29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

Nr. 229 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juni 2015

Bij het VAO Arbeidsmarktbeleid zorgsector d.d. 4 maart 2015 (Handelingen II 2014/15, nr. 59, item 6) is van de zijde van de PvdA en D66 een motie ingediend (Kamerstuk 29 282, nr. 216). Daarin wordt de regering verzocht te onderzoeken hoe de middelen die in 2015 en 2016 voor het subsidiëren van medische vervolgopleidingen in de publieke gezondheidszorg onderbenut blijven, besteed kunnen worden aan andere dan de huidige (medische) vervolgopleidingen. Toegezegd is te bekijken of er een alternatieve aanwending denkbaar is voor de onbenutte middelen in 2015 en u daarover te informeren. De motie is aangehouden in afwachting van nadere berichtgeving.

Ik vind het beleidsmatig ongewenst om op dit moment de huidige subsidieregeling te verruimen door het toevoegen van andere (medische) vervolgopleidingen.

De huidige subsidieregeling is gericht op het bekostigen van het opleiden van voldoende artsen infectieziektebestrijding, jeugdartsen, medische milieukundigen en artsen tuberculosebestrijding. Deze artsen zijn belangrijk voor de uitvoering van de Wet publieke gezondheidszorg en de Jeugdwet.

Om hiervoor voldoende artsen te verkrijgen voert VWS een stimuleringsbeleid. Het beleid is erop gericht de ramingen van het Capaciteitsorgaan maximaal te realiseren. Dit wil ik dan ook blijven stimuleren.

In dat kader is VWS in overleg met de sector (GGD GHOR NL, ActiZ, Koepel Artsen Maatschappij en Gezondheid en VNG) om te komen tot een plan van aanpak voor een hogere instroom per 2016. Nu al uitgaan van een onderbenutting in 2016, waarvan de omvang onzeker is, geeft naar mijn overtuiging een verkeerd signaal af. De aanpak is immers gericht op een hogere instroom en daarmee het voorkomen van onderbenutting.

Het Capaciteitsorgaan laat thans onderzoek doen om te bezien of de ramingen nog juist zijn of mogelijk moeten worden bijgesteld. De resultaten zullen naar verwachting in het najaar (september) beschikbaar komen. Alsdan zal het Capaciteitsorgaan beoordelen of er aanleiding bestaat voor een tussentijds advies over de gewenste instroom vanaf 2016 vooruitlopend op het integrale Capaciteitsadvies 2016. Hier wil ik niet op vooruitlopen

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven