21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 701 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2018

Hierbij informeer ik uw Kamer over de stand van zaken in de procedure bij het Hof van Justitie inzake het Duitse vignet voor personenvoertuigen en campers (zaak C-591/17), conform het verzoek van uw Kamer van 21 december 2017. Omdat het gaat om een lopende gerechtelijke procedure en de processtukken vertrouwelijk zijn, zal ik niet specifiek ingaan op de inhoud van de diverse stukken. Hieronder wordt de stand van zaken vooral procesmatig weergegeven.

Processtappen van partijen

Zaak Oostenrijk tegen Duitsland

Oostenrijk heeft op 12 oktober 2017 een beroep tegen Duitsland bij het Hof van Justitie ingesteld, wegens het niet nakomen van haar Europeesrechtelijke verplichtingen door de invoering van een gebruiksheffing voor personenauto’s in combinatie met een fiscale compensatie voor de houders van in Duitsland geregistreerde personenauto’s. Volgens Oostenrijk schendt Duitsland hiermee het verbod op discriminatie (artikelen 18 en 92 VWEU) en is er sprake van een ongerechtvaardigde belemmering van het vrije verkeer (artikelen 34 en 56 VWEU). Dit beroep is aangekondigd op 27 november 2017 in het Publicatieblad van de EU (PbEU 2017, C402). De zaak bevindt zich momenteel in de schriftelijke fase, waarin partijen over en weer hun argumenten schriftelijk naar voren brengen.

Interventie Nederland

Uw Kamer is bij brief van 13 december 2017 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 687) geïnformeerd over het Kabinetsbesluit van 8 december 2017 om te interveniëren aan Oostenrijke zijde, overeenkomstig de motie van het lid Ronnes c.s. (Kamerstuk 21 501-33, nr. 641). Nederland heeft op 12 december 2017 haar verzoek tot interventie bij het Hof van Justitie ingediend. Na toelating door het Hof van Justitie heeft Nederland haar standpunt in deze zaak, de zogenaamde Memorie van Interventie, ingediend op 14 maart 2018.

In de Kamerbrief van 13 december 2017 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 687) is uw Kamer reeds geïnformeerd over het Nederlandse standpunt: dat bij de invoering van een nieuw systeem, enige compensatie dan wel complementaire maatregelen gebruikelijk zijn, maar de in het Duitse systeem voorziene 1-op-1 compensatie of meer dan dat, feitelijk betekent dat alleen kentekenhouders van voertuigen die niet in Duitsland zijn geregistreerd, de kosten van het vignet zullen voelen. Het kabinet acht dit in strijd met het verbod op (indirecte) discriminatie als ook een ongerechtvaardigde belemmering van het vrije verkeer.

Denemarken

Het is bekend geworden dat Denemarken heeft geïntervenieerd aan Duitse zijde. De Deense regering heeft najaar 2017 laten weten voornemens te zijn een vignet voor personenvoertuigen en bestelauto´s in te voeren in 2020. In een brief aan het Deense parlement van 17 januari 2018 laat de Deense regering weten dat de zaak betreffende het Duitse vignet van betekenis kan zijn voor de invoering van een vignet in Denemarken – dat nog wordt uitgewerkt – en dat de Deense regering daarom interesse heeft in interveniëren.

Europese Commissie

Zoals ik eerder aan de Kamer heb gemeld, heeft de Commissie haar inbreukprocedure tegen Duitsland over deze kwestie gesloten, na overleg met Duitsland over de benodigde aanpassingen in de Duitse wetgeving.

Conform artikel 259 VWEU heeft Oostenrijk, alvorens beroep in te stellen bij het Hof, haar klacht over de Duitse maatregel aan de Commissie voorgelegd. Dit heeft niet tot een oplossing van het geschil geleid. Of de Commissie van plan is te interveniëren in de procedure voor het Hof, is onbekend. Zoals gezegd is deze procedure nog gaande.

Vervolg proces

Het Hof van Justitie beslist over het precieze tijdpad, dat nog niet bekend is. Na sluiting van de schriftelijke fase zal een mondelinge fase volgen, waarin ook Nederland de ruimte krijgt om indien gewenst zijn standpunt toe te lichten. Naar verwachting wordt de mondelinge fase in de tweede helft van 2018 doorlopen. Alvorens het Hof tot een uitspraak zal komen, zal een Advocaat-Generaal het Hof adviseren door middel van een zogenaamde «conclusie». De uitspraak van het Hof wordt in 2019 verwacht.

Overige ontwikkelingen in Duitsland betreffende het vignet

Zoals uw Kamer is medegedeeld in de brief van 13 december 2017 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 687) kan Duitsland intussen doorgaan met (de voorbereidingen voor) de invoering van het vignet, de zaak voor het Hof van Justitie heeft geen opschortende werking. Duitsland was voornemens het vignet voor personenvoertuigen en campers in te voeren per 1 januari 2019. Ik heb uit de Duitse media begrepen dat de invoering van het vignet in de aanbestedingsfase vertraging oploopt, en dat invoering niet eerder dan 2020 wordt verwacht.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven