Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 april 2011
Hierbij ontvangt u de eindrapportage van de Pilots Taalbeleid Onderwijsachterstanden 2006–2010: «Succesvol Taalbeleid»1.
Doel en werkwijze van de taalpilots
Hoofddoelstelling van deze pilots was de taalachterstanden van leerlingen te verminderen. Voorwaarden voor deelname aan de
pilots waren het aan de slag gaan met het hanteren van goed taalbeleid, (leren) opbrengstgericht te werken en een nauwe koppeling
aan te brengen tussen de door de pilotscholen opgestelde verbeterplannen en het bovenschoolse beleid van het betreffende bestuur.
In 28 pilots hebben 353 deelnemende basisscholen die veel achterstandsleerlingen hebben, hieraan drie jaar gewerkt.
Het taalbeleid is op zowel bestuurs- als schoolniveau verder geoperationaliseerd en in de praktijk zijn de afspraken over
het verbeteren van de leerlingenresultaten gaandeweg uitgewerkt. Om de voortgang van de scholen te monitoren, zijn verschillende
gegevens verzameld: toetsgegevens over de leerlingresultaten, leerlinggegevens (zoals sociaal-economische situatie van de
leerling), schriftelijke vragenlijsten over taalbeleid en de operationalisering daarvan in de school.
Voor het opbrengstgericht werken zijn op de scholen onder andere concrete doelen geformuleerd op leerlingniveau en aanpakken
ontwikkeld voor het handelen van de leerkracht. Werkwijzen zijn ingevoerd om leerlingresultaten te bespreken en hier ook consequenties
uit te trekken voor de inrichting van het onderwijs. Deze elementen spelen ook een belangrijke rol in het waarderingskader
van de Inspectie van het Onderwijs bij de beoordeling of een school opbrengstgericht werkt.
Resultaten en succesfactoren
De Pilots Taalbeleid Onderwijsachterstanden hebben aangetoond dat opbrengstgericht werken essentieel is voor het maximaliseren
van leerlingenprestaties. Uit de resultaten van de taalpilots blijkt dat de gehanteerde aanpak succesvol is geweest: de taal-
en leesprestaties van de leerlingen zijn verbeterd.
De monitor van de toetsresultaten toont aan dat de scholen het met deze pilots beoogde doel hebben bereikt: bij de kleuters
scoren meer leerlingen op een voldoende taalniveau dan landelijk gemiddeld is en hetzelfde geldt voor het aanvankelijk en
voortgezet lezen in de overige groepen van het basisonderwijs.
Het meest succesvol voor de resultaten in de bovenbouw waren de taalpilots waarbij voor alle deelnemende scholen een bovenschools
meerjarig traject is ontwikkeld met van tevoren vastgelegde doelen, ondersteund door het schoolbestuur en met inzet van externe
begeleiding. Uit de monitor blijkt hierbij sprake te zijn van een opvallend grotere toename van het aantal voldoende presterende
leerlingen dan bij de andere taalpilots.
De belangrijkste succesfactoren voor het verbeteren van leerlingenresultaten zoals uit de taalpilots naar voren gekomen, zijn:
• Schoolteams kunnen doelen formuleren in termen van concrete en toetsbare leerlingenresultaten.
• Schoolteams hebben door het kunnen hanteren van toetsresultaten zowel op groepsniveau als op schoolniveau inzicht in hoe kinderen
zich op de verschillende domeinen door de jaren heen ontwikkelen.
• Hierdoor werken scholen hun taalbeleid scherper uit, gericht op: doelen stellen, onderwijsaanbod en doorgaande lijn, tijd
voor lezen, omgaan met risicolezers, leesmotivatie, effectief leerkrachtgedrag en professionaliseringsactiviteiten.
• De leraar gaat goed om met de verschillen tussen leerlingen en de ingeplande tijd voor taal en lezen in de groepen is afgestemd
op de gestelde doelen.
• Onderwijskundig leiderschap is op schoolniveau een doorslaggevende factor voor het versterken van het taalbeleid van de school.
• De taalcoördinator en intern begeleider zijn van groot belang voor de invulling van het taalbeleid van de school. Zij maken
leerlingenresultaten inzichtelijk en bespreekbaar op zowel groeps- als schoolniveau.
• Besturen zijn zich ervan bewust dat inzicht in leerlingenresultaten niet alleen een zaak van de school is maar ook van de
bestuurder.
Kortom: scholen werken opbrengstgericht.
Geconcludeerd kan worden dat het vooral deze factoren zijn waaraan de mooie resultaten van de Pilots Taalbeleid Onderwijsachterstanden
te danken zijn.
Breder benutten van de opbrengsten
De leerervaringen en succesfactoren van deze pilots mogen niet verloren gaan.
Ik ga ze benutten bij de uitwerking van mijn actieplan voor het primair onderwijs «Basis voor presteren», dat ik voor de zomer
aan uw Kamer toestuur.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart