Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 januari 2014
De invoering van de nieuwe NH-90 helikopter is in volle gang. De inspanningen van
Defensie zijn erop gericht de beschikbaarheid en de inzetbaarheid van het toestel
steeds verder uit te breiden. De operationele capaciteiten worden tot dusver positief
beoordeeld. Er is echter een specifiek aandachtspunt in verband met de geluidsbelasting
van het helikopterpersoneel, dat de komende tijd extra aandacht van Defensie vergt
en waarover ik u graag informeer.
Al enige tijd maken bemanningsleden van de NH-90 melding van ruis of pieptonen in
het gehoor na vluchten. Hoewel metingen geen overschrijding van de arbonormen laten
zien, heeft de commandant van het Defensie Helikopter Commando (DHC) naar aanleiding
van de klachten het Centrum voor Mens en Luchtvaart (CML) gevraagd een onderzoek in
te stellen. Onlangs is bij een medische keuring van een bemanningslid een dip in het
gehoor geconstateerd. Om het risico van permanente gehoorschade te vermijden, heeft
de commandant DHC – in afwachting van de uitkomsten van het onderzoek – bepaald dat
bemanningen voorshands maximaal één uur per etmaal in de NH-90 mogen vliegen. Uitsluitend
in het geval van operationele noodzaak kan van deze beperking worden afgeweken.
Het CML zal onder meer kijken naar de toepassing van geluiddempende materialen in
de NH-90 en de bescherming die de vliegerhelm de bemanning biedt. Voorts zal Defensie
contact opnemen met de fabrikant van de NH-90 en met de andere NH-90-gebruikers om
na te gaan of zij soortgelijke problemen (hebben) ervaren.
Ik hoop binnen enkele weken over de eerste onderzoeksresultaten te kunnen beschikken.
Als er meer duidelijkheid bestaat over de aard en oorzaak van de geluidsbelasting,
kan Defensie bepalen of en, zo ja, welke maatregelen zij moet treffen en wat daarvan
de operationele gevolgen zouden kunnen zijn. Ik zal u daarover zo spoedig mogelijk
nader informeren.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert