28 286
Dierenwelzijn

nr. 376
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT EN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2010

Met deze brief informeren wij u over de stand van zaken, geven we een reactie op de moties van dinsdag 2 februari 2010 en geven we antwoorden op de vragen die gesteld zijn in het schriftelijke overleg van 10 februari 2010 (28 286, nr. 375).

Stand van zaken

Op dit moment zijn 71 bedrijven besmet verklaard op grond van tankmelkonderzoek. Op 68 bedrijven is de eerste ronde ruimingen afgerond. Op 27 bedrijven is de tweede ronde ruimingen ook reeds afgerond. De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) moet nog 34 bedrijven bezoeken voor een tweede ronde. In totaal zijn tot nu toe ongeveer 40 800 dieren geruimd. Bedrijven die nu besmet worden verklaard, worden in één ronde geruimd omdat er, in verband met het fokverbod, geen dieren aanwezig zijn die minder dan 30 dagen drachtig zijn.

Besluit bijstandverlening zelfstandigen

Conform onze toezegging in het debat van 17 december 2009 is er overleg geweest met staatssecretaris Klijnsma van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het mogelijk tijdelijk en voor specifieke situaties laten vervallen van de vermogenstoets in het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Na grondige bestudering is gebleken dat dit helaas geen optie is. Het Bbz heeft een generieke werking en het laat niet toe dat voor een specifieke groep een uitzondering wordt gemaakt. Generieke aanpassing zou grote financiële consequenties hebben. Overigens is deze mogelijkheid ook ten tijde van de mond-en-klauwzeercrisis niet mogelijk gebleken. Afgesproken is dat beide ministeries erop inzetten om de mogelijkheden die het Bbz nu biedt onder de aandacht van betrokken gemeentes en geitenhouders te brengen.

Advies vleesschapen en vervolgstrategie Q-koorts bestrijding

Op korte termijn verwachten wij opnieuw advies over mogelijke relaties tussen clusters zieke mensen en niet-melkleverende bedrijven (onder andere vleesschapen). Ook hebben we advies gevraagd over een mogelijke afbouw van het huidige crisismaatregelenpakket dat we hebben ingezet vanuit het perspectief van de volksgezondheid.

Zoals toegezegd streven wij ernaar voor 1 maart 2010 u hierover nader te informeren. Over het advies over de vleesschapen zullen wij u apart informeren.

Evaluatie

De Onderzoeksraad voor de Veiligheid heeft aanbevolen dat de Commissie Van Dijk bij haar onderzoek naar de bestrijding van Q-koorts in Nederland ook de balans tussen de verantwoordelijkheid van de overheid voor veiligheid (in dit geval epidemieën/besmettingen) en die van de ondernemer en/of andere betrokken organisaties te onderzoeken. Deze aanbeveling hebben minister Klink en ik doorgeleid naar de Commissie Van Dijk. De aanbeveling sluit aan bij onze intentie dat de Commissie Van Dijk de bestrijding van Q-koorts in haar geheel evalueert.

Moties

1. De motie-Van Gerven (TK 28 286, nr. 360) over waarschuwingsborden bij de besmette bedrijven en de motie-Ormel/Van der Vlies (TK 28 286, nr. 367) over vergaren van zo veel mogelijk informatie over drachtige dieren op besmette bedrijven

Deze moties ondersteunen het huidige beleid zoals in de reactie op de motie is aangegeven.

2. De motie-Ormel c.s. (TK 28 286, nr. 365) over vaccineren van alle schapen en geiten in Nederland tegen Q-koorts

Zoals wij in het debat aangegeven hebben, is deze motie ondersteuning van het beleid, maar aan deze motie kan alleen invulling gegeven worden, wanneer daarvoor voldoende vaccin beschikbaar is.

Uw Kamer heeft gevraagd om nadere informatie over een ander vaccin dat in Frankrijk wordt ingezet bij runderen. Het Centraal Veterinair Instituut (CVI) heeft een literatuurstudie gedaan naar de effectiviteit van vaccinatie tegen Q-koorts en concludeert daarin dat het zogenaamde fase II vaccin (van Merial) geen beschermend effect heeft tegen een infectie met de Q-koortsbacterie bij geiten of schapen. Het is een combinatievaccin en werkt in hoofdzaak tegen de andere ziekte (Chlamidophila) in het vaccin. Het heeft dan ook geen zin dit vaccin in Nederland in te zetten bij de bestrijding van de Q-koorts epidemie.

Alle geiten en schapen op bedrijven met een vaccinatieplicht moeten volgens de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten voor 1 januari 2011 gevaccineerd zijn. Om er zeker van te zijn dat alle geiten en schapen op melkleverende bedrijven en op opfokbedrijven vóór de dracht gevaccineerd zijn, wordt de datum in de regeling voor deze categorie gewijzigd naar 1 juni 2010.

3. De motie-Ormel c.s. (TK 28 286, nr. 366) over individueel testen van alle mannelijke dieren op besmette bedrijven

Aan deze motie geven we als volgt uitvoering:

De bokken worden geruimd tenzij de houder besluit de dieren drie keer te testen, met een tussenpoos van zes weken tussen de testen, op aanwezigheid van Q-koorts. Als het mannelijke dier drie keer achter elkaar negatief getest is mag het dier weer ingezet worden voor de fokkerij. Als het dier positief getest wordt, blijft het levenslange dekverbod van kracht. De kosten van de test komen voor rekening van de veehouder. De overheid neemt de ontwikkelkosten voor het geschikt maken van de test voor haar rekening.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven