26 643
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

nr. 139
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2009

Hierbij bied ik u, mede namens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in bijlage de Eerste voortgangsrapportage aan van het actieplan Nederland Open in Verbinding (NOiV) (Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 26 643, nr. 98).

Het actieplan NOiV laat zien hoe het Kabinet invulling geeft aan het bevorderen van interoperabiliteit tussen bedrijven, overheden en burgers, het vergroten van de onafhankelijkheid van leveranciers bij de aanschaf en het gebruik van ICT en het bevorderen van een gelijk speelveld op de softwaremarkt.

Ik geef in de rapportage aan wat er sinds de bespreking van het actieplan met uw Kamer is gebeurd om de doelstellingen van NOiV te verwezenlijken, in hoeverre de uitvoering op schema ligt en op welke punten ik in 2009 versterkt zal inzetten. In de rapportage schenk ik daarbij tevens aandacht aan de eind november 2008 uitgebrachte Monitor NOiV, welke inzicht biedt in de effecten van het actieplan het afgelopen jaar en voor mij een aanknopingspunt is voor het zwaartepunt in de uitvoering het komende jaar.

Het jaar 2008 is voor het actieplan vooral het jaar geweest waarin de voorwaarden en instrumenten voor een succesvolle uitvoering zijn opgesteld en ingericht. Er zijn goede resultaten geboekt maar er is, zoals de monitor ook aantoont, nog veel werk te doen. Het jaar 2009 zal een belangrijk jaar worden voor de uitvoering zelf. Die uitvoering wil ik een impuls geven met de volgende maatregelen, waarvoor ik in 2009 € 2,3 miljoen extra zal uittrekken.

• Overheidsprogramma’s en projecten (o.m. in het kader van het Nationaal uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid, de bestuursakkoorden tussen rijk en decentrale overheden en het Programma Vernieuwing Rijksdienst) zullen dit jaar beslag gaan leggen op NOiV. Om adequaat op de toenemende vraag te kunnen inspelen wordt de advies-, ondersteuningsen monitoringfunctie van het Programmabureau versterkt.

• Maatschappelijke sectoren onderwijs en zorg krijgen dit jaar prioriteit. Met betrokken partijen uit deze sectoren ga ik afspraken maken over te nemen (stimulerings)maatregelen, concrete stappenplannen en dit jaar te behalen doelen.

• Ik zal het belang van NOiV bij aanbestedingen van ICT-producten en ICT-diensten steviger bij overheidsorganisaties onder de aandacht brengen door:

– alle kabinetsleden nogmaals te wijzen op de gepubliceerde werkinstructie voor het pas toe of leg uit principe en de verantwoordelijkheid van iedere bewindspersoon voor de uitvoering en naleving van de NOiV-afspraken;

– in overleg met de Chief Procurement Officer, de nieuwe directeur Informatiseringbeleid Rijk en het Programmabureau NOiV te bepalen welke maatregelen kunnen zorgen voor een professionaliseringsslag bij aanbestedingen van ICT producten en diensten;

– het meldpunt gesloten standaarden en de service brigade open standaarden zo in te richten dat niet naleving van NOiV-afspraken bij inkoop van ICT wordt gesignaleerd en zo mogelijk wordt gerepareerd met behulp van een netwerk van experts (uit bijvoorbeeld overheidsorganisaties, open communities, gebruikersgroepen, leveranciers).

– het Programmabureau NOiV intensief advies en ondersteuning te laten leveren en met gerichte steekproeven te laten bekijken of aanbestedingen in lijn zijn met NOiV.

• Ik zal de rol en betrokkenheid van de open standaarden en open source software community bij de uitvoering van het actieplan en de samenwerking met het Programmabureau NOiV vergroten. Daartoe worden momenteel voorstellen uitgewerkt door de community en het programmabureau, waarover ik eind april met hen in gesprek ga. Daarmee zal naar verwachting veel energie loskomen ten behoeve van NOiV.

Voor de uitgebreide rapportage verwijs ik naar de bijlage. In paragraaf 5.2 ga ik nader in op het Europese ISA-programma, zoals toegezegd in het AO VTE-Raad van 19 maart jongstleden.

De staatssecretaris van Economische Zaken

F. Heemskerk

Eerste voortgangsrapportage actieplan Nederland Open in Verbinding (januari 2009)

1. Inleiding

Het Actieplan Nederland Open in Verbinding geeft aan hoe het kabinet invulling geeft aan het bevorderen van interoperabiliteit tussen bedrijven, overheden en burgers, het vergroten van de onafhankelijkheid van leveranciers bij het gebruik van ICT en het bevorderen van een gelijk speelveld op de softwaremarkt. Om deze doelen te realiseren is het gebruik van open standaarden als norm gesteld. Daarnaast dient open source software bij aanbestedingen en inkooptrajecten van software daadwerkelijk dezelfde kansen te krijgen als andere software en bij gelijke geschiktheid ook de voorkeur te krijgen ter bevordering van de markt voor open source software in Nederland.

In december is 2007 is het actieplan besproken met de Tweede Kamer. Daarbij is onder meer afgesproken dat elk jaar over de voortgang van het actieplan gerapporteerd zal worden aan de Tweede Kamer. Enerzijds door middel van de e-Overheidsrapportage van BZK, anderzijds middels een jaarlijkse monitor. De monitor biedt op basis van praktijkmetingen inzicht in de effecten van het actieplan en is een aanknopingspunt om te bepalen waar het zwaartepunt in de uitvoering moet liggen (i.c. de daaraan te verbinden conclusies).

Deze rapportage geeft ook aan wat er sinds de goedkeuring van het actieplan is gebeurd om de doelstellingen van NOiV te verwezenlijken, in hoeverre de uitvoering op schema ligt en op welke punten in 2009 versterkt zal worden ingezet. De voortgang per actielijn staat in een bijlage.

2. Activiteiten en instrumenten ter uitvoering van het actieplan.

Het jaar 2008 is voor de uitvoering van het actieplan vooral het jaar geweest waarin de voorwaarden en instrumenten voor een succesvolle uitvoering zijn opgesteld en ingericht.

In juni 2008 is het programmabureau Nederland Open in Verbinding voortvarend van start gegaan. Het programmabureau NOiV biedt concrete ondersteuning bij de uitvoering van de actielijnen in de vorm van voorlichting, kennisuitwisseling en instrumenten waarmee overheidsorganisaties zelf open standaarden en open source software kunnen toepassen. Het programmabureau is ondergebracht bij de Stichting ICTU. De focus van de ondersteuning door het programmabureau in 2008 lag, conform de planning van acties, op de rijksoverheid.

Het Forum Standaardisatie heeft sinds maart 2008, in nauwe samenwerking met gebruikers en andere belanghebbenden een lijst met open standaarden opgesteld ten behoeve van «comply-or-explain»-principe. Er is een transparante en zorgvuldige procedure ingericht om standaarden aan te melden voor opname op de lijst. De lijst bevat een groeiend aantal standaarden waarvan is vastgesteld dat het gebruik ervan grote impact heeft op het vergroten van interoperabiliteit en leveranciersonafhankelijkheid. Daarnaast werkt het Forum aan een lijst met zogenaamde gangbare technische open standaarden die vaak al jaren bestaan en door overheden al op ruime schaal worden toegepast. Bijvoorbeeld voor berichtenverkeer, voor tekstdocumenten en spreadsheets, voor websites en voor e-mail.

Het principe «compy or explain» is als beleidsregel voor de rijksoverheid uitgewerkt in een «Instructie rijksdienst bij aanschaf ICT-diensten of ICT-producten». Deze instructie is, na succesvolle notificatie bij de Europese Commissie, in november 2008 in de Staatscourant gepubliceerd. Overigens is door rijksoverheidsorganisaties in 2008 al wel volgens de geest van deze instructie gewerkt.

Per 1 september 2008 heb ik de heer Erik Gerritsen benoemd als ambassadeur voor open standaarden en open source software. Doel van het ambassadeurschap is om het actieplan beter onder de aandacht te brengen bij beslissers, bijvoorbeeld bij gemeenten, bij het onderwijs en bij de zorg. Bij de uitvoering van deze taak zal hij ook op zoek gaan naar voorlopers en voorbeeldprojecten, bedoeld om anderen te overtuigen en enthousiast te maken voor het toepassen van open standaarden en het afwegen en gebruiken van open source software.

Zoals afgesproken met de Tweede Kamer zijn er ook afspraken gemaakt met de medeoverheden over de implementatie van het actieplan. Deze afspraken zijn inmiddels geborgd in de bestuursakkoorden van het rijk met gemeenten en provincies en het Nationaal uitvoeringsprogramma dienstverlening e-overheid (NUP).

Op internationaal terrein is gericht actie ondernomen binnen de Brusselse overlegstructuren voor het verwerven van steun voor het Nederlandse beleid op het gebied van open standaarden en open source software. Met het oog daarop zijn contacten gelegd met beleidsmakers en de open source software community in landen die voorop lopen op dit terrein zoals de Scandinavische landen en met de huidige en toekomstige Voorzitters van de EU.

Het onderzoek van het CPB naar de economische effecten van open source software is op 3 maart 2009 verschenen. De conclusies van het CPB onderschrijven het met het actieplan NOiV ingezette beleid ten aanzien van open source software. (http://www.cpb.nl/nl/pub/cpbreeksen/document/181/).

In 2008 zijn de uitgangspunten vastgesteld en voorbereidingen getroffen voor het inrichten van het meldpunt gesloten standaarden en de Servicebrigade Open Standaarden. Voor deze laatste wordt aangesloten bij de activiteiten van de EGEM/I-teams die doelgroeporganisaties van het actieplan bereiken, ook in het kader van het NUP. Voor de rijksoverheid wordt service over open standaarden geborgd door aan te sluiten bij de departementale implementatiestrategie. Het meldpunt wordt vormgegeven in overleg met de open communities, gebruikersgroepen en leveranciers. De ervaringen van het programmabureau tot nu toe leren dat het meldpunt niet alleen meldingen of tips krijgt over eisen of toepassen van gesloten standaarden maar ook andere vragen of klachten over implementatie van NOiV bij ICT-aanbestedingstrajecten. Het meldpunt wordt daarom zo ingericht dat op deze meldingen kan worden gereageerd met behulp van een netwerk van experts (uit bijvoorbeeld overheidsorganisaties, open communities, gebruikersgroepen, leveranciers). Daardoor ontstaat de garantie dat het meldpunt bijdraagt aan een betere uitvoering van NOiV.

3. Resultaten

Het actieplan loopt relatief kort, toch zijn er wel resultaten en «best practices» te melden. Hieronder volgt een korte opsomming.

3.1 Websites van overheidsorganisaties1

Het Octrooicentrum Nederland (OCNL) heeft, op basis van een haalbaarheidsstudie, als eerste overheidsorganisatie na de lancering van het actieplan zijn website geheel opgebouwd met behulp van open source software. De ervaringen en kennis van OCNL hieromtrent zijn beschikbaar gesteld voor (her)gebruik door andere overheden. Zo heeft OCNL onlangs alle ontwikkelde software aangeboden aan het project Eén Logo voor de rijksoverheid.

In oktober van dit jaar gaat de nieuwe website www.rijksoverheid.nl online. Deze vervangt de corporate websites van de 13 ministeries, het projectministerie Jeugd en Gezin en de sites van Postbus 51 en Regering.nl en wordt gemaakt met open source software.

De website van het programma modernisering GBA is gemaakt met TYPO3, een open source Content Management Systeem. Rond TYPO3 is in 2008 vanuit 15 gemeenten het initiatief genomen om een community op te richten toegankelijk voor gebruikers uit de verschillende overheden (TYPO3gem). De modernisering van de GBA wordt uitgevoerd onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie en de gemeenten.

3.2 Introductie Open Document Format (ODF)

Aan alle gemeenten, provincies en waterschappen is door het Programmabureau een USB-stick uitgereikt met open source software die het mogelijk maakt om ODF op een voortvarende wijze conform het actieplan te kunnen ondersteunen.

Met de OpenDoc Society (www.nl.opendocsociety.org), die zich als vereniging in Nederland actief inzet om mensen en kennis rondom ODF bij elkaar te brengen, heeft de samenwerking geleid tot enkele succesvolle evenementen.

3.3 Open source software

Met vijf departementen, te weten Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Verkeer en Waterstaat, Algemene Zaken, Financiën en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben strategiedagen plaatsgevonden, als aanzet voor het formuleren van concrete implementatiestrategieën voor open source software conform actielijn 7 van het actieplan.

3.4 Digitale Werkomgeving Rijk (DWR)

Het programma DWR ontwikkelt een uniforme digitale werkomgeving voor alle rijksambtenaren. Deze nieuwe werkplek zal volledig gebaseerd zijn op open standaarden en zo veel mogelijk ook op open source software. Naar verwachting zal de versie daarvan in 2011 opgeleverd worden. Het programmabureau NOiV werkt nauw samen met DWR om de toepassing van open standaarden en open source software in de nieuwe werkplek te concretiseren.

3.5 Andere «best practices»

Najaar 2008 troffen vertegenwoordigers van overheid, wetenschap, bedrijfsleven, gebruikersgroepen en media, welke reeds succes hebben met implementeren van open standaarden en/of open source software, elkaar om meningen en expertise te wisselen. Doel is deze te bundelen tot ook voor bestuurders toegankelijke succesverhalen over deze onderwerpen.

Enkele voorbeelden van succesvolle toepassingen

Open.Amsterdam

Begin oktober 2008 heeft het College van B&W van de gemeente Amsterdam besloten dat een werkplek op basis van open standaarden en open source software het gewenste eindbeeld is. Het College vindt het nog te vroeg voor een gemeentebrede uitrol, maar is wel van mening dat de «open werkplek» zich inmiddels voldoende heeft bewezen, zoals bij stadsdeel Zeeburg en de Dienst Wonen. Daar werkt een groot aantal ambtenaren, in het kader van het project Open.Amsterdam, sinds ongeveer een jaar met de open werkplek, over het algemeen tot volle tevredenheid.

Electronische berichtenuitwisseling in de strafrechtsketen (eBV)

De eBV methode om ketenprocessen te analyseren en berichten te specificeren volgens een vast stappenplan en ondersteund door open standaarden staat inmiddels in de belangstelling van diverse eOverheidsinitiatieven. Kennisuitwisseling hierover met andere overheidsdomeinen (o.a. Sociale Zekerheid, Gezondheidszorg, XBRL-NTP) is op diverse niveaus (methode en vocabulairevergelijkingen) uitgevoerd. Ook is er onderzoek gedaan naar internationale gegevensuitwisselingen van justitiële en politiële informatie en het mogelijk gebruik van semantische standaarden. Gebruik van open standaarden vergroot interoperabiliteit tussen de verschillende organisaties in deze (inter-)nationale keten.

Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI)

BKWI ondersteunt partijen in de sociale zekerheid bij uitvoering van werkzaamheden. Door middel van een open source Business Intelligence (BI) oplossing wordt bespaard op de vaak hoge licentiekosten en is men niet meer afhankelijk van de kennis van een enkele medewerker voor het beheer van scripts. Dat is het resultaat van een ingrijpende softwaremigratie die het afgelopen jaar door het BKWI is doorgevoerd, in samenwerking met het bedrijfsleven.

www.socialekaarten.nl

SocialeKaarten.nl geeft het complete aanbod van zorg, welzijn en wonen voor de burger op één digitale plek. Hierbij wordt gebruik gemaakt van SoCard. Deze standaard is landelijk dekkend. Naast adresgegevens van organisaties worden in SoCard uitgebreide informatie opgeslagen over onder meer zorgverleners, productaanbod, dienstverlening, openingstijden en werkwijze. Socard LS werkt volgens de 3 O’s: Open standaarden, Open source en Open content. Deze site is een initiatief van GGD Nederland, Vereniging Openbare Bibliotheken, MEE Nederland en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

3.5 Onderwijs

Vanuit het programma Digibewust, dat gericht is op de bewustwording van gevaren én mogelijkheden van internet en andere digitale middelen, is een brochure verspreid onder 9000 directeuren van het primair onderwijs en ruim 3500 (vestigings)directeuren en ICT-coördinatoren in het voortgezet onderwijs. In deze brochure («Anders omgaan met ICT bij u op school») worden de voordelen en mogelijkheden van open standaarden en open source software bij de inzet van ICT op school beschreven.

4. Monitor NOiV

4.1 Monitor als ijkpunt

De Monitor NOiV is, naast een resultaat van de uitvoering van het actieplan, een ijkpunt om de voortgang van de uitvoering van het actieplan te meten. Daarnaast geeft de monitor inzicht in de belangrijkste factoren die de uitvoering beïnvloeden.

De eerste monitor NOiV is een zogenaamde nulmeting.1 Op basis van de monitor wordt in mei 2009 op www.noiv.nl. een ranking gepubliceerd die de score van elke organisatie ten aanzien van de te bereiken doelen samenvat. Deze ranking is bedoeld als benchmark om organisaties die nu nog laag scoren aan te sporen tot verbetering.

Het veldwerk voor deze nulmeting vond plaats in oktober 2008. Vooral onder de gemeenten en de onderwijsinstellingen was de respons dit jaar (nog) beperkt. Daarentegen hebben alle ministeries de vragenlijst ingevuld, alsmede ongeveer de helft van de provincies en van de waterschappen. De meeste respondenten zijn goed op de hoogte van het beleid van hun organisatie met betrekking tot open standaarden en open source software, 60% van de respondenten is daar zelfs direct verantwoordelijk voor.

De nulmeting geeft een volledig beeld van de vorderingen van de ministeries en een redelijk betrouwbaar beeld voor de provincies en de waterschappen. Voor de gemeenten en de sector onderwijs zijn de cijfers dit jaar mogelijk nog vertekend door de lage respons. Bij de uitvoering van de volgende monitor is dit uiteraard een aandachtspunt.

4.2 Bekendheid en draagvlak van het actieplan NOiV

De nulmeting vond plaats op het moment, dat de meeste overheden een begin maken met het daadwerkelijk uitvoeren van het Actieplan. Ik ben blij te kunnen vaststellen dat het draagvlak voor de doelstellingen van het actieplan NOiV groot is en dat de meeste respondenten van ministeries en alle respondenten van provincies het actieplan kennen en de meesten (op zijn minst gedeeltelijk) ook weten wat er van de eigen organisatie wordt verwacht. Bij de gemeenten en de waterschappen en in het onderwijs is de bekendheid minder groot. Deze verschillen tussen de doelgroepen zijn vooralsnog in lijn met de fasering van het actieplan en zijn een goede leidraad voor het aanbrengen van focus in voorlichting en bewustwordingsacties van het programmabureau NOiV rondom het actieplan. Daarbij zal ook worden meegenomen dat er de behoefte is aan meer informatie over beschikbaarheid van open standaarden en open source software voor specifieke toepassingsgebieden, praktijkvoorbeelden, «best practices» en het delen van ervaringen en kennis.

4.3 Open standaardenbeleid

Het gebruik van open standaarden is de norm van het Kabinetsbeleid zoals vastgelegd in het actieplan NOiV. Er zijn veel open standaarden, waarvan een groot deel al jaren bestaat. Veel overheidsorganisaties passen één of meer van deze zogenaamde «gangbare» open standaarden reeds toe. Dat geldt bijvoorbeeld voor tekstdocumenten/spreadsheets en voor e-mail.

Om overheden afrekenbaar te maken op de verplichting tot gebruik van open standaarden is het principe «comply or explain» («pas toe of leg uit») ingevoerd. In de praktijk houdt dit in: gebruik open standaarden of kom met een goed onderbouwde verklaring waarom dit niet mogelijk is en geef aan wanneer open standaarden wel toegepast worden.

Sinds de publicatie van de lijst met open standaarden is voor alle overheidsorganisaties duidelijk ten aanzien van welke standaarden zij zich moeten verantwoorden als zij deze niet toepassen.

Hoewel met name medeoverheden en de onderwijssector nog moeten starten met de invoering van het «comply or explain» principe en de bekendheid met de lijst met open standaarden varieert, blijkt uit de monitor dat de meeste ministeries en provincies wel (relevante) standaarden van de lijst toepassen. Een deel daarvan past zelfs alle relevante standaarden toe. Ook een belangrijk deel van de waterschappen en de gemeenten past (een deel van) de relevante standaarden toe.

Naar verwachting zal de monitor van 2009 laten zien dat het aantal organisaties dat de lijst hanteert toeneemt. Het Programmabureau zal in zijn communicatieactiviteiten daarop meer nadruk leggen.

Tegelijkertijd leven er ook twijfels bij overheidsorganisaties ten aanzien van nieuwe standaarden: enerzijds praktisch van aard, zoals ondersteuning door leveranciers, complexiteit en kosten van het implementatietraject, anderzijds technisch van aard zoals volwassenheid, betrouwbaarheid, stabiliteit en compatibiliteit van de nieuwe standaard. Een deel van de organisaties is ook terughoudend vanwege lopende contracten of outsourcing of omdat men de noodzaak ervan niet inziet. Hiervoor is in 2009 onverminderd aandacht in voorlichting en bewustwordingsactiviteiten.

4.4 Ondersteuning Open Document Format (ODF)

Een belangrijke actielijn in het actieplan is het starten met de invoering van ODF als formaat voor het lezen, schrijven, uitwisselen, publiceren en ontvangen van documenten.

Bij alle ministeries wordt ODF inmiddels ondersteund, conform de doelstelling van het actieplan. Bij de andere doelgroepen was dat op moment van meting nog lang niet zover: 33% van de waterschappen, 21% van de gemeenten, 9% van het onderwijs en geen van de provincies ondersteunen op het moment van de nulmeting ODF. Hoewel verklaarbaar aangezien de focus van de uitvoering ten aanzien van ODF in 2008 bij de rijksoverheid lag, leren deze resultaten dat hier nog veel werk moet worden verricht. Ten dele is hiermee al een begin gemaakt in 2008. Het programmabureau NOiV heeft in november 2008 een ODF bewustwordingscampagne gericht op gemeenten, provincies en waterschappen gestart. Daarbij zijn deze organisaties voorzien van praktische hulpmiddelen om de ondersteuning van ODF in te voeren. Ambassadeur Erik Gerritsen zal ook helpen om ODF beter onder de aandacht te brengen bij medeoverheden en de sectoren.

4.5 Open source software beleid

Voor open source software is het uitgangspunt van het actieplan dat deze als volwaardig alternatief bij de besluitvorming voor aanschaf van ICT producten en diensten moet worden betrokken en bij gelijke geschiktheid de voorkeur verdient. Uit de monitor blijkt dat open source software redelijk goed is doorgedrongen op het gebied van infrastructuur zoals besturingssystemen of databases, of voor beheer en web/internet. Het gebruik van open source software voor desktop-toepassingen is echter veel beperkter.

Daar waar respondenten twijfels hebben ten aanzien van het gebruik van open source software zijn deze vooral van praktische aard: dit betreft bijvoorbeeld de compatibiliteit met andere toepassingen, verwachte problemen rond invoering, migratie en het ondersteunen van medewerkers. Uit de monitor blijkt dat men behoefte heeft aan meer informatie uit de hoek van de leveranciers en dienstverleners. Het programmabureau intensiveert de voorlichting naar en betrokkenheid van software leveranciers op dit punt.

5. Inzet in 2009

5.1 Scherper focus op uitvoering in 2009

De monitor leert in zijn algemeenheid dat de uitvoering van het beleid met betrekking tot open standaarden en open source software nog niet bij alle overheidsorganisaties in dezelfde mate is doorgedrongen. Het jaar 2009 wordt belangrijk voor de uitvoering. De volgende maatregelen worden getroffen om de uitvoering een impuls te geven.

5.2 Maatregelen

• Overheidsprogramma’s en projecten (o.m. in het kader van het Nationaal uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid, de bestuursakkoorden tussen rijk en decentrale overheden en het Programma Vernieuwing Rijksdienst) zullen dit jaar beslag gaan leggen op NOiV. Om adequaat op de toenemende vraag te kunnen inspelen wordt de advies-, ondersteunings- en monitoringfunctie van het Programmabureau versterkt. Nadruk zal liggen op:

– overheden (conform fasering actieplan), onder meer met als doel het wegnemen van twijfels voor de toepassing van open standaarden en open source software

– intensivering van de voorlichting naar en betrokkenheid van software leveranciers

– voortzetting en intensivering van de eind vorig jaar ingezette bewustwordingscampagne ODF o.m. richting de gemeenten

– gerichter inspiratie zoeken bij en kennis en ervaring delen over aantoonbaar succesvolle toepassingen van open standaarden en open source software.

– gerichter en actief op zoek gaan naar voorhoedelopers zoals nu Octrooicentrum Nederland

– advies en ondersteuning met betrekking tot ICT-aanbestedingen, maar ook op gerichte steekproeven of aanbestedingen in lijn zijn met NOiV.

