nr. 66
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 mei 2009
Hierbij informeer ik u over de resultaten van de ICAO audit die in april
2008 in het Koninkrijk heeft plaatsgevonden.
Het resultaat van de audit is voor het gehele Koninkrijk over het algemeen
goed te noemen. Het onderzoeksteam van ICAO heeft de drie landen binnen het
Koninkrijk ieder apart beoordeeld. Voor het Nederlandse deel is het resultaat
van het onderzoek uitstekend. Nederland staat hiermee in de top 6 van de wereld.
De Nederlandse Antillen en Aruba scoren voldoende. Hiermee is het totaalresultaat
van het Koninkrijk vergelijkbaar met het wereldgemiddelde.
De Internationale Burgerluchtvaart Organisatie (ICAO) voert sinds 2005
een audit programma uit, met als doel te bepalen of een lidstaat in staat
is veiligheidstoezicht op de luchtvaart uit te oefenen en om te bekijken of
de door ICAO opgestelde Standards en Recommended Practices (SARP’s)
op de juiste wijze in de nationale wet- en regelgeving zijn geïmplementeerd.
Na het uitvoeren van de daadwerkelijke audit duurt het ongeveer een jaar
voordat het definitieve eindrapport beschikbaar wordt gesteld door ICAO. Dit
rapport is eind maart door ICAO uitgebracht.1
Kernpunten van de bevindingen
Tijdens de audit is aan het Audit team duidelijk gemaakt dat de drie landen
binnen het Koninkrijk volledig zelfstandig zijn voor wat betreft luchtvaart.
Dat betekent ook dat ieder land zijn eigen luchtvaartveiligheidssysteem heeft
ingericht. Wel bestaat een samenwerkingsrelatie tussen de landen van het Koninkrijk.
ICAO merkt hierover op dat binnen het Koninkrijk beter gebruik zou moeten
worden gemaakt van de beschikbare kennis en capaciteit en meer gezamenlijk
opgetrokken zou moeten worden, mede in het licht van de komende veranderingen
binnen het Koninkrijk.
Binnen het Koninkrijk zijn wel een aantal bevindingen gedaan, maar in
geen van de landen is sprake van een «significant safety concern».
Verder behandelt ICAO de drie landen apart. De bevindingen voor Nederland
komen in grote lijnen op het volgende neer.
– De Nederlandse wet- en regelgeving is grotendeels op orde voor
luchtvaartveiligheid. Enkele procedures kunnen beter gevolgd worden, waardoor
wijzigingen van standaarden van ICAO beter in het Nederlandse systeem verwerkt
worden.
– Organisatorisch is Nederland op orde, alleen kan meer aandacht
aan opleiding en training van technisch toezichtpersoneel besteed worden.
– Verdere punten van aandacht zijn het toezicht op gedelegeerde
luchtverkeersdienstverleningstaken (Militairen, Eurocontrol, Meteo, Search &
Rescue), de regelgeving en procedures voor de veilige inrichting en het gebruik
van luchthavens en de procedures die toegepast worden bij ongevalsonderzoek.
Voor Aruba liggen de bevindingen in het verlengde van de Nederlandse bevindingen.
Ten tijde van de audit was de Luchtvaartlandsverordening (de «Luchtvaartwet»
van Aruba) nog niet aangepast aan de nieuwste ICAO vereisten, waardoor grote
delen regelgeving niet op orde waren. Een andere belangrijke bevinding is
het tekort aan toezichtpersoneel op het gebied van luchthavens en luchtverkeersdienstverlening.
Op de Nederlandse Antillen is geconstateerd dat er een behoorlijk systeem
is opgezet, met goede wetgeving en onderliggende regelgeving. Deze moet op
een aantal punten nog wel aangevuld worden en doordat deze recent is opgesteld,
ontbreekt het nog aan uitvoeringsprocedures en implementatie. Een van de bevindingen
is dat er bij de Directie Luchtvaart van de Nederlandse Antillen een tekort
aan personeel is om te zorgen voor adequaat veiligheidstoezicht op de luchthavens
en de luchtverkeersdienstverlening. Dit tekort is vooral een gevolg van het
wettelijk vastgelegde maximum aantal medewerkers.
Met de rapportage over de audit bevestigt ICAO dat in Nederland een goed
georganiseerd luchtvaartveiligheidssysteem bestaat. Nederland scoort op dit
moment een zesde positie in de wereld, afgemeten aan de audit resultaten.
Dit is een goed uitgangspunt om de ambitie met betrekking tot de veiligheid
die in de Luchtvaartnota opgenomen is, te bereiken. Met de Beleidsagenda Luchtvaartveiligheid
2010–2015, die in de Luchtvaartnota aangekondigd is en die begin volgend
jaar gereed zal zijn, zal verder uitwerking gegeven worden aan het luchtvaartveiligheidsbeleid
in Nederland, zodat de genoemde ambitie bereikt kan worden.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings