28 973 Toekomst van de intensieve veehouderij

Nr. 135 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 oktober 2013

Hierbij zend ik u de 4e voortgangsrapportage van het samenwerkingsverband van de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij (UDV)1. Met deze brief geef ik een korte toelichting op de resultaten en de vervolgstappen die het samenwerkingsverband voor ogen heeft.

Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij (UDV)

De UDV is een samenwerkingsverband van bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en overheden. De UDV heeft als ambitie om samen te werken aan «een in alle opzichten toonaangevende duurzame veehouderij in 2023.» Daaronder wordt verstaan «een veehouderij die met behoud van concurrentiekracht produceert met respect voor mens, dier, milieu en omgeving, inclusief de effecten van de Nederlandse veehouderij elders in de wereld.»

Deelnemers aan dit samenwerkingsverband zijn: de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV), de Dierenbescherming (DB), de Groene Kennis Coöperatie (GKC), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO), het Ministerie van Economische Zaken (EZ), de stichting Natuur & Milieu (N&M), de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO), de Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi) en de Rabobank Nederland.

Het samenwerkingsverband richt zich bij de verduurzaming enerzijds op vernieuwing en innovatie in de dierlijke ketens, anderzijds ook op het versnellen van verduurzamen door het breed toepassen van nieuwe inzichten. Randvoorwaarde hierbij is dat een verduurzaming op een thema (bijvoorbeeld milieu) niet ten koste mag gaan van de duurzaamheid op andere thema’s (bijvoorbeeld dierenwelzijn of volksgezondheid). Het gaat hierbij om integrale verduurzaming die vorm krijgt in onder andere nieuwe stal- of houderijsystemen, fokkerij en diervoeders. Omdat deze verduurzaming in sommige gevallen leidt tot een hogere kostprijs heeft het samenwerkingsverband ook aandacht voor marktwerking bij het stimuleren van duurzame dierlijke producten.

Duurzame stal- en houderijsystemen

Binnen de UDV is veel aandacht voor de verduurzaming van stal- en houderijsystemen. Partijen werken aan een gezamenlijk stimuleringsprogramma dat ervoor moet zorgen dat «vanaf 2015 alle nieuw te bouwen stallen integraal duurzaam zijn.» De gedachte hierachter is dat nieuwbouw van stallen vaak het moment is van majeure veranderingen in de bedrijfsvoering. Ook kennen stallen vanwege de grote investeringen een lange afschrijvingstermijn. De nieuwbouw van stallen is daarmee het uitgelezen moment om extra stappen te zetten op het gebied van verduurzaming.

De UDV partners werken momenteel aan een stimuleringspakket dat ondernemers met nieuwbouwplannen moet prikkelen deze extra stappen te zetten. Eind dit jaar zullen de partners met elkaar besluiten hoe dit precies vorm zal krijgen. Dan zal ook besloten worden aan welke voorwaarden voldaan moet worden om een stal in 2015 als integraal duurzame stal aan te merken. Na besluitvorming hierover zal ik uw Kamer hier nader over informeren.

Voorlopers en ketengerichte verduurzaming

Investeren in duurzame stallen is slechts één van de sporen om het verder verduurzamen van de veehouderij te stimuleren. Zeker zo belangrijk is het management van de veehouders, aangezien dat ook in bestaande stallen bijdraagt aan een duurzamere bedrijfsvoering. Het samenwerkingsverband wil daarom ook op dit vlak stappen zetten, onder andere door het stimuleren van voorlopers en te werken aan een ketengerichte verduurzaming.

Langetermijnperspectief

De partijen hebben met elkaar vastgesteld dat het stimuleren van voorlopers en ketengerichte verduurzaming alleen mogelijk is als er sprake is van een gedeeld langetermijnperspectief. Dit is het afgelopen jaar door de partijen ontwikkeld en bestaat uit 15 lange termijn ambities die zijn opgesteld in nauwe samenwerking met Wageningen Universiteit. De ambities zijn niet gekoppeld aan een punt in de tijd maar staan voor een productiewijze die maatschappelijk en economisch langdurig vol te houden is, niet ten koste gaat van mensen en dieren, en de draagkracht van de aarde niet overstijgt. Een overzicht van alle 15 ambities is opgenomen in de voortgangsrapportage. Ik beschouw de 15 ambities als een waardevolle stip op de horizon die duidelijkheid schept waar we op de lange termijn met de veehouderij naar toe willen.

Het samenwerkingsverband wil de 15 ambities benutten als richtingaanwijzer voor een duurzame veehouderij. In samenspraak met de diverse keteninitiatieven zal nagegaan worden hoe deze kunnen worden vertaald in gedragen concrete doelen voor het jaar 2020. Hierbij wordt uitgegaan van en waar nodig voortgebouwd op bestaande initiatieven. Het streven daarbij is dat begin 2015 helder is welke aanscherping van de doelen per keten in 2020 haalbaar geacht wordt en op welke wijze realisatie van deze doelstellingen gestimuleerd kan worden. Het samenwerkingsverband wil in het voorjaar 2014 een eerste inventarisatie gereed hebben.

Realiseren van doorbraken

Naast het stimuleren van voorlopers en vernieuwing wil de UDV ook bredere toepassing realiseren van een duurzame veehouderij. De partijen in het samenwerkingsverband hebben afgelopen jaar middelen bijeengebracht om dit proces te versnellen. Met deze middelen zijn het afgelopen jaar acht zogenaamde «versnellingsprojecten» opgestart.

Deze versnellingsprojecten zijn gericht op het realiseren van doorbraken door:

  • het smeden van coalities tussen ketenschakels, overheden en NGO’s;

  • het op gang brengen van initiatieven bij innovators/early adopters;

  • het breder verspreiden en verankeren van succesvolle (sociale, technische of markt) innovaties.

Een overzicht van de versnellingsprojecten staat in de voortgangsrapportage. Hoewel de projecten nog volop lopen, zie ik mooie tussenresultaten ontstaan. Zo verkennen 3 dierlijke ketens de mogelijkheden voor diervriendelijkere vormen van diertransport. Verder hebben de supermarkten de handen ineengeslagen om dit najaar een diervriendelijke week te stimuleren met naar schatting 6 miljoen aan private inzet. Het succes van de lopende projecten heeft het samenwerkingsverband gestimuleerd om deze lopende projecten komend jaar te versterken met zogenaamde top-ups. Op dit moment bezien de partijen hoe ze daar invulling aan kunnen geven.

Tot slot

Het UDV heeft een waardevolle rol bij de voortgang van de verduurzaming van de veehouderij. Voor meer informatie over de voortgang verwijs ik u naar de website van de UDV: www.uitvoeringsagendaduurzameveehouderij.nl . Het samenwerkingsverband zal volgend najaar wederom een voortgangsrapportage opstellen. Zodra deze beschikbaar is zal ik uw Kamer opnieuw informeren.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven