Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 april 2011
Conform mijn toezegging in het debat van 16 februari 2010 (Handelingen II, 2010/11, nr. 53, item 6, blz. 30–41) stuur ik u hierbij de bevindingen vanuit het overleg dat mijn ministerie, samen met het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschappen, heeft gevoerd met een vertegenwoordiging van de VNG, PO-Raad (Primair Onderwijs) en de VO-Raad (Voortgezet
Onderwijs) over de aanwezigheid van asbest in schoolgebouwen.
Ik bevestig u (zie ook mijn brief van 28 januari jl, TK22 343, nr. 250) dat de VNG en de PO en VO-Raad hun verantwoordelijkheid hierin namen en nemen en dat zij hun leden om inzicht hebben verzocht
in de situatie rond asbest. Daaruit bleek dat schooldirecties niet in alle gevallen op de hoogte zijn, maar vaak weten de
schoolbesturen of de gemeenten wel of er asbest in een schoolgebouw zit. Sinds 1994 zijn er veel asbestinventarisaties uitgevoerd
en waar nodig zijn reeds asbestsaneringen gedaan, maar niet duidelijk is of de asbestinventarisaties uit het verleden voldoen
aan de eisen die wij daar in 2011 aan stellen. Omdat de verantwoordelijkheden voor de onderwijshuisvesting in het primair
en voortgezet onderwijs decentraal zijn belegd en er geen centrale registratie is van de schoolgebouwen, is de conclusie dat
een landelijk beeld ontbreekt.
Het blijft belangrijk om te realiseren dat bij een inventarisatie de bouwkundige integriteit van een gebouw of constructie
niet wordt aangetast. Hierdoor is nooit met 100% zekerheid te zeggen dat álle eventueel aanwezige asbest (ook «dieper» in
de constructie als bijvoorbeeld een fundering) in kaart is gebracht. Het blijft daarom geboden om hier bij gebouwen van vóór
1994 alert op te zijn.
Samen met de VNG en de sectorraden onderschrijf ik de noodzaak dat in het kader van het voorzorgbeginsel alle scholen op asbest
worden geïnventariseerd, ook in niet-sloopsituaties, en wel uiterlijk in de zomer van 2012.
De VNG ondersteunt een landelijke inventarisatie en zal gemeenten adviseren om in contact te treden met hun schoolbesturen.
De sectorraden gaan hun schoolbesturen aanschrijven om de situatie in alle schoolgebouwen nauwkeurig in kaart te brengen en
de asbestsituatie in hun gebouwen op een centraal punt aan te melden. Het totale scholenbestand omvat circa 8 200 scholen
in het basis-, speciaal en voortgezet onderwijs met een totaal vloeroppervlak van ruim 17 miljoen m2. Dat is dus bijna drie keer meer dan in het debat van 16 februari jl. werd aangenomen. Uiteraard is een deel van deze schoolgebouwen
na 1994 gebouwd en kan dus geen asbest bevatten.
Samen met de sectorraden en de VNG werk ik afspraken uit waar de volledige medewerking wordt toegezegd aan het realiseren
van een asbestinventarisatie bij alle scholen voor de zomer van 2012.
Vanuit mijn ministerie ondersteun ik, in samenwerking met VNG en sectorraden, de gemeenten en schoolbesturen zoveel mogelijk
door de informatie en expertise op het gebied van (aanbesteding van) asbestinventarisaties ter beschikking te stellen via
een voorlichtingstraject en via de Helpdesk bij Kenniscentrum Infomil. Zo zullen handvatten worden geboden aan de opdrachtgever
met uitleg over de voorwaarden, richtlijnen en kwaliteitseisen waaraan een goede asbestinventarisatie moet voldoen, inclusief
de risico inschatting naar aanleiding van deze resultaten op basis waarvan de handelwijze wordt bepaald voor het traject van
asbestverwijdering. De datum van 2012 heeft mogelijk een prijsopdrijvend effect. Ik heb natuurlijk geen invloed op de prijzen,
maar ik zal centraal signaleren dat de snelheid die wij nu betrachten niet ten koste gaat van de kwaliteit van de inventarisatierapporten
of dat er sterke prijsstijgingen optreden ten gevolge van de tijdelijke grotere vraag.
Via het Landelijk asbestvolgsysteem, dat dit najaar wordt opgeleverd, worden de asbestinventarisatierapporten centraal opgeslagen.
Ook wordt via het asbestvolgsysteem transparant gemaakt wanneer het asbest uit de scholen wordt verwijderd. Daarmee ontstaat
een landelijk beeld.
Een aandachtspunt is nog de kwaliteit van de asbestinventarisatierapporten. Wij bieden daarom via Infomil aan scholen een
extra kwaliteitstoets waarbij we hen als opdrachtgever adviseren pas te betalen zodra bevestigd is dat het inventarisatierapport
voldoet aan de vooraf gestelde eisen. Onderwijl wordt door de collega’s van SZW gewerkt aan aanpassing van het stelsel van
certificering.
Ik ben ervan overtuigd dat met deze inspanningen van de sectorraden en de VNG de inventarisatie van asbest in scholen voortvarend
wordt opgepakt en ik zal bewaken dat dit ook echt gebeurt. Ik zal uw Kamer komend jaar over de stand van zaken berichten.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
J. J. Atsma