21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 564 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 januari 2012

Met deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de agenda staan van de Landbouw- en Visserijraad die 23 januari plaatsvindt in Brussel, alsmede over mijn inzet tijdens die bijeenkomst. Ik licht u in deze brief tevens in over ontwikkelingen ten aanzien van (mogelijke) visserijprotocollen met Marokko, Mauritius en Mozambique en over de in Nederland geconstateerde visziekte Infectieuze Hematopoïetische Necrose.

Op de agenda van de Raad staat een presentatie van het Deense voorzitterschap van haar werkprogramma voor het komende half jaar. Ook zal de Raad van gedachten wisselen over de wetgevingsvoorstellen voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) 2014–2020, in het bijzonder het markt- en prijsbeleid. Onder diversen is de presentatie van de Commissie over haar (nog te verschijnen) Mededeling betreffende de EU-strategie inzake de bescherming en het welzijn van dieren geagendeerd.

Werkprogramma Deens voorzitterschap

(Presentatie door het voorzitterschap)

In de eerste helft van 2012 bekleedt Denemarken het voorzitterschap van de Raad. In de Landbouw- en Visserijraad zal het Deense voorzitterschap zijn werkprogramma voor deze Raadsformatie presenteren.

Op landbouwgebied heeft het Deense voorzitterschap de volgende prioriteiten vastgesteld:

  • de toekomst van het GLB, in het bijzonder de wetgevingsvoorstellen;

  • maatregelen op het gebied van kwaliteit van landbouwproducten;

  • aanpassingen in de GLB-wetgeving conform het Verdrag van Lissabon, met inachtneming van vereenvoudigingsmaatregelen;

  • aanpassing van regelgeving voor biologische landbouw;

  • tegengaan van antibioticaresistentie;

  • modernisering van de regels voor vleeskeuring;

  • EU-dierenwelzijnstrategie.

Op visserijgebied zal het komende half jaar de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid centraal staan. Daartoe behoort ook de vorming van een nieuw Europees Maritiem en Visserij Fonds binnen de bredere onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (2014–2020) voor de EU. Daarnaast zal er aandacht zijn voor de jaarlijkse vaststelling van de vangstmogelijkheden en voor de externe dimensie van het visserijbeleid, met name over de onderhandelingen over akkoorden van de EU met derde landen.

Wetgevingsvoorstellen GLB: tafelronde markt- en prijsbeleid

(Gedachtewisseling)

Op 12 oktober jl. heeft de Commissie haar wetgevingsvoorstellen voor het GLB gepresenteerd. Tijdens de Landbouw- en Visserijraad van 20 oktober jl. heeft de Commissie deze nader toegelicht. De Raad heeft vervolgens een eerste reactie gegeven. In de Landbouw- en Visserijraad van 14 november en 15 december jl. heeft een eerste discussie over de voorstellen met betrekking tot de directe betalingen (eerste pijler) en het plattelandsbeleid (tweede pijler) plaatsgevonden. In de komende Landbouw- en Visserijraad zal over de voorstellen met betrekking tot het markt- en prijsbeleid worden gesproken. Mijn inzet zal in lijn zijn met de kabinetsreactie op de GLB-wetgevingsvoorstellen (TK 28 625, nr. 137) die tijdens het AO-behandelvoorbehoud GLB van 13 december jl. met uw Kamer is besproken.

Diversen

Mededeling EU-strategie Dierenwelzijn 2012–2015

(Presentatie door de Commissie)

De Commissie zal tijdens de Landbouw- en Visserijraad van 23 januari 2012 een presentatie geven over haar Mededeling EU-strategie dierenwelzijn 2012–2015.

De EU-strategie Dierenwelzijn betreft een vervolg op het communautaire actieplan 2006–2010. Het verschijnen van de Mededeling wordt kort voor de Raad verwacht.

Mijn inzet voor de EU-strategie Dierenwelzijn is geformuleerd in brieven aan de Tweede Kamer en de hieraan gerelateerde brief aan Commissaris Dalli (28 286, nr. 514 en 28 286/21 501-32, nr. 526). Verder wacht ik de Mededeling van de Commissie af.

De hoofdpunten van mijn inzet zijn:

  • Regelgeving voor diercategorieën waarvoor nog specifieke EU-regelgeving ontbreekt;

  • Modernisering en aanscherping van bestaande regels betreffende:

    • transport van dieren;

    • bedwelmingsmethoden voor pluimvee en kweekvis;

    • huisvesting varkens;

    • diergerelateerde indicatoren voor vleeskuikens.

  • Verbeteren van de bestaande veterinaire regels voor de handel in honden;

  • Meer actieve inzet door de Commissie voor wat betreft handhaving (van regels);

  • Stimuleren van niet-wetgevingsactiviteiten, zoals:

    • opzet van een EU-benchmarkingssysteem voor diervriendelijk geproduceerde producten;

    • richtsnoeren voor interpretatie van regelgeving.

Schmallenbergvirus

Naar aanleiding van het SCOFCAH en overleg met de Europese Commissie heb ik het voorzitterschap verzocht de recente ontwikkelingen met betrekking tot het Schmallenbergvirus te agenderen als diversenpunt.

Overig

Ontwerp-onderhandelingsmandaat voor een visserijprotocol tussen de EU en Marokko

In mijn brief van 22 december jl. (21 501-32, nr. 562) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de onthouding van goedkeuring aan het protocol tussen de EU en Marokko door het Europees Parlement. De Commissie heeft de Raad verzocht spoedig aan te geven of die met Marokko wil onderhandelen over een nieuw visserijprotocol. Met het oog daarop heeft de Commissie inmiddels een ontwerp-onderhandelingsmandaat aan de Raad gezonden. In dit ontwerp-mandaat wordt voorgesteld met Marokko te gaan onderhandelen op basis van een aantal uitgangspunten. De toegang tot de visserijzones van Marokko moet onder zodanige voorwaarden geregeld worden dat een nieuw visserijprotocol voor de EU adequate economische voordelen oplevert. Tevens wordt voorgesteld de dialoog over het sectorale beleid te versterken in overeenstemming met de nationale doelstellingen van Marokko. Bij de vaststelling van de vangstmogelijkheden dient rekening te worden gehouden met de best beschikbare wetenschappelijke adviezen, waarbij bovendien alleen het surplus (het deel waar Marokko niet op wenst te vissen) in aanmerking kan komen voor bevissing door de EU. In het protocol moet verder een mensenrechtenclausule worden opgenomen en het zal garanties moeten bieden dat Marokko de internationale verplichtingen met betrekking tot de bevolking van de Westelijke Sahara nakomt. Dit betekent dat Marokko regelmatig zal moeten rapporteren over de sociale en economische impact van de sectorale steun voortvloeiend uit het protocol, inclusief de geografische spreiding hiervan.

Ik ben van oordeel dat het ontwerp-mandaat grotendeels overeenkomt met de voor mij belangrijke voorwaarden, maar ik zet in op een verdere aanscherping. Het gaat dan met name om de noodzaak van adequate beheerplannen in de relevante regionale visserijbeheerorganisaties, toepassing van het principe van Maximum Sustainable Yield (MSY) en de financiële bijdrage van de private sector.

Ontwerp-onderhandelingsmandaat voor een visserijprotocol tussen de EU en Mauritius

De Commissie heeft, zoals ik uw Kamer heb geïnformeerd in mijn brief van 26 oktober jl. (21 501-32, nr. 529), een ontwerp-mandaat voorgelegd aan de Raad om te onderhandelen over een nieuw protocol tussen de EU en Mauritius. De tekst van het ontwerp-mandaat voldoet in mijn ogen aan de voorwaarden om te komen tot een duurzame partnerschapsovereenkomst. Overeenkomstig mijn inzet, waarover ik u heb geïnformeerd, is op mijn verzoek in de tekst van het mandaat een passage opgenomen over de noodzaak van relevante beheerplannen in de regionale visserijbeheerorganisatie. Ik ben voornemens akkoord te gaan met het voorgestelde onderhandelingsmandaat.

Dit dossier verschijnt waarschijnlijk als hamerpunt (A-punt) op de agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 23 januari.

Vaststelling van een visserijprotocol tussen de EU en Mozambique

Zoals ik uw Kamer heb gemeld in mijn brief van 26 oktober (TK-21 501-32, nr. 529 ) heeft de Commissie in juni 2011 een nieuw visserijprotocol tussen de EU en Mozambique geparafeerd. De Commissie heeft inmiddels het geparafeerde protocol en de voorlopige inwerkingtreding ervan, evenals de verdeling van de visserijmogelijkheden over de lidstaten, ter goedkeuring aan de Raad voorgelegd.

Het voorgestelde protocol is in lijn met het onderhandelingsmandaat dat in februari 2011 als A-punt is aangenomen door de Raad (zie mijn brief aan uw Kamer; 21 501-32, nr. 440). De EU-vloot is een relatief kleine speler in de Indische Oceaan. Het protocol geeft 75 vaartuigen van de EU de mogelijkheid migrerende soorten te volgen, wanneer ze op hun trek door de Indische Oceaan in de economisch exclusieve zone van Mozambique komen. Het gaat met name om skipjacktonijn, geelvintonijn, grootoogtonijn en zwaardvis. Het beheer van deze soorten valt onder de Indian Ocean Tuna Commission (IOTC). Met het protocol, dat loopt van 2012 tot en met 2014, is jaarlijks één miljoen euro gemoeid, waarvan de helft is bestemd voor sectorale steun.

Het voorgestelde protocol is ten opzichte van het bestaande protocol op een aantal punten verbeterd. Het bedrag dat is geoormerkt voor sectorale steun is verdubbeld en de EU-vloot wordt verplicht met een deel van de vaartuigen een haven van Mozambique aan te doen voor inspectie alvorens visserijactiviteiten te starten. Ook zijn er verbeteringen op het gebied van monitoring en het verzamelen van wetenschappelijke informatie. Verder wordt met het protocol uitvoering gegeven aan de verplichtingen die volgen uit beheermaatregelen van het IOTC.

Wat betreft het beheer van de soorten is de geelvintonijn een aantal jaren niet duurzaam bevist, maar de situatie lijkt door vermindering van de visserijdruk nu verbeterd. De huidige vangsten zijn volgens de evaluatie onder de hoeveelheid die door het IOTC worden beschouwd als MSY-niveau. Aandacht blijft nodig voor de zwaardvis, waarvoor aanwijzingen zijn voor een te hoge visserijdruk op een deel van het bestand, en voor de bijvangst van haaien.

Ik ben voornemens in te stemmen met het protocol. Het voldoet aan de voorwaarden van de IOTC en is overeenkomstig het door de Raad verstrekte onderhandelingsmandaat. Tevens is een aantal belangrijke verbeteringen aangebracht met betrekking tot sectorale steun. Wel zal ik aandacht blijven houden en vragen voor een beheer van de betrokken soorten op basis van adequate beheerplannen in de relevante regionale visserijbeheerorganisatie.

Stand van zaken Infectieuze Hematopoïetische Necrose

Recentelijk is de visziekte Infectieuze Hematopoïetische Necrose (IHN) geconstateerd bij vijf Nederlandse forelbedrijven. Deze visziekte komt vaker voor in Europa en bij constatering van de ziekte moeten maatregelen worden getroffen om deze niet verder te verspreiden. Dit is inmiddels onder toezicht van de nVWA gebeurd.

De getroffen forelbedrijven zijn bovendien in samenwerking met de nVWA en het Centraal Veterinair Instituut (CVI) bezig maatregelen te treffen om de ziekte onder controle te krijgen.

Bij één van de bedrijven is inmiddels uit analyse van het CVI gebleken dat de ziekte niet meer aanwezig is. Bij de andere bedrijven is het proces om de ziekte uit te roeien nog gaande.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

Naar boven