Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 april 2010
Hierbij zend ik u een ontwerpbesluit1, houdende wijziging van het Besluit detectie radioactief besmet schroot, het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen,
het Besluit stralingsbescherming, het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen en het Vrijstellingsbesluit
defensie Kernenergiewet. Het ontwerpbesluit houdt verband met de wet van 19 november 2009 tot wijziging van de Kernenergiewet
in verband met vereenvoudiging van het bevoegd gezag, invoering van een verplichting tot financiële zekerheidstelling en enkele
andere wijzigingen (Stb. 2010, 18). Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerp-nota van toelichting.1
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 76, eerste lid, van de Kernenergiewet),
en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Raad van State zal worden
voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Gelijktijdig met de voorhang bij uw Kamer wordt het ontwerpbesluit ingevolge artikel 76, eerste lid, van de Kernenergiewet
in de Staatscourant bekendgemaakt om een ieder de gelegenheid te bieden om schriftelijk opmerkingen over het ontwerpbesluit
naar voren te brengen, binnen een bij die bekendmaking vast te stellen termijn van ten minste vier weken.
Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het ontwerpbesluit met ingang van 1 januari 2011.
Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. C. Huizinga-Heringa