Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2012
Hierbij ontvangt u de vierde periodieke Nederlandse rapportage over de uitvoering
van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK)1. Op grond van artikel 44 IVRK zijn lidstaten verplicht periodiek verslag uit te brengen
over het gevoerde beleid op het terrein van kinderrechten.
De rapportage wordt met de rapportages van Aruba, Curaçao en Sint Maarten samengevoegd
tot één gezamenlijke Koninkrijksrapportage. Zodra deze ook gereed is wordt de rapportage
naar het VN Kinderrechtencomité in Genève en aan uw Kamer verzonden.
De rapportage betreft de periode oktober 2006 tot oktober 2011. De rapportage is in
samenwerking met de ministeries van Veiligheid en Justitie, van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
voor Immigratie en Asiel, van Buitenlandse Zaken en van Defensie tot stand gekomen.
De concepttekst is meerdere malen besproken met de Kinderombudsman, de Commissie Gelijke
Behandeling en vertegenwoordigers van organisaties voor kinderen en kinderrechten,
verenigd in het Kinderrechtencollectief.
Naar verwachting zal de Koninkrijksrapportage eind 2013/begin 2014 door het VN Kinderrechtencomité
in Genève worden behandeld.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner