nr. 69
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING
EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 november 2005
Bij het Algemeen Overleg van 25 januari 2005 zegde ik toe de Tweede
Kamer te informeren over de beleidsopties voor vereenvoudigingsvoorstellen
voor procedures rond biotechnologie1. Met deze
brief wil ik u informeren over vereenvoudigingsopties die geïdentificeerd
zijn voor het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke
stoffen (het Besluit ggo). Inmiddels is een interdepartementale werkgroep
een rapport aan het voorbereiden in het kader van het project Bruikbare Rechtsorde.
Dat rapport zal ingaan op de hoofdlijnen van vereenvoudigingsopties over de
hele breedte van de biotechnologie. Het rapport zal naar verwachting eind
2005 gereed zal zijn, waarna ik het u met de mening van het kabinet zal toesturen.
In bijgevoegde notitie «vereenvoudigingsopties Besluit genetisch
gemodificeerde organismen»2 zijn 11 opties
tot vereenvoudiging uiteengezet. Met de beoogde wijzigingen wordt gestreefd
naar een significante verlaging van de administratieve lasten voor onderzoekswereld
en bedrijfsleven, een gezonder wetgevingsklimaat in Nederland voor biotechnologie
en een toegankelijkere structuur van het Besluit genetisch gemodificeerde
organismen. Daarbij is uitdrukkelijk ervoor gewaakt dat het huidige, hoge
veiligheidsniveau tenminste gehandhaafd blijft. Deze zou bij het doorvoeren
van deze wijzigingen gelijk blijven of mogelijk zelfs toenemen door een vergroting
van de effectiviteit. Ook is er rekening mee gehouden dat het Besluit ggo
de implementatie bevat van twee Europese Richtlijnen voor biotechnologie3. Het Besluit zal na een wijziging nog altijd moeten voldoen
aan de verplichtingen die voortkomen uit die richtlijnen.
De vereenvoudigingsopties beschrijven onder anderen het schrappen van
regels die niet voortkomen uit een Europese verplichting en die ook geen ander
doel (meer) dienen. De overgebleven regels worden op een zo eenvoudig mogelijke
wijze hergeschikt, om de toegankelijkheid van het Besluit te maximaliseren.
Voor het ingeperkt gebruik van ggo’s is beschreven hoe over
kan worden gaan van het huidige vergunningensysteem op een systeem van meldingen
onder algemene regels.
Voor veldproeven met genetisch gemodificeerde organismen wordt wel vastgehouden
aan het vergunningensysteem, maar voorgesteld wordt om een verkorte procedure
in het leven te roepen voor die aanvragen waarbij veel gegevens uit vergelijkbare
experimenten beschikbaar zijn, die erop wijzen dat de risico’s aanvaardbaar
klein zijn. Ook zou hierbij een procedure kunnen worden geïntroduceerd
voor snelle afhandeling van kleine wijzigingen die het wezen van een vergunning
niet veranderen.
Tenslotte wordt in de voorliggende notitie aan instellingen die met genetisch
gemodificeerde organismen werken de mogelijkheid geboden om af te wijken van
de invulling van de regels zoals die is opgenomen in de ministeriele Regeling
genetisch gemodificeerde organismen, indien zij mij een alternatieve invulling
van die regels met gelijkwaardige waarborging van de veiligheid van mens en
milieu voorleggen.
In bijgevoegde notitie worden de vereenvoudigingsopties nader toegelicht.
Ik ga er vanuit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd,
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
P. L. B. A. van Geel
XNoot
1Kamerstukken II, vergaderjaar 2004/ 2005, 27 428, nr. 58H.
XNoot
2Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.
XNoot
3Richtlijn 1990/219/EEG zoals gewijzigd door Richtlijn 1998/81/EG inzake
het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen en Richtlijn
2001/18/EG inzake de doelbewuste introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde
organismen.