28 286
Dierenwelzijn

nr. 250
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 december 2008

Hierbij stuur ik u het rapport «Ritueel slachten en het welzijn van dieren»1 dat is opgesteld door de Animal Sciences Group (ASG). Naar aanleiding van het verzoek van de vaste Kamercommissie voor LNV stuur ik u tevens het rapport «Inventarisatie Ritueel slachten in Nederland» uit 2002.1

Het rapport «Inventarisatie ritueel slachten in Nederland» uit 2002 is opgemaakt door het toenmalige Expertisecentrum van LNV en niet, zoals abusievelijk in het verzoek van de vaste commissie vermeld, door de heer dr. B. Lambooij van de ASG.

De heer dr. B. Lambooij heeft wel zijn medewerking verleend aan de totstandkoming van het rapport. Het rapport betreft een inventarisatie van de ontwikkelingen inzake het rituele slachten sinds de invoering van het Besluit Ritueel slachten.

Het rapport «Ritueel slachten en het welzijn van dieren» van de ASG betreft een uitgebreide literatuurstudie van wat thans bekend is rond het ritueel slachten als het gaat om dierenwelzijn. Tevens worden er aanbevelingen gedaan ter verbetering van het dierenwelzijn voor en tijdens het dodingsproces.

Alvorens ik mijn standpunt bepaal ten aanzien van de aanbevelingen in dit rapport, wil ik overleg voeren met de belanghebbende religieuze organisaties, de Dierenbescherming en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde.

Wel wil ik hierbij aantekenen dat vrijheid van godsdienst een grondwettelijk recht is en ik op grond hiervan het ritueel slachten niet zal verbieden. Dit neemt niet weg dat het aanscherpen van een aantal randvoorwaarden rondom het slachtproces ter verbetering van het dierenwelzijn tot de mogelijkheden behoort.

Ik informeer u voor 1 april 2009 over mijn standpunt.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven