24 691 Ruimtetekort in mainport Rotterdam

Nr. 115 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2012

Conform de Regeling Grote Projecten rapporteer ik u over de voortgang van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR). Per brief d.d. 2 februari 2012 heeft u ingestemd met mijn verzoek om in het vervolg jaarlijks voor 1 oktober te rapporteren over de stand van zaken met peildatum 30 juni. De bijgevoegde voortgangsrapportage betreft daarom ook de periode 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012.1) In deze brief geef ik u zowel een terugblik op de verslagperiode als informatie over de belangrijkste ontwikkelingen na de peildatum van 30 juni 2012 en een doorkijk naar de volgende verslagperiode.

Terugblik verslagperiode 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012

Het deelproject Landaanwinning verloopt voorspoedig. Op 30 juni 2012 was ruim 85% van het benodigde zand voor de aanleg van de eerste fase van Maasvlakte 2 aangebracht. Aan terminaloperator RWG zijn in april 2012 de voor hen laatste deelterreinen en kademuren overgedragen. In december 2011 is knooppunt B opgeleverd. Dit knooppunt zorgt voor de ontsluiting van het Distripark Maasvlakte en de verbinding van Maasvlakte 2 op Maasvlakte 1. Het spoorinfradeel bij het entreegebied van Maasvlakte 1 en 2 is in juni 2012 gereed gekomen. In mei 2012 is het strand aan de rand van Maasvlakte 2 gedeeltelijk (het intensieve recreatiestrand) opengesteld.

De werkzaamheden ten behoeve van de monitoring en evaluatie van de ontwikkelingen in de aangelegde natuurcompensatiegebieden worden volgens plan uitgevoerd. In 2011 is de midterm evaluatie uitgevoerd met als conclusie dat de gekozen opzet en uitvoering de informatiebehoefte dekt. In de Duincompensatie is het verstuivingsproces gestart en ligt de ontwikkeling van het open, droge duin op koers. De ontwikkeling van de natte duinvallei gaat gestaag in de goede richting. De toegangsbeperkingen in de Voordelta zijn ingesteld en de handhaving daarvan is actief opgepakt.

Bijna alle ruimtelijke planprocedures van het deelproject 750 ha natuur- en recreatiegebied zijn in de verslagperiode en net daarna afgerond. Het bestemmingsplan voor de Schiezone en dat voor het Buijtenland van Rhoon zijn op respectievelijk 7 september 2011 en 18 juli 2012 onherroepelijk geworden. De zitting bij de Raad van State ten behoeve van de beroepsprocedure voor de Vlinderstrik heeft op 31 mei 2012 plaatsgevonden. Naar verwachting volgt de uitspraak begin oktober 2012. Op 21 mei 2012 heeft de officiële opening plaatsgevonden van een deel van de Schiezone. In de verslagperiode heeft de provincie Zuid-Holland in samenwerking met de beoogde beheerders gewerkt aan een geïntegreerd Inrichtings- en beheerplan, dat richting geeft aan de planuitwerking van het Buijtenland van Rhoon. Op 14 februari 2012 is de opdracht voor de bouw van de Groene Verbinding (de fiets- en wandelverbinding die het zuiden van Rotterdam met het Buijtenland van Rhoon gaat verbinden) gegund. In mei 2012 is de aannemer met de heiwerkzaamheden gestart.

In de verslagperiode zijn vijf leefbaarheidsprojecten uit het BRG-programma (Bestaand Rotterdams Gebied) afgerond. Het betreft drie wegdelen die voorzien zijn van stil asfalt, een natuurontwikkelingsgebied en een rivierpark. Intussen is, gemeten naar de financiële waarde, 49 % van de leefbaarheidsprojecten afgerond. De DCMR heeft een effectprognose uitgevoerd, daarin werd geconcludeerd dat er sprake is van een gestage voortgang van de uitvoering van het BRG-programma en dat een groot deel van de afgeronde projecten aan de projectambities voldoet. Over de drie projecten die nog niet geheel voldoen, wordt opgemerkt dat het oordeel bij een volgende effectmonitor anders kan uitvallen wanneer de gesignaleerde knelpunten zijn opgelost.

Ontwikkelingen na peildatum 30 juni 2012 en doorkijk naar volgende rapportageperiode

Op 11 juli 2012 is op feestelijke wijze, door afsluiting van het sluitgat in de zeewering, de open verbinding met zee gesloten. In oktober 2012 wordt de weg en het spoor naar Maasvlakte II geopend en in diezelfde maand zal ook het strand weer volledig opengesteld worden. De bouw van de kademuur voor deelterrein terminaloperator APMT loopt volgens planning waardoor de kademuren en het laatste terreindeel in april 2013 aan APMT kunnen worden opgeleverd. In 2013 zal de doorsteek van de Yangtzehaven zijn afgerond waarna de eerste schepen kunnen binnenvaren voor het testen van de terminals. Naar verwachting is fase 1 van de aanleg van de landaanwinning afgerond in 2014 als het laatste deel van het project (knooppunt Europaweg) wordt opgeleverd.

Met het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan van het Buijtenland van Rhoon is planologische duidelijkheid ontstaan voor het gebied. De provincie Zuid-Holland werkt samen met de nieuw opgerichte Stuurgroep «het Buijtenland van Rhoon» aan het Schetsontwerp voor het gebied, dat de basis vormt voor het Inrichtings- en beheerplan. In deze nieuwe Stuurgroep hebben provincie Zuid-Holland, de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht en Rotterdam, de stadsregio Rotterdam, de beoogde beheerders – Stichting het Zuid-Hollands Landschap en het Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde – en LTO zitting. De inzet van de Provincie is erop gericht dat Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland in mei 2013 het Schetsontwerp kunnen vaststellen. Hoewel de voortgang van de planvorming volgens de provincie Zuid-Holland past binnen de in de UWO en het Uitvoeringsprogramma PMR/750ha gemaakte afspraken over de planning, meldt de Provincie dat het realiseren van die afspraken onder druk staat. De Provincie Zuid-Holland zal de Stuurgroep benutten voor de ontwikkeling van een gedragen Inrichtings- en beheerplan. Daarnaast zal de Provincie de minnelijke grondverwerving intensiveren en de vereiste stappen zetten om, indien dat nodig mocht zijn, over te kunnen gaan tot onteigening.

Al met al ligt het gehele project Mainportontwikkeling Rotterdam goed op koers en neemt het aantal risico’s gestaag af. Ik ben voornemens om in 2013 een tussentijdse evaluatie uit te voeren op de voortgang en uitvoering van het project conform de PKB PMR. Aan de hand van de evaluatie kan dan met u bekeken worden waar de komende jaren de accenten moeten komen te liggen. Naar mijn verwachting zullen de resultaten van de evaluatie u een goede basis geven, zodat u kunt bepalen of het nodig is om de status van PMR als Groot Project te handhaven.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

1) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven