27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 763 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 december 2020

Op 23 december jl. publiceerde dagblad Trouw een artikel over een geweldsincident dat in 2007 in Uruzgan heeft plaatsgevonden. Defensie heeft kennis genomen van het artikel, neemt dit uiterst serieus en beschouwt het verhaal van de betrokken veteraan als zeer ernstig. Het feit dat een Uruzgan-veteraan een dergelijke melding dertien jaar na dato doet, verdient zorgvuldige aandacht.

Naar aanleiding van het conceptartikel van Trouw, dat Defensie vooraf ter inzage kreeg, heeft Defensie de rapportages bezien die gelijkenissen vertonen met het incident dat in het artikel beschreven is. Ook is contact opgenomen met het Openbaar Ministerie. Op dit moment heeft Defensie nog geen geweldsincident uit het voorjaar van 2007 in Afghanistan een-op-een kunnen koppelen aan hetgeen betrokkene heeft verteld aan Trouw. Dezelfde zoekslag heeft wel een rapport opgeleverd van een geweldsincident dat gelijkenissen vertoont met het in het artikel beschreven incident; naast de gelijkenissen bevat dit rapport echter ook verschillen. Na overleg met het OM is daarom besloten om in contact te treden met betrokkene om zoveel mogelijk informatie over het gemelde voorval te krijgen. Dit gesprek vond heden plaats. Defensie zal het OM informeren over de uitkomsten.

Op 13 oktober jl. heeft uw Kamer ingestemd met de nieuwe procedure met betrekking tot het informeren van de Tweede Kamer bij een vermoeden van burgerslachtoffers ten gevolge van Nederlandse wapeninzet in het kader van artikel 100 van de Grondwet (Kamerstuk 27 925, nr. 723). Daarin is onder meer vastgelegd dat Defensie de Kamer informeert wanneer het ministerie besluit een onderzoek in te stellen naar een melding van een vermoeden van burgerslachtoffers. Zoals de procedure beschrijft wordt een dergelijk besluit voorafgegaan door een eerste analyse en beoordeling van de broninformatie. Dit is de fase waarin we ons nu bevinden. Op basis hiervan zal ik, na overleg met het OM, besluiten al dan niet een onderzoek in te stellen. Als ik besluit tot een onderzoek naar deze melding zal ik u conform de procedure daarover informeren. Gezien de melding echter publiek is gedaan, hecht ik eraan de Kamer in deze fase reeds te informeren over de ontwikkelingen, en de stappen die zijn en worden gezet.

Het Openbaar Ministerie heeft inmiddels laten weten een feitenonderzoek te starten naar een geweldsaanwending door Nederlandse militairen medio 2007 in Afghanistan. Zoals aangegeven in het persbericht van het OM, volgt het feitenonderzoek op de publicatie in Trouw over mogelijke burgerslachtoffers als gevolg van de geweldsaanwending en de contacten die er reeds zijn geweest tussen het Ministerie van Defensie en het OM over de aanstaande publicatie van dit artikel.

Ik hecht er aan te benadrukken dat veteranen die incidenten willen melden ten tijde van hun inzet in missies of operaties, terecht kunnen bij het Veteranenloket of bij de commandant van hun (toenmalige) eenheid.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Naar boven