Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 maart 2011
Met deze brief informeer ik uw Kamer, in aanvulling op mijn eerdere brief met kenmerk TK (2010–2011) 27 879, nr. 36 van 25 januari 2011, over de laatste stand van zaken omtrent het Bel-me-niet register. Op basis van het succes van het Bel-me-niet
register, dat heeft geleid tot een goede financiële situatie bij de beheerder van het register, heb ik besloten de tarieven
van de licenties voor gebruik van het Bel-me-niet register met 45% te verlagen. De verlaging laat ik met terugwerkende kracht
vanaf 1 januari 2011 ingaan.
Bovenop deze tariefsverlaging krijgen de Goede Doelen, op verzoek van de beheerder van het register, nog een additionele korting.
De hiertoe noodzakelijke wijziging van de Regeling tarieven Bel-me-niet register wordt op zeer korte termijn doorgevoerd.
Tariefsverlaging
Bij aanvang van het Bel-me-niet register is de hoogte van de tarieven bepaald aan de hand van de te verwachten kosten die
de beheerder maakt op grond van zijn wettelijke taak en op basis van het aantal geschatte gebruikers van het register. De
uitgangspunten van het register zijn dat de gebruiker betaalt, dat de continuïteit van het register op lange termijn geborgd
is en dat de tarieven kostendekkend zijn. Op grond van deze uitgangspunten is toentertijd een voorzichtige begroting opgesteld
en op basis daarvan zijn de tarieven vastgesteld. Nu meer ervaring is opgedaan met het daadwerkelijke gebruik, constateer
ik dat met name het gebruik van het register door adverteerders en call centers te laag is geraamd.
Dat heeft ertoe geleid dat de huidige beheerder van het Bel-me-niet register, Stichting Infofilter, een aanzienlijke egalisatiereserve
heeft opgebouwd. Naar aanleiding hiervan heeft Stichting Infofilter aan de Staat der Nederlanden toegezegd dat de opgebouwde
egalisatiereserve aan het einde van de looptijd van het eerste aanwijzingsbesluit in 2012 ter beschikking wordt gesteld aan
de beheerder voor de volgende periode. Op basis van deze toezegging en een nieuwe schatting van verwachte kosten en gebruik
heb ik besloten, conform het voorstel van de beheerder, de tarieven met 45% te verlagen met terugwerkende kracht tot 1 januari
van dit jaar.
Daarnaast zal ik op voorstel van Stichting Infofilter, waar de telemarketingbranche en de Goede Doelen in het bestuur zijn
vertegenwoordigd, een additionele korting voor Goede Doelen organisaties doorvoeren. In navolging van het onderzoek naar de
effecten van het Bel-me-niet register op de Goede Doelen, waarover ik uw Kamer in eerdergenoemde brief van 25 januari jongstleden
heb geïnformeerd, zijn mijn ambtenaren in nauw contact gebleven met de sector om te bezien hoe tegemoet kan worden gekomen
aan de bezwaren van deze organisaties. De Goede Doelen zijn vervolgens, in overleg met de beheerder van het register, met
een voorstel gekomen voor een additionele korting op de tarieven van circa 16% voor de Goede Doelen. Deze korting staat gelijk
aan een compensatie van de betaalde BTW over een licentie voor gebruik van het register. Goede Doelen organisaties kunnen
deze in het algemeen niet terugvorderen. Met het invoeren van deze korting geef ik gehoor aan een belangrijke wens van de
Goede Doelen om de kosten voor gebruik van het register te beperken. Daarbij komt het doel van het register, namelijk het
verminderen van consumentenirritatie over telemarketing, niet in het geding.
De verwachting is dat met het verlagen van de tarieven de drempel voor het gebruik van het register verder zal worden weggenomen.
Voor bedrijven en organisaties die telemarketingacties willen doen, is er zodoende minder aanleiding het register niet te
raadplegen. Daarnaast blijkt uit de doorrekening van de verlaagde tarieven dat met deze nieuwe tarieven een degelijke basis
wordt gelegd die op lange termijn de continuïteit van het register waarborgt.
Om de tariefsverlaging door te voeren zal de Regeling tarieven Bel-me-niet register worden gewijzigd. Deze wijziging zal op
korte termijn worden gepubliceerd en vervolgens zo snel mogelijk met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2011 in werking
treden.
De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M. J. M. Verhagen