• Maatschappelijke sectoren onderwijs en zorg krijgen dit jaar prioriteit. Met betrokken partijen uit deze sectoren gaan afspraken gemaakt worden over concrete stappenplannen en dit jaar te behalen doelen.

– Naast de bestaande ambassadeur zal een tweede gezant worden ingezet om doorbraken bij de uitvoering te helpen bewerkstelligen en uitvoeringsprocessen die stokken, te helpen vlot trekken, met name in het onderwijsveld (zie bijlage).

• Het belang van NOiV bij aanbestedingen van ICT-producten en ICT-diensten zal opnieuw en steviger bij overheidsorganisaties onder de aandacht worden gebracht. In 2008 is gebleken dat het op de juiste manier aanbesteden van ICT-producten en diensten een aandachtspunt is. Sommige overheidsorganisaties geven zich in de fase voorafgaand aan het aanbesteden te weinig rekenschap van de NOiV-afspraken. In een aantal gevallen waarin dit bekend werd heeft dit geleid tot aanpassing of intrekken van de aanbesteding al dan niet na tussenkomst van het programmabureau NOiV. Ik ga met NOiV extra energie steken in het ondersteunen van overheden in de fase voorafgaand aan publicatie van de aanbesteding. In 2009 neem ik daartoe de volgende maatregelen:

– het meldpunt en de service brigade open standaarden signaleert en biedt hulp bij NOiV implementatievragen en problemen met behulp van een netwerk van experts. Van dat netwerk maken naast het programmabureau, ook andere organisaties zoals gebruikersgroepen, open communities en leveranciers deel uit;

– het programmabureau is inmiddels gestart met steekproeven om te bekijken of aanbestedingen in lijn zijn met NOiV;

– ik zal alle kabinetsleden nogmaals wijzen op de gepubliceerde werkinstructie voor het pas toe of leg uit principe en de verantwoordelijkheid van iedere bewindspersoon voor de uitvoering en naleving van de afspraken in het actieplan;

– in overleg met de Chief Procurement Officer, de nieuwe directeur Informatiseringbeleid Rijk en het Programmabureau NOiV zal ik bepalen welke maatregelen kunnen leiden tot een professionaliseringsslag bij aanbestedingen van ICT producten en diensten.

• De rol en betrokkenheid van de open standaarden en open source software community bij de uitvoering van het actieplan en de samenwerking met het Programmabureau NOiV zal worden vergroot. Daartoe worden momenteel voorstellen uitgewerkt door de open communities en het programmabureau, waarover ik eind april met hen in gesprek ga. Daarmee zal naar verwachting veel energie loskomen voor NOiV.

• College en Forum Standaardisatie zullen de lijst met open standaarden blijven beheren en bijhouden. Ook komt in april 2009 een nieuwe versie van het interoperabiliteitsraamwerk ter beschikking.

• Op internationaal gebied worden activiteiten gericht op het verwerven van steun voor de doelstellingen van het actieplan voortgezet. Hierbij wordt o.a. afstemming gezocht met de activiteiten in het kader van het Europese ISA programma (Interoperability Solutions for Administrations). Dit programma wil dat de e-overheidsdiensten in de lidstaten beter op elkaar aansluiten en dat er efficiëntere gegevensuitwisseling plaatsvindt ter ondersteuning van pan-Europese e-overheidsdienstverlening met burgers en bedrijven. Om te voorkomen dat de lidstaten afzonderlijke kostbare infrastructuren voor gegevensuitwisseling aanleggen, ontwikkelt en beheert de Commissie één beveiligd netwerk waarover gegevens kunnen worden verstuurd tussen de lidstaten. Het werkplan van ISA is op dit moment nog niet bekend. Het Commissievoorstel dat nu in behandeling is bij de Raad van Ministers en in het Europese Parlement geeft enkel een globale opsomming van activiteiten. Naar verwachting wordt een aantal diensten dat thans valt onder ID ABC voortgezet in ISA. Voorbeelden van ID ABC-diensten zijn:

– SOLVIT (http://ec.europa.eu/solvit/), een hulpmiddel voor burgers en bedrijven om oplossingen te vinden voor problemen die het gevolg zijn van het verkeerd toepassen van de interne marktregels van de eenheidsmarkt;

– CAMSS, een project waarin lidstaten samenwerken en ervaringen uitwisselen rond het selecteren van standaarden

– EESSI een project rond het uitwisselen van sociale zekerheid gerelateerde informatie tussen de lidstaten;

– Your Europe (http://ec.europa.eu/youreurope/) waar burgers en bedrijven informatie vinden over leven, werken, studeren en zaken doen in andere landen van de unie.

BIJLAGE 1

Implementatie Nederland Open in Verbinding

Stand van Zaken per actielijn

A. Open standaarden

1. Het College Standaardisatie publiceert in januari 2008 een basislijst met open standaarden (checklist) ten behoeve burgers, bedrijven en overheden. Deze lijst wordt vervolgens onderhouden en verder aangevuld.

Het college Standaardisatie ontwikkelt en beheert een lijst met open standaarden. Vanaf maart 2008 is die lijst beschikbaar op www.forumstandaardisatie.nl. en kunnen standaarden worden voorgedragen voor opname op de lijst. Op die lijst staan nu acht open standaarden die het verschil kunnen maken voor betere interoperabiliteit en minder leveranciersafhankelijkheid. Deze lijst is groeiend. Zo zijn er op dit moment twaalf standaarden die voorgedragen zijn om op de lijst te komen. Daarvan worden er momenteel vijf door experts getoetst. Voor overheidsorganisaties en marktpartijen is ook een leidraad gepubliceerd om na te kunnen gaan of een beoogde standaard wel open is.

2. Overheden en instellingen uit de (semi-)publieke sector voeren vanaf 2 april 2008 (Rijksdiensten) of 31 december 2008 (medeoverheden en overige instellingen) het «pas toe of leg uit»-principe in bij ICT-opdrachten (inkoop en aanbestedingen) voor het toepassen van open standaarden bij nieuwbouw, verbouw of contractverlenging.

In april 2008 heeft het kabinet ingestemd met een instructie voor een «pas-toe-of-leg-uit regime» voor open standaarden. Op 21 november 2008 is de Instructie rijksdienst inzake aanschaf ICT-diensten en ICT-producten gepubliceerd in de Staatscourant. Dit had te maken met de afronding van de notificatieprocedure bij de Europese Commissie voor de instructie. In het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-Overheid (NUP), dat op 1 december 2008 is vastgesteld, zijn onder meer de uitgangspunten voor het «past toe of leg uit regime» vastgelegd voor provincies, gemeenten en waterschappen.

3. Op voordracht van het College Standaardisatie wordt, ter nadere uitwerking van de NORA, een interoperabiliteitsraamwerk opgesteld, dat uitgangspunten aangeeft voor het toepassen van standaarden zodanig dat interoperabiliteit bevorderd wordt.

Naar aanleiding van de basisversie voor een interoperabiliteitsraamwerk zijn medio 2008 veel reacties gekomen. Dat was de aanleiding om in de herziening van de Nationale Overheids Referentie Architectuur (NORA) interoperabiliteit een centrale plek te gaan geven, bestuurders meer te betrekken bij de NORA en focus aan te brengen op belangrijke principes voor de inrichting van de overheidsdienstverlening met ICT. Met de ondertekening van het NUP heeft de NORA een meer verplichtende werking gekregen voor de rijksoverheid en decentrale overheden. Momenteel loopt de reviewfase over het strategiekatern NORA 3.0 (interoperabiliteitsraamwerk nieuwe stijl). Het definitieve strategiekatern wordt in mei 2009 voorgelegd aan het College Standaardisatie.

4. ICT-opdrachten kunnen tijdig voor de gewenste publicatiedatum vrijwillig voor advies over open standaarden worden voorgelegd aan een programmabureau.

Deze actie sluit aan op de wens van de Kamer om te bevorderen dat ICT aanbestedingstrajecten in lijn zijn met de afspraken in NOiV. In 2008 heeft het programmabureau op verzoek adviezen verleend bij aanbestedingen en in een aantal gevallen zelf assistentie aangeboden bij ICT-aanbestedingstrajecten. Op deze advies- en waakhondfunctie wordt in 2009 versterkt ingezet. Daarnaast zijn er intensieve contacten met het project DWR die de betrokkenheid van het programmabureau NOiV bij de uitvoering van dit traject garanderen. Verdere werkafspraken worden gemaakt met het ministerie van BZK over een plan van aanpak monitoring grootschalige ICT projecten.

5. Handhaving van de inzet van open standaarden geschiedt op basis van high trust met daarop toegesneden lichte instrumenten als monitoring en ranking.

Jaarlijks wordt in oktober/november een onderzoek uitgevoerd naar de voortgang van het actieplan en deze bevindingen worden aan de Tweede Kamer gerapporteerd. De eerste meting is in oktober 2008 gedaan en wordt als onderdeel van deze Voortgangsrapportage naar de Tweede Kamer gestuurd. In mei 2009 wordt een eerste overzicht van scores van overheidsorganisaties op open standaarden en open source software (ranking) gepubliceerd op de website www.noiv.nl.

6. Rijksdiensten ondersteunen vanaf april 2008, naast de huidige bestandsformaten, ODF voor lezen, schrijven en uitwisselen van documenten. Mede-overheden en overige instellingen volgen zo snel mogelijk, doch uiterlijk december 2008.

Alle kerndepartementen ondersteunen ODF. De Tweede Kamer en Raad van State (hoge colleges van staat) zijn ook gereed. Echter nog niet alle ministeriële diensten hebben ODF-ondersteuning geregeld. Het programmabureau ondersteunt de invoering van ODF. In december 2008 zijn mede-overheden voorzien van een USB-stick waarop het gehele ODF-dossier staat inclusief open source software waarmee aan actielijn 6 voldaan kan worden. De toelichting op het actieplan voor invoering van ODF is inmiddels omgevormd tot een extern publiceerbaar document ter ondersteuning van met name medeoverheden. Vanuit de Manifestgroep zijn signalen dat de presentatie enkele maanden terug in de Architectuurraad inmiddels tot invoeringsactiviteiten heeft geleid.

6a. Inrichten van een open standaarden brigade en meldpunt gesloten standaarden

In 2008 zijn de uitgangspunten vastgesteld en voorbereidingen getroffen voor het inrichten van het meldpunt gesloten standaarden en de Servicebrigade Open Standaarden. Voor de Servicebrigade wordt aangesloten bij de activiteiten van de EGEM/I-teams die doelgroeporganisaties van het actieplan bereiken, ook in het kader van het NUP. Voor de rijksoverheid wordt service over open standaarden geborgd door aan te sluiten bij de departementale implementatiestrategie. Het meldpunt wordt vormgegeven in overleg met de open communities, gebruikersgroepen en leveranciers. De ervaringen van het programmabureau tot nu toe leren dat het meldpunt niet alleen meldingen of tips krijgt over eisen of toepassen van gesloten standaarden maar ook andere vragen of klachten over implementatie van NOiV bij ICT-aanbestedingstrajecten. Het meldpunt wordt daarom zo ingericht dat op deze meldingen kan worden gereageerd met behulp van een netwerk van experts (uit bijvoorbeeld overheidsorganisaties, open communities, gebruikersgroepen, leveranciers). Daardoor ontstaat de garantie dat het meldpunt bijdraagt aan een betere uitvoering van NOiV.

6b. Doorvertaling van de relevante acties voor de sectoren onderwijs en zorg

Onderwijs activiteiten op hoofdlijnen

Doorontwikkeling van de relevante acties in de onderwijssector is een complex. Partijen in het onderwijsveld zijn veelal autonoom, hebben verschillende rollen en belangen en er zijn veel open standaarden en open source software initiatieven die los van elkaar ontstaan zijn. Om uitvoering van het actieplan in deze sector te ondersteunen is in eerste instantie een goede analyse van het speelveld gemaakt. Daartoe heeft EZ in de eerste helft van 2008 gesproken met verschillende sleutelpersonen en -organisaties in het onderwijsveld. Daaruit blijkt dat er al diverse initiatieven binnen het onderwijs bestaan die zich richten op open standaarden. Deze initiatieven kunnen verder uitgewerkt of versneld worden of als inspiratie dienen voor andere sectoren. Tevens zijn op basis van in opdracht van EZ uitgevoerd onderzoek de belangrijkste actoren voor open standaarden en open source software binnen het onderwijsveld in kaart gebracht. Ook is geanalyseerd bij welke actoren inspanningen naar verwachting op korte termijn het meeste resultaat opleveren. Daarbij moet zorgvuldig afgewogen worden wat de overheid kan doen en welke rol partijen in het veld hebben.

De activiteiten die uitgevoerd worden betreffen zowel de bedrijfsvoering als het curriculum op scholen. Voor de bedrijfsvoering ontwikkelt het programmabureau een implementatieplan voor het onderwijs voor de aanbesteding, inkoop en gebruik van apparatuur/software met open standaarden en zo mogelijk met open source software.

Voor het opnemen van de thema’s open source software en open standaarden binnen de curricula van onderwijsinstellingen staan de partijen in het veld aan de lat. Het Programmabureau biedt hierbij ondersteuning. Een voorbeeld van deze ondersteuning is de verspreiding van een brochure over OS & OSS (vanuit het programma Digibewust i.s.m. St. Kennisnet) onder 9000 directeuren van het primair onderwijs en ruim 3500 (vestigings)directeuren en ICT-coördinatoren in het voortgezet onderwijs.

Stichting Kennisnet heeft de website www.ossinhetonderwijs.nl geactualiseerd. Op 17 december jl. werd het congres Edu-Exchange waar het thema «open» centraal stond, door meer dan 400 mensen bezocht. Dit werd georganiseerd door Kennisnet, NEN, EduStandaard en Surffoundation. De eerste helft van 2009 zullen vanuit het Programmabureau en partijen in het veld andere concrete activiteiten uitgevoerd worden.

Zorg activiteiten op hoofdlijnen

In 2008 hebben brainstormsessies plaatsgevonden met VWS, EZ en Nictiz. In het eerste kwartaal van 2009 zal (vergelijkbaar met de sector onderwijs) Inmiddels is een onderzoek opgestart naar activiteiten die op korte termijn het meest resultaat opleveren inzake gebruik van open standaarden en open software in de sector. Dit onderzoek zal in het tweede kwartaal worden afgerond.

B. Open source software

7. Alle ministeries hebben in januari 2009 een implementatiestrategie ontwikkeld voor de aanbesteding en inkoop en het gebruik van open source software; in juni 2008 meer dan de helft van de ministeries. Dit kan uiteraard ook betrekking hebben op gezamenlijke of interdepartementale implementatiestrategieën.

Het interdepartementaal overleg directeuren I (IODI) heeft op 8 mei 2008 het plan met betrekking tot een implementatiestrategie aangenomen. Het programmabureau ondersteunde dit met een plan van aanpak voor een gezamenlijke open source implementatie ten behoeve van kerndepartementen. Dit plan adresseert horizontale trajecten (bijvoorbeeld. inkoopstrategie, document management en ODF-ondersteuning), gezamenlijke trajecten (bijvoorbeeld Digitale Werkomgeving Rijk) en departementale trajecten (bijvoorbeeld gevechtssystemen Defensie of wegmeetsystemen RWS). Het programmabureau heeft de aanpak in zijn huidige plan verder geconcretiseerd en toegesneden op de eigenheid van ieder ministerie.

Eind 2008 hadden 7 van de 13 ministeries een OSS implementatiestrategie. Met 6 ministeries is in het eerste kwartaal 2009 een strategiedag gepland als voorbereiding op de implementatiestrategie. In het tweede kwartaal worden de uitkomsten van de 13 departementale implementatiestrategieën gepubliceerd.

8. Medeoverheden en overige instellingen (onderwijs, zorg, sociale zekerheid) hebben in januari 2010 een implementatiestrategie ontwikkeld voor de aanbesteding, inkoop en het gebruik van open source software.

Zoals besproken met de Tweede Kamer hebben BZK en EZ afspraken gemaakt met de medeoverheden over de implementatie van het actieplan. De afspraken gaan over de hele linie van het actieplan (inclusief actielijn 8) en zijn achtereenvolgens geregeld in:

• Bestuurakkoord gemeenten – juni 2007

• Bestuursakkoord provincies – voorjaar 2008 (voor één jaar)

• Akkoord over uitvoeringsagenda NOiV – 5 juni 2008

• Akkoord NUP – 1 december 2008

Het programmabureau ondersteunt medeoverheden in 2009 met het invoeren van implementatiestrategieën.

9. Stimuleringsbeleid opgesteld voor voorhoedelopers en uitvoering hiervan

Er is bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) een haalbaarheidsonderzoek voor OSS op de desktop gedaan. De NMa heeft mede op basis daarvan besloten op de korte termijn nog niet over te stappen op een volledig open desktop. Wel levert het rapport voldoende aanknopingspunten om geleidelijker naar open alternatieven te migreren. Bij Octrooicentrum Nederland (OCNL) is de voorbereidingsfase voor migratie in volle gang. OCNL heeft sinds september 2008 een nieuwe website met rijkshuisstijl die volledig op open source software draait. Het kabinet gaat in 2009 actief op zoek naar meer van dergelijke voorhoedelopers.

C. Flankerende acties

10. Communicatie en samenwerkingsverbanden: in het najaar van 2007 en het voorjaar van 2008 zal het ministerie van Economische Zaken samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken communicatiebijeenkomsten organiseren met bedrijven, leveranciers en de diverse overheidsdoelgroepen om de plannen toe te lichten en te komen tot praktische afspraken voor de uitvoering daarvan.

De organisatie van bijeenkomsten met bedrijven, leveranciers en de diverse overheidsdoelgroepen is onderdeel van het werkplan van het programmabureau NOIV. Er hebben meerdere bijeenkomsten plaatsgevonden. De heer Erik Gerritsen (voormalig Gemeentesecretaris Amsterdam) is per 1 september aangetreden als ambassadeur voor de decentrale overheden en de maatschappelijke sectoren. Daarnaast zal voor het onderwijsterrein een speciale gezant worden aangesteld.

11. Het Kabinet zal, daar waar relevant en mogelijk, zich actief inspannen om het gebruik van open standaarden en open source software in Europees verband te bevorderen. Niet alleen in de diverse comités en werkgroepen ter voorbereiding van Europees beleid, maar ook bijvoorbeeld als vereiste bij het indienen van bestek voor de eGovernment Awards van de Europese Commissie.

Het gebruik van open standaarden en open source software in Europees verband wordt met name vormgegeven in de programma’s IDA, IDA-2 en ID ABC. Deze programma’s zijn de voorlopers van ISA, het programma voor interoperabiliteit Europese overheidsorganisaties. Nederland is daar actief bij betrokken.

In 2008 is tevens verkend hoe het beleid voor open standaarden en open source in «Brussel» nog steviger kan worden verankerd. In dat verband zijn contacten gelegd met een zestal EU landen waar mogelijk steun voor het Nederlandse beleid te verwachten is. Er is sprake van sympathie voor en erkenning van de Nederlandse doelstellingen en aanpak. De beleidsbehoefte in Nederland is niet uniek maar de politieke context wel. Hierdoor loopt Nederland voorop met het actieplan dat een procesmatige aanpak koppelt aan maatschappelijke doelstellingen. Leidraad voor internationale inzet is het NOiV beleid in Brussel te borgen via de komende drie EU voorzitterschappen.

12. Inrichten van een Programmabureau

Volgens planning is begin januari opdracht gegund voor de inrichting van een programmabureau. Per 1 juni is een programmamanager aangetreden. De start van de werkzaamheden heeft daarmee vertraging opgelopen. Het Programmabureau heeft in 2008 een half jaar op volle toeren gedraaid.

13. Verkennen nieuwe vormen van business cases

Door de juiste momenten te kiezen en een goede businesscase te maken kunnen onnodige migratiekosten voorkomen worden. Het gaat om (nieuwe) aanbestedingen ten behoeve van nieuw- en verbouw en contractverlenging van ICT. Bij het opstellen van implementatiestrategieën kan de wens tot snelle migratie naar open standaarden en open source software worden meegenomen. Deze actielijn wordt daarom uitgevoerd in samenhang met het invoeren van implementatiestrategieën voor open source software (actielijn 8). Mogelijk komen hier nieuwe businesscases uit voort.

14. Gemeenschappelijke Verklaring met ICT-Office en Manifest Open Overheden

In september 2007 hebben ICT Office, EZ en BZK de verklaring «Verbetering samenwerking overheid en ICT bedrijfsleven» getekend. Onderdeel daarvan is het «Manifest open overheidsorganisaties» waarin vier behoeftes van de overheid als ICT gebruiker staan beschreven. Het gaat om interoperabiliteit, digitale duurzaamheid, leveranciersonafhankelijkheid en transparantie & controleerbaarheid. In overleg tussen de markt en de overheid is met name gewerkt aan de praktische invulling van het interoperabiliteitsvraagstuk. De NORA versie 3.0 en recent met de consultatieronde voor het Strategiekatern Interoperabiliteit zijn daar concrete voorbeelden van. Ook voor de andere drie onderwerpen wordt het gesprek aangegaan.

15. Software in gebruik bij de overheid

Het starten en begeleiden van onderzoek naar gebruik van open source software door het Rijk wordt in samenhang met de OSS implementatiestrategieën uitgevoerd. Het blijkt dat bij ministeries en gemeenten animo bestaat voor het beschikbaar stellen van in opdracht ontwikkelde software. Het programmabureau onderzoekt onder welke voorwaarden deze kan worden verstrekt.

16. Onderzoek werking softwaremarkt door de NMa

De staatssecretaris van Economische Zaken heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) gevraagd om een analyse van de softwaremarkt. De NMa heeft hierop in maart een globale analyse van de softwaremarkt opgesteld, waarbij specifiek wordt ingegaan op de vermeende koppelverkoop tussen hardware en software. Daarnaast heeft de staatssecretaris ICT-Office verzocht om tot meer duidelijkheid voor de consument te komen omtrent de partij tot wie hij zich moet wenden voor eventuele restitutie bij het niet accepteren van licentievoorwaarden van voorgeïnstalleerde software, zoals ook toegezegd in het Algemeen Overleg over NOiV van 12 december 2007. Per brief van 9 juli 2008 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de analyse van de NMa en de reactie van ICT-Office. ICT-Office heeft per brief van 20 november 2008 de staatssecretaris van Economische Zaken zoals toegezegd de voor dit doel opgestelde folder toegestuurd over de licentievoorwaarden van voorgeïnstalleerde software. De folder geeft inzicht in de rechten en plichten van consumenten, winkeliers en fabrikanten. Daarmee kan de consument inzicht worden verschaft in de mogelijkheden rond voorgeïnstalleerde software. ICT-Office heeft de betrokken ICT-bedrijven gevraagd de folder te verspreiden onder afnemers en klanten. Tevens adviseren zij hun leden om op de eigen website informatie te geven over hun specifieke beleid op voorgeïnstalleerde software. Voorts is de folder door ICT-Office gestuurd aan de brancheorganisatie van de computerwinkels alsook de Consumentenbond.

17. Onderzoek economische effecten open source software

Het CPB is met dit onderzoek in mei 2008 gestart. De eindrapportage is op 3 maart 2009 verschenen. Het CPB concludeert dat softwaregebruikers vaak stevig zijn verankerd aan de software waarvoor zij ooit gekozen hebben. Nieuwe leveranciers kunnen daardoor moeilijk tot de markt toetreden, en afnemers betalen hoge prijzen. Zo kan het gebeuren dat open source software (software zonder licentiekosten die vrijelijk te bewerken is) geen voet aan de grond krijgt. Dat kan zelfs gebeuren wanneer open source software goedkoper en beter is dan ingeburgerde«proprietary software». In die gevallen kan de overheid bijspringen door open source software te stimuleren, bijvoorbeeld door als grote klant deze producten af te nemen of door bij aanbestedingen de voorkeur te geven aan open source software, aldus het CPB. De conclusies van het CPB onderschrijven het met het actieplan NOiV ingezette beleid met betrekking tot open source software.


XNoot
1

In antwoord op vragen van Uw Kamer kan hier tevens opgemerkt worden dat de Belastingdienst de open source webbrowser Firefox (vanaf versie 1.0) ondersteund, naast MS Internet Explorer (vanaf versie 5.5), Netscape (vanaf versie 7.2), Opera (vanaf versie 7.54), Safari (vanaf versie 1.2.2) en Mozilla (vanaf versie 1.73). De site is naast Windows 98 SE of hoger geschikt voor de besturingssystemen Apple versie OSX 10.3 of hoger en Linux (.http://www.belastingdienst.nl/zakelijk/elektronisch_aangeven/elektronisch_aangeven-10.html)

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven