26 643
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

26 387
Actieprogramma Elektronische Overheid

nr. 16
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 november 2000

In het overleg van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) op 9 november 2000 (26 642/26 387, nr. 15) is het onderwerp «internet domeinnamen voor overheidsorganisaties» aan de orde geweest. Minister van Boxtel (Grote Steden- en Integratiebeleid) heeft in dat kader aangegeven dat de nog openstaande vragen ten aanzien van het algemene beleid voor domeinnamen door mij beantwoord zullen worden.

In de voorliggende brief wil ik u antwoord geven op deze vragen.

1. Hoe beoordeelt u het nieuwe reglement voor registratie van internet domeinnamen? Wilt u daarbij ingaan op de volgende aspecten:

a) Registratie van domeinnamen, voor particulieren, op het derde niveau onder het .nl domein.

b) Het verlaten van de mogelijkheid om ex ante bepaalde categorieën van namen bij aanvraag niet toe te kennen (aan bepaalde partijen), te weten:

– gemeente- en provincienamen;

– namen die in strijd zijn met de openbare orde en goede zeden;

– namen die misleidend1 zijn.

ad a) Mijn opstelling is er tot op heden op gericht geweest om ook particulieren de mogelijkheid te bieden om hun domeinnaam te laten registreren bij de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (verder: SIDN).

Tot zeer recent hadden alleen bedrijven en instellingen de mogelijkheid om een domeinnaam onder het .nl domein te laten registreren. Mede op mijn verzoek is het bestuur van de SIDN gaan nadenken over de wenselijkheid van registratie van domeinnamen door particulieren. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat het bestuur van de SIDN heeft besloten dat per 15 november 2000 ook particulieren een domeinnaam kunnen laten registreren en wel op het derde niveau. Dat wil zeggen dat particulieren een domeinnaam kunnen laten registreren onder een label van 3 cijfers onder het .nl-domein. Concreet kan een particulier dan de volgende typen domeinnamen aanvragen: naamvanparticulier.xyz.nl, waarbij xyz numeriek wordt ingevuld. Voorbeelden zijn «jansen.555.nl» en«jansen.777.nl». Voor een uitvoerige uiteenzetting van het besluitvormingstraject dat het bestuur van de SIDN doorlopen heeft verwijs ik naar het antwoord op de vragen van de kamerleden Cherribi en wijlen Brood (beide VVD) van 4 april 2000.

Voor wat betreft het besluit van het bestuur van de SIDN om voor particulieren de uitgifte te doen laten plaatsvinden op het derde niveau en niet op het tweede niveau wil ik u het volgende meedelen. Allereerst wijs ik er op dat het beleid voor de uitgifte van domeinnamen niet door ondergetekende wordt gemaakt, maar plaatsvindt door middel van zelfregulering. Aan de hand van het toetsingskader van de kabinetsnota Wetgeving voor de elektronische snelweg1 zal erop worden toegezien dat het stelsel van zelfregulering voor het toewijzen van adressen en domeinnamen voldoet aan de uitgangspunten van deze nota. Gezien de huidige positie die de overheid heeft ten aanzien van het beheer van domeinnamen is enige terughoudendheid gewenst in een oordeel over de door het bestuur van de SIDN gemaakte keuze. Uit de eerder genoemde antwoorden op de vragen van de leden Cherribi en wijlen Brood en de toelichting die de SIDN zelf op haar website2 geeft blijkt dat er sprake is geweest van een afweging van factoren die van invloed zijn op de vraag of registratie door particulieren op het tweede dan wel derde niveau moet plaatsvinden. In mijn ogen heeft het bestuur van de SIDN hierin een keuze gemaakt die te verdedigen is. Alleen dit alternatief voorziet in de mogelijkheid om particulieren in alle gevallen hun eigen naam als domeinnaam te laten registreren.

Mocht onverhoopt in de praktijk blijken dat nu juist het aspect van registratie op het derde niveau belemmerend is voor registratie door particulieren, zal ik het bestuur van de SIDN verzoeken om (opnieuw) na te gaan of ook het tweede niveau van het .nl domein opengesteld kan worden voor particulieren, waardoor er een maximale keuzevrijheid ontstaat.

ad b) Voorafgaande aan het besluit van het bestuur van de SIDN betreffende een vergaande liberalisering van het reglement voor registratie van internet domeinnamen heb ik het bestuur van de SIDN op ambtelijk niveau het departementaal standpunt doen toekomen. In deze brief (van 1 september 2000, kenmerk DGTP/IV/00/226) is, vooruitlopend op de toetsing van de werkwijze van de SIDN in het kader van de nota Wetgeving voor de elektronische snelweg, ingegaan op de bescherming van gemeente- en provincienamen en namen die misleidend zijn.

Deze brief is op ambtelijk niveau afgestemd met de andere betrokken departementen en gaat in op de tussentijdse bevindingen in het toetsingstraject en legt dan ook geen beperkingen op aan het eindrapport. Centraal in deze brief staat het verzoek aan het bestuur van de SIDN om additionele middelen die nu beschikbaar zijn (of zullen komen) in te zetten om eventuele neveneffecten aan te pakken. Onderstaand zal ik kort op de bovenvermelde twee punten ingaan.

Allereerst merk ik op dat er momenteel een internationale ontwikkeling gaande is om steeds meer gebruik te maken van alternatieve geschillenbeslechtingsprocedures om disputen inzake domeinnamen op te lossen. Zo heeft ICANN3 de registrars van een aantal generieke top level domeinen (waaronder .com) verplicht om de door de WIPO4 ontwikkelde Dispute Resolution Procedure (DRP) te implementeren. De DRP kan een laagdrempelige vorm van geschilbeslechting mogelijk maken. Door een aantal landen en de Europese Commissie is aan de WIPO gevraagd om, ter ondersteuning van de Registries van de landencodes, te werken aan een DRP die toegesneden is op de landencodes (bijvoorbeeld .nl). Het bestuur van de SIDN is door mij gevraagd om, indien zij zouden besluiten de bovengenoemde twee toetsingsgronden te laten vervallen, deze liberalisering te compenseren met een op de Nederlandse omstandigheden toegesneden DRP, welke opgenomen zou kunnen worden in een reglement van de SIDN. Tevens werd concreet voorgesteld om voor de namen van (deel)gemeenten, provincies en waterschappen die momenteel nog openstaan voor registratie, of die in het verleden aan anderen dan de betreffende overheidsorganisatie zijn toegekend, een overgangsregeling op te stellen. Deze overgangsregeling zou moeten inhouden dat bijvoorbeeld gemeentenamen die in het verleden aan derden zijn toegekend, en op enigerlei wijze weer terug in de voorraad van uit te geven namen vallen, in eerste instantie beschikbaar komen voor de gemeente met de betreffende naam.

Het bestuur van de SIDN acht, in reactie op bovenvermelde brief, het gewenst dat er een vorm van een Dispute Resolution Procedure wordt ontwikkeld en ingevoerd in Nederland, specifiek voor het .nl domein en toegespitst op de Nederlandse omstandigheden. Tevens heeft het bestuur van de SIDN ten aanzien van de gemeentenamen aangegeven dat zij het ongewenst acht om het reglement als middel te gebruiken om op termijn de namen die in het verleden aan derden zijn toegekend toch uiteindelijk bij de betreffende gemeenten terecht te laten komen. Het bestuur van de SIDN verwacht dat zo'n overgangsmaatregel nog zeer lang gehandhaafd zou moeten worden hetgeen de transparantie van het reglement niet ten goede komt. Het bestuur van de SIDN wil graag met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat overleggen op welke wijze dit doel het best kan worden bereikt en welke pragmatische methoden daarvoor zouden kunnen worden aangewend.

In de eerder genoemde brief van 1 september 2000 is niet ingegaan op het voornemen van het bestuur van de SIDN om de ex ante toets (in het reglement) ten aanzien van namen die in strijd zijn met de openbare orde en goede zeden te laten vervallen. Het bestuur van de SIDN stelt een commissie in die klachten op dit vlak zal behandelen. Indien deze commissie van oordeel is dat de bewuste naam in strijd is met de openbare orde en goede zeden zal het bestuur van de SIDN overgaan tot intrekking van deze naam.

2. De SIDN is een private organisatie met activiteiten die raken aan maatschappelijke belangen. Tevens is er de indruk dat de SIDN een aanzienlijke omzet heeft. Houdt de overheid hier toezicht op?

– Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat werkt momenteel aan de toetsing van de werkwijze van de SIDN. Het toetsingskader van de eerder genoemde kabinetsnota Wetgeving voor de electronische snelweg vermeldt onder andere dat eventuele zelfregulering aan de volgende voorwaarden dient te voldoen: a) de doelgroepen die in het geding zijn, zijn voldoende georganiseerd, b) er vindt een gelijkwaardige behartiging plaats van de relevante maatschappelijke belangen en c) er vindt voldoende binding plaats van alle partijen. De rapportage zal dan ook expliciet op dit punt ingaan.

– Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat voert momenteel geen toezichthoudende taak uit aangaande de financiën van de SIDN. De SIDN heeft financiële procedures en deze zijn onder andere te vinden op de website van de SIDN (www.domain-registry.nl). Jaarrekeningen worden gecontroleerd door PriceWaterhouseCoopers. De omzet van de SIDN bedroeg in 1999 f 7 775 000,–. In artikel 2 van de statuten van de SIDN wordt het doel van deze Stichting omschreven en tevens vermeld dat de tarieven kostendekkend dienen te zijn. De tarieven zijn in het verleden stelselmatig naar beneden bijgesteld om onnodige fondsvorming te voorkomen.

3. Kunt u inzicht geven in de rol die de overheid heeft, of zou willen hebben, ten aanzien van het beheer van domeinnamen? Kan er helderheid gegeven worden welke kant het opgaat in de door u uitgevoerde toetsing van de werkwijze van de SIDN? Bent u van plan overheidsregulering in te voeren voor de landencode .nl?

Mijn huidige beleid is, in overeenstemming met de kabinetsnota Wetgeving voor de electronische snelweg, om zoveel mogelijk het stelsel van domeinnamen onder zelfregulering te laten vallen. Dit ligt ook het meest in lijn met de internationale situatie; als we specifiek naar Europa kijken blijkt alleen in Finland sprake te zijn van volledige overheidsregulering van domeinnamen.

Het valt daarbij niet uit te sluiten dat ter waarborging van de criteria voor zelfregulering de overheid enige regels stelt waarbinnen de zelfregulering moet plaatsvinden. Dit zou ook in lijn zijn met de op 3 oktober 2000 door de Telecommunicatieraad aangenomen resolutie1, waarin de lidstaten worden opgeroepen om de ICANN-GAC2 principes te implementeren. Deze principes beschrijven de driehoeksrelatie ICANN, overheden en nationale registries en de wijze waarop deze vormgegeven kan worden. Een essentieel aspect hierin is dat de overheden van mening zijn dat de nationale registry (voor Nederland is dat de SIDN) functioneert met goedkeuring van de overheid.

Het toetsingsrapport zal op korte termijn voor commentaar voorgelegd worden aan de in dit proces betrokken departementen. Vervolgens zal het eindrapport als kabinetsnota aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Ik verwacht het rapport begin volgend jaar aan u voor te kunnen leggen.

4. Wilt u ervoor zorgen dat een eventuele liberalisatie in het beheer van domeinnamen pas plaatsvindt na afloop van de nu lopende toetsing van de werkwijze van de SIDN? Het terugdraaien van dergelijke beslissingen stuit in de praktijk vaak op problemen.

Ik zie geen reden om het bestuur van de SIDN te verzoeken de liberalisering van de uitgifte van domeinnamen uit te stellen. Zoals ik onder vraag 1 reeds heb aangegeven heeft de overheid al in een eerder stadium het bestuur van de SIDN gevraagd om in het liberalisatieproces additionele maatregelen te treffen om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen.

5. Hoe is het beheer van domeinnamen in de andere landen geregeld?

Voor wat betreft het beheer van domeinnamen in de andere lidstaten van de EU heb ik u onder vraag 3 al aangegeven dat zelfregulering het mechanisme is dat in vrijwel alle lidstaten wordt gehanteerd.

Ten aanzien van de landencodes was Nederland (.nl) het eerste top level domein dat werd gedelegeerd aan een niet-US organisatie (het Centrum voor Wiskunde en Informatica in Amsterdam). Dit vond plaats in 1986. In de eerste jaren hebben veel landen, zowel binnen als buiten Europa hun registratiemethodiek in meer of mindere mate overgenomen van het model dat het CWI had ontwikkeld. In latere jaren zijn de registratie-policies onder invloed van lokale omstandigheden steeds verder uit elkaar gegroeid. Op initiatief van de SIDN en onder haar initieel voorzitterschap is in 1998 de Council of European National Top-level-domain Registries (CENTR) opgericht waarvan inmiddels vrijwel alle Europese landen lid zijn (zowel binnen als buiten de EU). CENTR beoogt onder andere om de registratie-policies in de Europese landen te harmoniseren. Op de website van CENTR (www.centr.org) zijn links te vinden naar de andere Europese registries voor landencodes.

Registries hebben de keuze tussen een zeer «open» policy waarbij er geen controles vooraf zijn en iedereen in de wereld kan registreren (zoals Duitsland en UK), of zeer gesloten waarbij alleen inwoners van het eigen land kunnen registreren en er vooraf toetsing aan nadere regels plaatsvindt (zoals Frankrijk), dan wel variaties daar tussenin. In Frankrijk is als gevolg van het restrictieve karakter het aantal Franse bedrijven en instellingen dat onder .fr registreert ver in de minderheid ten opzichte van het aantal Franse bedrijven en instellingen dat onder de generieke top level domeinen, zoals .com, .net en .org, registreert.

In omvang is .nl de derde registry voor landencodes in de wereld (na .de en .uk; zie voor details www.domainstats.com). De Nederlandse registry is gesloten in die zin dat alleen in Nederland gevestigde bedrijven en instellingen mogen registreren (anders dan in veel andere Europese landen die op dat punt open zijn). Ten slotte wil ik opmerken dat België per 11 december 2000 overgaat tot volledige liberalisering (zie http://www.dns.be/n/news/index.html).

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. M. de Vries


XNoot
1

Het oude reglement voor registratie spreekt van het recht de registratie van een domeinnaam te weigeren indien deze een algemene aanduiding bevat of inhoudt die, gelet op de hoedanigheid van de aanvrager, misleidend is.

XNoot
1

Kamerstukken II 1997/98, 25 880, nr. 2.

XNoot
2

http://www.domain-registry.nl/

XNoot
3

ICANN: Internet Corporation for Assigned Names and Numbers.

XNoot
4

WIPO: World Intellectual Property Organisation.

XNoot
1

Resolutie van de Raad van 3 oktober 2000 betreffende de organisatie en het beheer van internet (2000/C 293/02).

XNoot
2

GAC: Governmental Advisory Committee; het overheidscomité voor ICANN.

Naar boven