23 235 Thuiszorg

Nr. 145 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2016

Hedenmiddag heeft u mij verzocht om een nadere duiding van de brief over het onafhankelijk onderzoek naar de gang van zaken bij Alliade (Handelingen II 2015/16, nr. 77, Regeling van werkzaamheden).

Zoals ik in mijn brief aangaf doen de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het CIBG eigen, onafhankelijk onderzoek.

De vraag van de Kamer is of ook het onderzoek van de door Alliade zelf ingestelde commissie onafhankelijk plaats zal vinden. Hierbij bevestig ik dat ook de door Alliade zelf ingestelde onderzoekscommissie onafhankelijk van Alliade zijn werk zal doen. Dit krijgt onder andere zijn beslag door de samenstelling van de commissie. Ikzelf zal zeker stellen dat de onderzoekscommissie onafhankelijk van Alliade kan en zal opereren. Dat zal ik onder andere doen door zelf de onderzoeksopdracht te beoordelen en er op toe te zien dat expliciet in de opdracht wordt geborgd dat het onderzoek onafhankelijk zal verlopen.

Zoals ik u in mijn eerdere brief heb geschreven (Kamerstuk 23 235, nr. 144), zullen de IGZ en de NZa, naast het doen van eigen onderzoek, ook deze opdracht aan de onderzoekscommissie bezien.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven