29 270 Reclasseringsbeleid

Nr. 91 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2014

Bij brief van 10 april 2014 heeft de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie mij verzocht een reactie te geven op het artikel in de Volkskrant van 7 april 2014, «Burgemeesters: Pedo’s terug naar eigen gemeente». Voorts is gevraagd om de Kamer te informeren over de uitkomsten van het overleg tussen de Vereniging Nederlandse Gemeenten, Nederlands Genootschap Burgemeesters, Reclassering Nederland en het Openbaar Ministerie over dit onderwerp. Hierbij stuur ik u mijn reactie.

Reactie op artikel «Burgemeesters: Pedo’s terug naar eigen gemeente».

Burgemeester Schneiders, voorzitter van het genootschap burgemeesters, bepleit in het artikel in de Volkskrant dat veroordeelde pedoseksuelen na hun vrijlating moeten terugkeren naar hun eigen woonplaats. Die gemeente krijgt dan de plicht de huisvesting in goede banen leiden. Dit om te voorkomen dat er een systeem ontstaat waarbij men met veroordeelde pedoseksuelen door het hele land moet gaan «leuren» om te kijken of iemand ergens kan worden gehuisvest.

Ik deel de mening van burgemeester Schneider dat iemand die zijn straf heeft volbracht recht heeft op een goede terugkeer in de maatschappij. Jaarlijks keren een paar honderd (zeden)delinquenten terug in de samenleving en in het merendeel van de gevallen verloopt de terugkeer zonder problemen.

Ik ben van mening dat daar waar de huisvesting wel tot problemen leidt, een integrale aanpak nodig is, waarin partijen als het Openbaar Ministerie, de reclasseringsorganisaties en de gemeenten met elkaar samenwerken en in overleg treden om in die gevallen te bezien welke passende oplossing gevonden kan worden. Anders dan burgemeester Schneider betoogt, kan dit wat mij betreft in specifieke gevallen ook betekenen dat iemand niet terugkeert naar de gemeente van herkomst, bijvoorbeeld om een confrontatie met slachtoffers te voorkomen.

Terugkoppeling van de bijeenkomst van 24 maart

Met betrekking tot de stand van zaken van de bijeenkomst van 24 maart jl. tussen het Openbaar Ministerie, de reclasseringsorganisaties, het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en de Vereniging Nederlandse Gemeenten, kan ik uw Kamer melden dat dit een eerste verkennend overleg betrof. Dit eerste overleg was vooral bedoeld om van gedachten te wisselen en te erkennen dat er een gezamenlijke maatschappelijke verantwoordelijkheid is om de belangen van slachtoffers, terugkerende zedendelinquenten en maatschappij in balans te brengen. Een belangrijk aspect hiervan is het opstellen van een set van afspraken bij terugkerende daders van ernstige zedendelicten. Afgesproken is dat de ketenpartners voor de zomer van 2014 deze afspraken nader uitwerken.

Ik wacht de uitkomsten van deze afspraken af en zal uw Kamer hierover te zijner tijd graag nader informeren.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven