Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 mei 2014
Middels deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken en
de Minister voor Wonen en Rijksdienst, over het besluit van het kabinet om een Nationaal
Commissaris Digitale Overheid in te stellen.
De (digitale) dienstverlening van de overheid in zijn geheel (medeoverheden, rijksoverheid,
uitvoeringsorganisaties, ZBO’s) aan burgers en bedrijven moet voldoen aan eisen op
het gebied van continuïteit, betrouwbaarheid, veiligheid, privacy, regeldrukvermindering,
voorkomen van fraude en draagt bij aan de economische ontwikkeling.
Het is daarom nodig om de overheidsbrede digitale basisinfrastructuur van Nederland
robuust en toekomstbestendig te maken, de sturing hierop te versterken met een passend
governance- en financieringsarrangement en om een stevige overheidsbrede agenda op
te stellen om het gebruik van de digitale dienstverlening aantrekkelijker te maken
en verder te laten toenemen.
Deze noodzaak wordt overheidsbreed gedeeld en is onderstreept in het advies «Geen
goede overheidsdienstverlening zonder een uitstekende Generieke Digitale Infrastructuur»1 dat ik u bij deze brief aanbied. In dit advies wordt onder andere voorgesteld een
stevige overheidsbrede regisseur te benoemen. Dit advies is door het kabinet overgenomen.
Het kabinet onderkent het belang van medeoverheden en uitvoeringsorganisaties voor
de digitale overheid (en de generieke digitale infrastructuur) en heeft onderhavig
advies en besluit nadrukkelijk in overleg met hen voorbereid.
De generieke digitale infrastructuur
Net als voor de fysieke infrastructuur heeft de overheid de verantwoordelijkheid voor
een beschikbare en veilige digitale infrastructuur (GDI) van de overheid waarvan burgers
en bedrijven gebruik maken en die randvoorwaardelijk is voor het functioneren van
de overheid zelf. Het is nodig om verder door te ontwikkelen naar een veilige en betrouwbare
infrastructuur; dit vergt een samenhangende en meerjarige aanpak. In de GDI moeten
basisregistraties, digitaal berichtenverkeer, identificatie en authenticatie een plaats
krijgen.
Jaarlijks zal uw Kamer geïnformeerd worden over de ontwikkeling van de GDI en de resultaten
die de NCDO hierop behaalt.
De Nationaal Commissaris Digitale Overheid
Nederland steunt al in hoge mate op digitale voorzieningen, zo ook de overheid. De
Nationaal Commissaris Digitale Overheid (NCDO) krijgt de opdracht beleidsontwikkeling
en vernieuwing aan te jagen, daarmee de tot standkoming van (voorzieningen voor) de
Digitale Overheid te bevorderen, het beheer van essentiële voorzieningen te borgen
en het gebruik van die voorzieningen te stimuleren. De NCDO stuurt op het realiseren
en op een effectief gebruik (baten) van de generieke digitale infrastructuur (GDI).
De Nationaal Commissaris stelt de GDI samen uit bestaande en in ontwikkeling zijnde
voorzieningen, standaarden, basisregistraties en producten die essentieel zijn voor
zowel het functioneren van de overheid als voor haar (digitale) dienstverlening aan
burgers en bedrijven.
Deze infrastructuur is dermate belangrijk voor onze samenleving dat deze centrale
en stevigere interbestuurlijke regie behoeft en een bijbehorend governance- en financieringsarrangement
tussen medeoverheden, uitvoeringsorganisaties en het rijk. De commissaris organiseert
en regisseert de interbestuurlijke besluitvorming en versterkt de governance ten aanzien
de GDI en de financiering hiervan, met als doel een solide en toekomstbestendig digitale
overheid2.
Het kabinet heeft daarom besloten drs. H.B. Eenhoorn – na eerder langjarig burgemeester
te zijn geweest, en in het bedrijfsleven en de advieswereld van o.a. digitaliseringvraagstukken
functies te hebben vervuld, thans waarnemend burgemeester van Vlaardingen – voor een
periode van vier jaar te benoemen tot NCDO met ingang van 1 augustus aanstaande.3
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk