Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 27830 nr. 127 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 27830 nr. 127 |
Vastgesteld 7 mei 2014
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Defensie over de brief van 11 maart 2014 over Levensduurverlenging zwaar bergingsvoertuig (Kamerstuk 27 830, nr. 125).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 22 mei 2013. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Ten Broeke
De adjunct-griffier van de commissie, Mittendorf
1
Welke factoren spelen een rol bij de besluitvorming over de levensduurverlenging voor fase 2 van het project? Is het doel dat uiteindelijk voor alle resterende 21 Leopard-2 bergingsvoertuigen (LEO 2 PRB) de levensduur verlengd zal worden?
Een aantal factoren speelt een rol, zoals de verdere ontwikkeling van het CLAS en de capaciteiten van de voorgenomen vervanging van de wielberging. In beginsel zullen alle Leopard-2 bergingsvoertuigen (LEO 2 PRBn) technisch worden opgewaardeerd. Uit doelmatigheidsoverwegingen zal de operationele opwaardering mogelijk beperkt blijven tot een kleiner aantal.
2
Hoe lang duurt het uitvoeren van de eerste fase en hoe lang duurt het uitvoeren van de tweede fase?
De eerste fase heeft een geplande duur van drie jaar. Deze duur wordt gevalideerd in de voorstudie/studiefase. De duur van de tweede fase is afhankelijk van de in vraag 1 genoemde factoren.
3
Zal er aan het begin van de voorstudiefase consultatie plaatsvinden met het bedrijfsleven en de Minister van Economische Zaken over of en hoe er mogelijkheden zijn om het Nederlandse bedrijfsleven bij het project te betrekken, gezien het feit dat de totale omvang van het project tussen de 25 en 50 miljoen euro ligt (en daarmee boven de benedengrens van 25 miljoen euro valt)?
Ja.
4
Kunt u aangeven welke andere landen beschikken over de LEO 2 PRB, inclusief de aantallen?
Voor zover bekend zijn bergingsvoertuigen gebaseerd op de LEO 2 in gebruik bij Duitsland, Griekenland, Singapore, Spanje, Zweden en Zwitserland. Ik kan geen uitspraken doen over de aantallen voertuigen van andere landen.
5
Kunt u aangeven welke andere EU-landen aanschaf van de LEO 2 PRB overwegen?
Ik kan geen uitspraken doen over mogelijke behoeften van andere landen in dezen.
6
Waarom was in 2012 besloten om de Leopard-1 berging zo snel mogelijk uit te faseren, waardoor u in dat kader alleen nog over LEO 2 PRB beschikt?
Een aantal LEO 2 PRBn is beschikbaar gekomen door de opheffing van de tankbataljons. Daarnaast was het, door de verkleining van de defensieorganisatie, mogelijk en wenselijk het aantal configuraties te verlagen. Er is voor gekozen de LEO 2 aan te houden omdat dit het enige beschikbare bergingsvoertuig is dat alle zware voertuigen kan bergen. In 2012 is het Leopard-1 bergingsvoertuig uitgefaseerd om daarmee de exploitatielasten te verlagen.
7
In hoeverre zijn de LEO 2 PRB in hun huidige vorm operationeel inzetbaar in internationale missies?
De LEO 2 PRB is in zijn huidige vorm beperkt operationeel inzetbaar omdat het bergingsvoertuig onvoldoende bescherming biedt tegen toegenomen dreigingen, zoals Improvised Explosive Devices en raketwerpers.
8
Is het gebruikelijk dat een eenheid drie voertuigen meeneemt naar een missie? Is dat ongeacht de duur van de missie en de grootte van de eenheid?
Het aantal bergingsvoertuigen dat wordt meegenomen is missieafhankelijk, waarbij het aantal subeenheden en het aantal locaties van belang is.
Planmatig worden er, binnen een eenheid van bataljonsgrootte, veelal twee gemechaniseerde en/of gemotoriseerde eenheden ingedeeld. Deze eenheden beschikken over een groot aantal zware voertuigen. Hierbij wordt tevens een bergingsvoertuig ingedeeld. Daarnaast wordt voor overige eenheden, die over een klein aantal zware voertuigen beschikken, in principe een derde bergingsvoertuig met een regionale taak ingezet.
9
Beschikken meerdere landen behalve Canada en Duitsland over LEO 2 PRB? Hoe is de ervaring met het realiseren van behoefte in het verleden?
10
Wanneer worden de ervaringen en de geleerde lessen van Canada en Duitsland meegenomen en uitgevoerd in de Nederlandse projectaanpak?
11
Hoeveel risico’s op product, tijd en geld wordt met het modificeren van bergingsvoertuigen beheersbaar geacht?
12
Heeft de ervaring van Canada en Duitsland met de modificatie van de LEO 2 PRB ook betrekking op de operationele opwaardering van de voertuigen, naast de genoemde technische levensduurverlenging?
15
Welk systeem wordt bedoeld wanneer u stelt dat «het uitgangspunt voor dit project is dat het systeem van de plank wordt aangeschaft»?
De ervaringen van Canada en Duitsland met de operationele opwaardering worden tijdens de voorstudie/studiefase verder onderzocht en waar nodig toegepast in het project. De technische opwaardering gebeurt op basis van eigen onderhouds- en verbruiksgegevens en op basis van gegevens uit het internationale gebruikersforum. Alle risico’s (product, tijd en geld) worden beheersbaar geacht door van de plank te kopen en door maximaal gebruik te maken van internationale ervaringen. De risico’s worden in de voorstudie/studiefase verder onderzocht en gevalideerd. Met het systeem wordt het zware bergingsvoertuig bedoeld. Er wordt gesproken van een systeem omdat het niet alleen het voertuig betreft, maar ook bijbehorende onderdelen, zoals beschermings- en verbindingsmiddelen en elektronica.
13
In hoeverre heeft u al afspraken gemaakt over internationale samenwerking en multinationale ondersteuning wanneer er behoefte is aan de inzet van opgewaardeerde zware bergingssteun die niet door Nederland zelf kan worden ingevuld?
Met deze vier opgewaardeerde voertuigen (fase 1) kan Defensie de meest voorkomende missies met eigen middelen ondersteunen. Multinationale ondersteuning is missieafhankelijk en afspraken over ondersteuning worden pas tijdens het force generation process gemaakt.
14
Welke consequenties worden er verwacht voor de bedrijfsvoering van de bestaande voertuigen?
De bedrijfsvoering van de bestaande voertuigen verandert niet. Naast een geringe toename van de exploitatie voor de gemodificeerde voertuigen worden verder geen bedrijfsvoeringconsequenties voorzien.
15
Welk systeem wordt bedoeld wanneer u stelt dat «het uitgangspunt voor dit project is dat het systeem van de plank wordt aangeschaft»?
Zie het antwoord op vraag 9 e.v.
16
Wat is uw toelichting bij de verwervingsstrategie voor de opwaardering van de bergingsvoertuigen? Wordt de opwaardering van de bergingsvoertuigen Europees dan wel internationaal aanbesteed of in Nederland uitgevoerd?
Het betreft een specifiek militair voertuig. De verwervingsstrategie wordt in de voorstudie/studiefase vastgesteld.
17
Welke mogelijkheden ziet u om de Nederlandse industrie te betrekken en welke verwacht u te realiseren?
Dit zal aan de orde komen in het consultatieoverleg met Economische Zaken en de industrie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27830-127.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.