21 501-08 Milieuraad

Nr. 645 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 september 2016

Hierbij doe ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de geannoteerde agenda toekomen van de Buitengewone Milieuraad die op 30 september zal plaatsvinden in Brussel. Deze extra raad is ingelast om een snel besluit mogelijk te maken over de goedkeuring van het Parijs Akkoord door de Europese Unie. Doel is om te bevestigen dat de Europese Unie en de lidstaten het akkoord zo spoedig mogelijk zullen ratificeren zonder daarbij te wachten tot de laatste lidstaat zijn nationale procedures heeft afgerond.

Het Slowaakse voorzitterschap gebruikt deze extra Raad tevens om de Conclusies voor COP22 te Marrakesh vast te stellen.

Ratificatie Parijs Akkoord

Inhoud

Op 18 maart 2016 heeft de Europese Raad geconcludeerd dat de EU en haar lidstaten in staat moeten worden gesteld het Parijs Akkoord zo spoedig mogelijk te bekrachtigen. De Milieuraad van 30 september streeft naar het bereiken van overeenstemming over een besluit betreffende de sluiting (de ratificatie), namens de Europese Unie, van het Parijs Akkoord. Het voorgestelde besluit geeft ruimte om als Unie separaat, en eerder dan collectief met alle lidstaten mogelijk zal zijn, te ratificeren. Het besluit dient, na het bereiken van overeenstemming door de Milieuraad, instemming te krijgen van de plenaire zitting van het Europese parlement, waarna de Raad het besluit op 7 oktober kan nemen. Vervolgens kan de EU nog dezelfde dag in New York ratificeren. Hiermee kan de EU er voor zorgen dat de grens van 55% overschreden wordt en het Akkoord tijdens de COP in Marrakesh in werking kan treden.

Tijdens de Informele Bijeenkomst van 27 regeringsleiders en staatshoofden in Bratislava op 16 september 2016 is door aanwezige leiders de wens tot snelle ratificatie uitgesproken. Ratificatie door de EU en eventueel enkele lidstaten die hun nationale procedures al afgerond hebben, bindt alleen de EU en die lidstaten aan het Akkoord. Het Koninkrijk der Nederlanden is pas gebonden aan het Akkoord nadat het zelf heeft geratificeerd. Dit kan nadat de goedkeuringswet daartoe in werking is getreden. De Rijksministerraad heeft de ontwerpgoedkeuringswet reeds op 16 september 2016 aangenomen en deze ligt op dit moment voor advies bij de Raad van State. De verwachting is dat de Raad van State het wetsvoorstel voortvarend ter hand zal nemen, zodat het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk bij de uw Kamer kan worden ingediend.

Ingeval het Akkoord – zoals nu te verwachten is – in werking treedt voordat het Koninkrijk heeft geratificeerd, zal Nederland waarnemer bij het Akkoord zijn. Indien de EU dan wel al partij is geworden zal de Nederlandse positie via de EU lijn ingebracht worden. Het kabinet ziet uit naar een spoedige behandeling door de Staten-Generaal zodat de waarnemersstatus bij het Akkoord zo kort mogelijk zal zijn.

Inzet Nederland

Nederland is groot voorstander van een snelle ratificatie door de Europese Unie en heeft hier tijdens het EU voorzitterschap ook voor gepleit. Nederland kan instemmen met het voorliggende besluit zodat de EU als volwaardige partij kan meepraten en beslissen over de verdere uitwerking van het Parijs Akkoord.

Indicatie Krachtenveld

Alle lidstaten lijken in te kunnen stemmen met het voorliggende besluit en een eventuele snelle ratificatie door de EU en lidstaten die daartoe in staat zijn.

Raadsconclusies Klimaatconferentie Marrakesh (COP 22)

Inhoud

Het voorzitterschap streeft naar het aannemen door de Raad van conclusies in voorbereiding op de 22e Conferentie van Partijen bij het VN klimaatverdrag (COP22).

De conceptconclusies (doc. nr 11708/2/16 REV 2) richten zich onder andere op ratificatie en implementatie van het Parijs Akkoord, de gewenste uitkomsten van de COP en de processen onder het Montreal Protocol en in ICAO en IMO.

De conceptconclusies benadrukken het belang van een gebalanceerde implementatie van de afspraken van Parijs en van uitvoering van de Sustainable Development Goals voor het behalen van de doelen van het Parijs Akkoord. De (mogelijke) snelle inwerkingtreding van het Akkoord en het groeiende aantal ratificaties worden verwelkomd als blijk van het heersende internationale politieke momentum en de EU en de lidstaten worden opgeroepen zo snel mogelijk de voor ratificatie benodigde procedures af te ronden. De conceptconclusies refereren aan het implementatietraject dat de EU al heeft ingezet met de door de Commissie gedane voorstellen in het kader van het 2030 klimaat- en energiepakket en benadrukken de toezegging om ervaringen te delen en steun te verlenen bij de ontwikkeling en implementatie van ambitieus klimaatbeleid.

Over COP22 onderstrepen de conceptconclusies dat het een «actie- en implementatie COP» is waar de voortgaande mondiale betrokkenheid bij ambitieuze klimaatactie getoond moet worden. De COP moet daarnaast voortgang boeken bij de uitwerking van de gedetailleerde implementatieregels van Parijs, zich voorbereiden op inwerkingtreding van het akkoord en zorgen voor gebalanceerde implementatie van mitigatie, adaptatie en ondersteuning. Daarbij horen een snelle afronding van de evaluatie van het internationale WarschauMechanisme voor verlies en schade en het Adaptatiecomité, het operationaliseren van het Parijs Comité voor Capaciteitsopbouw en de verdere ontwikkeling van het raamwerk voor transparantie van acties en ondersteuning.

De conceptconclusies benadrukken het belang van versterkte klimaatactie vóór 2020 en onderstrepen de rol van multilaterale samenwerking onder het klimaatverdrag en vrijwillige samenwerking door middel van de Global Climate Action Agenda, waaronder die van lagere overheden, steden en bedrijven. Tevens wordt de rol van koolstofbeprijzing genoemd en worden de initiatieven op dat terrein verwelkomd.

Tot slot beogen de conceptconclusies resultaten onder het Montreal Protocol met betrekking tot de fluorkoolwaterstoffen (HFKs) te verwelkomen, net als resultaten van ICAO over het aannemen van een Global Market Based Mechanism en dringen de conceptconclusies er bij de IMO op aan emissies van internationale zeevaart zodanig aan te pakken dat ook deze sector zijn eerlijke aandeel in de mondiale mitigatie inspanning gaat bijdragen.

Inzet Nederland

Nederland kan instemmen met de conceptconclusies.

Indicatie krachtenveld

De lidstaten kunnen naar verwachting instemmen met de conceptconclusies.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Naar boven