26 234 Vergaderingen Interim Committee en Development Committee

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 241 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2020

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Financiën, het verslag aan van de Voorjaarsvergadering van de Wereldbankgroep («de Bank»), die vanwege COVID-19 is beperkt tot een virtuele bijeenkomst van het Development Committee (DC), de plenaire ministeriële bijeenkomst, op 17 april 2020. Namens Nederland nam ik deel aan deze bijeenkomst, die volledig in het teken stond van de COVID-19 crisis. Geagendeerd stonden de respons van de Bank op COVID-19 en de oproep van de Bank en het IMF tot een schuldenmoratorium, een tijdelijke opschorting van de schuldendienst voor de armste landen als crisismaatregel.

Uw Kamer is op 4 april 2020 per brief geïnformeerd over de Nederlandse inzet (Kamerstuk 26 234, nr. 235). De schriftelijke interventie die Nederland namens de Kiesgroep inbracht in het DC is bijgevoegd1, evenals het communiqué van de vergadering2.

1. Respons Wereldbankgroep op COVID-19

President Malpass schetste tijdens de bijeenkomst van het DC een somber beeld voor de mondiale economie voor dit jaar3. Ontwikkelingslanden zullen naar verwachting hard worden getroffen door een combinatie van factoren: historisch hoge kapitaaluitstroom, terugloop van export van grondstoffen, zwaar getroffen sectoren zoals toerisme en afname van remittances. Dit alles wordt versterkt door de verstoring van (internationale) handel en mondiale waardeketens.

In het licht van de omvangrijke impact van de pandemie op mensen en landen, ondersteunt de Bank overheden bij de directe inzet van middelen voor gezondheidszorg, onderwijs, essentiële dienstverlening en sociale vangnetten. Ook ondersteunt de Bank, onder meer via haar private sectoronderdeel International Finance Corporation (IFC), bedrijven en hun werknemers die worden geraakt door de economische gevolgen van COVID-19.

Het DC verwelkomde de inzet van de Bank om, binnen haar mandaat en in nauwe samenwerking met het IMF, de Wereldgezondheidsorganisatie, de VN en andere ontwikkelingspartners, landen te ondersteunen met als doel de gezondheidscrisis het hoofd te bieden. Het DC sprak in het bijzonder haar steun uit voor de snelle en besluitvaardige aanpak van de Bank tot nu toe, waarmee de Bank ondersteuning biedt aan landen en het bedrijfsleven via de Fast Track COVID-19 Facility (FTCF). Inmiddels heeft de Bank voor USD 2,3 miljard aan projecten goedgekeurd voor de aanpak en de gevolgen van COVID-19, waarvan USD 1,7 miljard via de FTCF en ruim USD 500 miljoen via her-prioritering binnen portfolio’s. De Bank gaf aan naast financiële ondersteuning en beleidsadvies ook landen te ondersteunen bij de medische toeleveringsketen, om te zorgen dat ook de armste en meest kwetsbare landen toegang tot deze middelen hebben.

President Malpass benadrukte ook het belang van de lange termijn doelstellingen voor ontwikkeling bij de verdere ondersteuning door de Bank van landen en bedrijven bij economisch en sociaal herstel. Hierbij zal de Bank zich richten op het beschermen van de meest armen en kwetsbaren (via onder meer sociale vangnetten), het versterken van economische weerbaarheid en versnellen van herstel in de getroffen landen, onder meer door het ondersteunen van de private sector. Daarbij zullen de Sustainable Development Goals (SDG’s) leidend zijn. De Bank heeft hiervoor komende 15 maanden USD 160 miljard beschikbaar.

Nederland ondersteunde de Bank bij deze inzet en benadrukte de noodzaak van een duurzaam, groen en inclusief herstel. Nederland vroeg de Bank hierin een leidende rol op zich te nemen en de benodigde prioriteiten en criteria te ontwikkelen om economisch herstel in klantlanden te richten op koolstofarme infrastructuur, groene banen en versterken van de weerbaarheid. Nederland onderstreepte tevens het belang om, naast belangrijke traditionele hervormingen aan de aanbodzijde, investeringen te bevorderen die bijdragen aan een duurzaam, groen en inclusief herstel. Daarnaast wees Nederland op het belang van onderwijs en de noodzaak om te blijven investeren in kennis, bijvoorbeeld via innovatieve financiering. Ook verzocht Nederland de Bank om landen in het bijzonder te ondersteunen bij het blijven voorzien in alle essentiële zorgverlening inclusief psychosociale gezondheidszorg, en urgente actie om een voedselcrisis te voorkomen. Extra aandacht moet hierbij uitgaan naar de meest kwetsbare groepen en naar fragiele en door conflict geraakte gebieden (in het bijzonder naar vluchtelingen en ontheemden), altijd met oog voor het genderaspect.

2. Oproep van de Wereldbank en het IMF tot een schuldenmoratorium

De uitbraak van COVID-19 zal naar verwachting leiden tot een verdere verslechtering van de schuldpositie van ontwikkelingslanden. De Wereldbank en het IMF riepen daarom op 25 maart jl. op tot een tijdelijke opschorting van schuldendienstbetalingen («moratorium») aan bilaterale crediteuren door de armste landen, waarmee deze landen de gelegenheid krijgen om de vrijgevallen middelen te gebruiken voor de bestrijding van het virus en de negatieve economische gevolgen daarvan. In reactie op deze oproep hebben de leden van de Club van Parijs en de G20 een voorstel voor de opschorting van schuldendienstbetalingen («moratorium») door bilaterale crediteuren voor IDA-landen uitgewerkt. Daarnaast worden crediteuren die niet aangesloten zijn bij de G20 of de Club van Parijs, alsmede private crediteuren, opgeroepen om mee te doen aan dit initiatief en worden ook de multilaterale ontwikkelingsbanken opgeroepen om mogelijkheden verder te onderzoeken om deel te nemen, met behoud van hun huidige kredietratings en lage financieringskosten als randvoorwaarden. Landen die in aanmerking komen voor deze steun dienen de vrijgekomen middelen te gebruiken ten behoeve van uitgaven in de gezondheidszorg en andere sociale sectoren. Daarnaast dienen zij zich te committeren aan schuldentransparantie en -houdbaarheid in lijn met bestaande raamwerken en met assistentie van IMF en de Wereldbank. Met deze maatregelen wordt gepoogd een nieuwe schuldencrisis te voorkomen.

Het DC heeft dit voorstel verwelkomd en tevens de Bank en het IMF opgeroepen om de in aanmerking komende landen te ondersteunen bij het vergroten van hun schuldhoudbaarheid op basis van versterkte transparantie, alsook de inzet van de vrijgekomen middelen waar deze meest prangend is. Bij de Jaarvergadering in oktober zal de Bank hierover een voortgangsrapport presenteren. Verder heeft het DC de Bank opgeroepen om de mogelijkheden te onderzoeken om deel te nemen aan de tijdelijke opschorting, met behoud van juist nu noodzakelijke anticyclische financiële capaciteit, huidige kredietrating en lage financieringskosten. Nederland heeft deze oproep ondersteund.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

Naar boven