakelijke bepalingen om dit te regelen.

Tevens wordt in het ontwerpbesluit geregeld welke gegevens in verband met de ongeldigheid van rechtswege op grond van genoemd in het rijbewijzenregister moeten worden geregistreerd.

Voor een nadere toelichting verwijs ik u naar het gestelde in de nota van toelichting.

De minister van Verkeer en Waterstaat

C. M. P. S. Eurlings


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven