nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van de Machtigingswet Koninklijke PTT Nederland N.V. in verband
met het opheffen van de uitzonderingen die voor Koninklijke KPN Nederland
N.V. gelden ten aanzien van de in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek opgenomen
regeling voor grote vennootschappen.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
6 februari 2001
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! Doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat met betrekking
tot Koninklijke KPN Nederland N.V. niet langer uitzonderingen gelden ten aanzien
van de in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek opgenomen regeling voor grote
vennootschappen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In artikel 4 van de Machtigingswet Koninklijke PTT Nederland N.V. komt
«Koninklijke PTT Nederland N.V. en» te vervallen.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
De Minister van Financiën,