Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 januari 2015
Zoals aangekondigd in de Wetenschapsvisie 2025 (Kamerstuk 29 338, nr. 141) is de kenniscoalitie, bestaande uit VSNU, KNAW, NWO, Vereniging Hogescholen, TO2,
VNO-NCW en MKB Nederland, gevraagd om het initiatief te nemen voor een Nationale Wetenschapsagenda.
De gezamenlijke ambitie van het kabinet en de kenniscoalitie is om te komen tot een
inzichtelijke, breed gedragen en goed gemotiveerde wetenschapsagenda. De agenda maakt
keuzes voor maatschappelijke thema’s en wetenschappelijke topgebieden. Deze sluiten
aan bij de huidige of geambieerde sterktes van de Nederlandse wetenschap, economische
kansen en maatschappelijke vragen. Er wordt een beperkt aantal thema’s benoemd die
zowel onderzoekers als de samenleving uitnodigen en inspireren om richting te geven
aan het onderzoek. In de wetenschapsagenda worden vraagstukken benoemd die laten zien
waarin het Nederlandse onderzoek wil excelleren, zich internationaal wil onderscheiden
en waarmee we de kenniseconomie en samenleving willen versterken.
Om deze ambities te realiseren heeft de wetenschapsagenda een gezaghebbend, verbindend
en vernieuwend voorzitterschap nodig dat draagvlak heeft onder de partners. Wij hebben
prof. dr. Beatrice de Graaf en prof. dr. Alexander Rinnooy Kan benaderd voor de positie
van duovoorzitter op voordracht van de kenniscoalitie. Zij hebben het gezamenlijk
voorzitterschap van de wetenschapsagenda aanvaard.
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Economische
Zaken treden namens het kabinet op als opdrachtgever van de kenniscoalitie. In de
opdracht aan de kenniscoalitie (zie bijlage) zijn de doelstellingen, het proces en
de governance beschreven1. De opdrachtomschrijving geldt als aanvulling op de uitgangspunten voor het ontwikkelen
van de Nationale Wetenschapsagenda, zoals beschreven in de Wetenschapsvisie 2025.
De kenniscoalitie komt uiterlijk in het najaar van 2015 met een voorstel. Het kabinet
stelt de Nationale Wetenschapsagenda uiteindelijk vast.
De ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Economische Zaken worden
als opdrachtgever goed betrokken bij de voortgang van de opdracht en de inhoudelijke
keuzes van de kenniscoalitie.
Wij zien uit naar de samenwerking en wensen prof. dr. Alexander Rinnooy Kan en prof.
dr. Beatrice de Graaf veel succes als voorzitter bij het ontwikkelen van de agenda.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp