21 501-07
Raad voor Economische en Financiële Zaken

nr. 687
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 december 2009

Hierbij zend ik u het verslag van de vergadering van de Ecofin Raad van 1 en 2 december 2009 te Brussel. De voorlopige agenda van de Eurogroep en Ecofin Raad van 18 en 19 januari 2010 te Brussel is nog niet bekend. Kort voor het AO en de Ecofin Raad zal zoals gebruikelijk, de geannoteerde agenda aan uw Kamer worden gezonden.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

VERSLAG ECOFIN RAAD VAN 2 DECEMBER

Algemeen

Op 1 en 2 december 2009 vonden de Eurogroep en Ecofin Raad plaats in Brussel. Minister Bos en Staatssecretaris de Jager waren namens Nederland bij de vergadering aanwezig.

De belangrijkste punten voor deze Raad waren het Europees financieel toezicht en de aanbevelingen in het kader van de implementatie van het Stabiliteits- en Groeipact. De Raadsconclusies over derivaten en SEPA stonden op de definitieve agenda als A-punten, deze zijn dan ook niet meer separaat besproken. De uitkomsten zijn te vinden onder: http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/111670.pdf (SEPA) en http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/111697.pdf (Derivaten)

1. Economische situatie

Er is gedurende gesproken over de economische situatie. De Europese Commissie heeft een korte toelichting gegeven op de vooruitzichten en gaf aan dat er in toenemende mate tekenen zijn van herstel. De Commissie gaf al in de herfstramingen van oktober aan dat zij voor 2009 voor de Eurozone nog een krimp van 4% verwacht, maar dat de eurozone naar verwachting in 2010 weer groeit met gemiddeld 0,7% (dit was tijdens de lentevoorspellingen nog een krimp) Voor 2011 verwacht de Commissie een groei van 1,5% BBP voor het eurogebied. Bezien per lidstaat zijn er uiteraard wel verschillen. Zo verwacht de Commissie voor Nederland in 2010 een groei van 0,3% en in 2011 een groei van 1,6%. De recente cijfers over het derde kwartaal van Eurostat laten ook een licht positieve ontwikkeling zien. De economie van het eurogebied is volgens de cijfers van Eurostat in het derde kwartaal gegroeid met 0,4% BBP ten opzichte van het tweede kwartaal van dit jaar.

Lidstaten zijn het er over eens dat, nu de economie zich lijkt te herstellen, het belangrijk is om op tijd na te denken over exit strategieën zowel in de financiële sector als op budgettair gebied. De Ecofin Raad heeft onder betreffend agendapunt Raadconclusies aangenomen over financiële exit strategieën. Daarnaast zijn aanbevelingen aangenomen voor lidstaten met een buitensporig tekort. Hierover vindt u hieronder meer.

2. Europees Financieel Toezicht

De Ecofin Raad heeft lang gesproken over Europees financieel toezicht. In oktober was er al politieke overeenstemming bereikt over oprichting van de European Systemic Risk Board. De Ecofin Raad heeft op 2 december ook politieke overeenstemming bereikt over de drie verordeningen ter oprichting van de European Supervisory Authorities (ESA’s). Het gaat om de European Banking Authority (EBA), de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA) en de European Securities and Markets Authority (ESMA). De drie ESA’s zullen de huidige level 3 comités CEBS, CEIOPS en CESR vervangen en worden op basis van de bereikte general approach verantwoordelijk voor:

– Het creëren van een set van geharmoniseerde regels en consistente toepassing hiervan door nationale toezichthouders;

– Het verzekeren van een gezamenlijke toezichtcultuur en consistente toezichtpraktijk;

– Het (bindend) bemiddelen bij geschillen tussen nationale toezichthouders over EU regels;

– Het gebruik van volle toezichtcompetenties voor toezicht op Credit Rating Agencies;

– Het verzekeren van een gecoördineerde respons in crisissituaties.

De discussie binnen de Ecofin Raad richtte zich met name op de besluitvorming binnen de ESAs over bindende bemiddeling (art. 29) en de vormgeving van de budgettaire veiligheidsklep, die moet garanderen dat de begrotingssoevereiniteit van lidstaten niet wordt aangetast (art. 23).

Artikel 29 werd als eerste besproken en daar bleek al snel dat alle lidstaten konden instemmen met het compromis van het voorzitterschap (en dus ook de uiteindelijke tekst). Er was een grote wil bij alle lidstaten om tot overeenstemming te komen. Ook minister Bos heeft aangegeven dat Nederland met het voorliggende compromis akkoord kon gaan. Minister Bos benadrukte hierbij dat de ESAs een historische mogelijkheid bieden voor Europese samenwerking en een grote stap vooruit zijn om het financieel toezicht te versterken. Hij benadrukte tevens dat de Ecofin Raad de kans moet grijpen om deze historische mogelijkheid te verzilveren.

In het compromis van het voorzitterschap is ten aanzien van art. 29 (beslissingsprocedure over bindende bemiddeling) overeen gekomen dat als hoofdregel geldt dat het advies van het panel for dispute settlement wordt aangenomen met een eenvoudige meerderheid op basis van het principe 1-man, 1-stem. Voor beslissingen die onder bindende bemiddeling vallen en die worden genomen door de geconsolideerde toezichthouder, is hierbij een extra veiligheidsklep ingebouwd: het advies van het panel kan worden tegengehouden middels een gewogen blokkerende minderheid.

De onderhandelingen met betrekking tot art. 23 (budgettaire beschermingsclausule) waren moeilijker. Hier lagen de meningen van lidstaten verder uiteen dan bij artikel 29. Art. 23 voorziet in de mogelijkheid voor lidstaten om een ESA beslissing over bindende bemiddeling (art 11) of crisismaatregelen (art. 10) aan te vechten op grond van mogelijke budgettaire consequenties. Als een lidstaat dit doet, wordt het betreffende ESA besluit voorgelegd aan de Ecofin Raad. De discussie ging met name over de te volgen stemprocedure hierover in de Ecofin Raad. Na lange onderhandelingen is uiteindelijke consensus bereikt om hier een onderscheid te maken tussen beslissingen in crisistijd (art. 10) en beslissingen over bindende bemiddeling (art. 11). In crisistijd moet snel gehandeld worden en lidstaten zijn het er over eens dat een ESA hiertoe de mogelijkheid moet hebben. Er is daarom afgesproken dat in het geval van crisis de ESA beslissing blijft staan tenzij een meerderheid van de Ecofin Raad (14 lidstaten) tegen de beslissing van de ESA stemt. In «vredestijd» (bindende bemiddeling) als er minder druk achter de snelheid van de beslissing zit, is de bewijslast omgedraaid: hier is overeengekomen dat een meerderheid van de stemmen moet worden verkregen om een ESA beslissing te bevestigen. Aangezien landen zich ook kunnen onthouden van stemming, is daarbij afgesproken dat het hier alleen om de uitgebrachte stemmen gaat; zo wordt voorkomen dat onthoudingen ertoe leiden dat geen meerderheid van stemmen meer kan worden behaald om de ESA beslissing te bevestigen. Mede op instigatie van Nederland is hierbij afgesproken dat de procedures na drie jaar zullen worden geëvalueerd.

Ook minister Bos heeft het gevonden compromis met betrekking tot art. 23 ondersteund en daarmee zijn steun voor het gehele pakket uitgesproken. Nederland had weliswaar graag nog ambitieuzere stappen willen zetten maar de ESA Verordeningen bevatten nog steeds meer dan voldoende en vergaande bindende bevoegdheden om een groot verschil te maken. Deze bevoegdheden liggen onder andere op het terrein van een consistente toepassing van EU regels (art. 9), ten tijden van crisis (art. 10) en bij het oplossen van geschillen tussen nationale toezichthouders (art. 11). Daarbij is het minister Bos veel waard dat tijdens de Ecofin Raad consensus is bereikt: alle lidstaten staan dus achter het akkoord. Dit politiek akkoord binnen de Ecofin Raad over een Europese toezichtstructuur is een grote en historische stap in de Europese samenwerking. Op basis van het bereikte akkoord kan het Voorzitterschap nu beginnen aan de onderhandelingen met het Europees Parlement. Het doel is om het complete raamwerk voor Europees toezicht in de loop van 2010 in werking te krijgen.

3. Implementatie Stabiliteits- en Groeipact

De Ecofin Raad heeft tevens gesproken over de aanbevelingen in het kader van het Stabiliteits- en Groeipact. Ook tijdens de eurogroep is hier bij stilgestaan. Omdat in de voorportalen al uitgebreid over de deadlines was gesproken was de discussie in de Ecofin Raad beperkt.

Alle aanbevelingen lagen voor als één pakket en er was bij de overgrote meerderheid van de lidstaten geen behoefte om in dit pakket nog wijzigingen aan te brengen. Veel andere lidstaten waren, net als Nederland, van mening dat het voorliggende pakket gebalanceerd was en dat het verschuiven van één enkele deadline de balans zou verstoren. Een enkele lidstaat was het hier niet mee eens, maar uiteindelijk kon toch iedereen met de aanbevelingen instemmen.

De Raad heeft onder artikel 126(6) (voormalig 104.6) vastgesteld dat er in België, Tsjechië, Duitsland, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Slovenië en Slowakije sprake is van een buitensporig tekort. Onder artikel 126(7) (voormalig 104.7) heeft de Ecofin Raad aanbevelingen voor deze landen aangenomen met daarin ook een deadline voor correctie van het tekort. Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Tsjechië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië moeten hun tekort in 2013 hebben gecorrigeerd. Voor België en Italië is dit 2012. Nederland en Duitsland hoeven pas in 2011 te beginnen met consolideren. De deadline voor het aantonen van effectieve actie voor deze groep landen is 2 juni 2010.

Voor wat betreft de buitensporig tekortprocedures van Ierland, Spanje, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk heeft de Raad besloten om als gevolg van de verslechterde economische situatie de deadline met één jaar te verlengen. De Ecofin Raad heeft vastgesteld dat deze landen alle vier effectieve actie hebben ondernomen, maar tegelijkertijd te kampen hadden met verslechterde economische condities. Op die manier is, conform de wens van o.a. Nederland, gebruik gemaakt van de flexibiliteit dit het SGP biedt in uitzonderlijke omstandigheiden. Frankrijk en Spanje hebben een deadline gekregen van 2013. Voor Ierland is dit 2014 en voor het VK 2014/2015.

Met betrekking tot Griekenland heeft de Ecofin Raad vastgesteld onder artikel 126(8) (voormalig 104.8) dat er geen effectieve actie is ondernomen. In de oorspronkelijke aanbeveling had Griekenland 2010 als deadline en kreeg zij de aanbeveling om de statistische data voorziening te verbeteren. Echter, in tegenstelling tot de aanbevelingen, is het saldo verslechterd en is recent gebleken dat ook de collectie en verwerking van statistische data nog niet verbeterd is. Er zal daarom in de volgende Ecofin Raad opnieuw over de aanbevelingen voor Griekenland worden gesproken en Griekenland zal onder verscherpt toezicht worden geplaatst.

Voor meer informatie over de aanbevelingen en de aanbevelingen zelf zie: http://ec.europa.eu/economy_finance/sg_pact_fiscal_policy/fiscal_policy554_en.htm

BTW-fraude bestrijding: verleggingsregeling CO2-emissierechten

De Ecofin Raad heeft gesproken over de fraudeverleggingsregeling voor CO2 rechten en bepaalde goederen zoals CPU-chips en mobiele telefoons. Nederland is groot voorstander van een effectieve fraudebestrijding en staatssecretaris De Jager kon dan ook het gehele voorstel actief steunen. Tijdens de vergadering bleek echter dat de tijd nog niet rijp was voor het gehele voorstel. Er is overeengekomen dat een optionele CO2 verleggingsregeling mogelijk wordt tot 1 juli 2015. In de Raadwerkgroep zal verder worden gewerkt aan een verleggingsregeling voor bovenstaande goederen.

BTW en post

De Ecofin Raad heeft gesproken over BTW op postdiensten, dit is voor Nederland een belangrijk onderwerp. Op 1 januari 2011 treedt de derde postrichtlijn in werking en is de liberalisering van de postmarkt een feit. Het gelijke speelveld voor de BTW-behandeling voor postdiensten is echter nog niet gerealiseerd. Dit betekent dat er nog steeds verschillen kunnen bestaan tussen nationale postdiensten en andere marktpartijen. De Ecofin Raad is overeengekomen dat gedurende de komende twee voorzitterschappen alle mogelijk opties in kaart worden gebracht om het gewenste gelijke speelveld in dit dossier te creëren en de bestaande btw-verschillen tijdig te kunnen oplossen.

Het pakket over uitwisseling van fiscale informatie

Een aantal richtlijnen en overeenkomsten zijn tijdens de Ecofin Raad gebundeld en behandeld als één pakket op het gebied van Good Governance. Het ging hierbij om de volgende richtlijnen: de spaartegoeden richtlijn, wederzijdse bijstand bij invorderingsrichtlijn, administratieve samenwerkingsrichtlijn, het anti fraude verdrag met Liechtenstein en de mandaten om anti fraude verdragen te sluiten met Andorra, Monaco, San Marino en Zwitserland.

Tijdens de discussie over de uitwisseling van informatie bleek dat de lidstaten met een bankgeheim van mening zijn dat zij alleen hun bankgeheim kunnen opgeven als de bovengenoemde derde landen ook hun bankgeheim opgeven. Door de overige lidstaten werd deze eis als een onmogelijke voorwaarde gezien en is er geen overeenstemming op dit punt gevonden. Dit onderwerp zal tijdens het Spaanse voorzitterschap wederom in de Ecofin Raad aan de orde komen.

Lissabon post 2010

De Ecofin Raad heeft conclusies aangenomen met betrekking tot het vervolg dat gegeven zal gaan worden aan de Lissabon strategie die in 2010 afloopt. In de conclusies zijn principes voor Lissabon na 2010 opgenomen. De nieuwe strategie zal voortbouwen op de huidige Lissabon strategie en zal zich vooral richten op de structurele uitdagingen die de komende jaren op de lidstaten afkomen, hierbij zullen groei, werkgelegenheid en overheidsfinanciën centraal staan. Binnen de sterke focus op groei en werkgelegenheid moet er volgens de Ecofin raad ook aandacht blijven voor sociaal- en duurzaamheidsbeleid. Daarnaast moet de nieuwe strategie de samenhang en interactie tussen beleid op nationaal en EU niveau beter adresseren en is er ruimte voor verbetering op het gebied van governance en toezicht.

De conclusies zijn zonder veel discussie door de Ecofin Raad aangenomen. U kunt de definitieve versie vinden onder: http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ ecofin/111701.pdf

Financiële exit strategieën

De Ecofin Raad heeft conclusies aangenomen over financiële exit strategieën. Deze gaan enerzijds in op het onderling gecoördineerd uitfaseren van steunmaatregelen en anderzijds op het uitvoeren van stresstesten.

Lidstaten willen het uitfaseren van financiële steunmaatregelen coördineren om negatieve spill-over effecten te voorkomen. De conclusies onderstrepen het belang van een gecoördineerde exit. Tegelijkertijd is ook opgenomen dat het wel belangrijk is dat lidstaten de mogelijkheid behouden de exit op een zelf gekozen tijdstip door te voeren. De reden hiervoor is dat lidstaten en hun financiële instellingen op verschillende wijze door de crisis zijn getroffen.

Omdat het nog steeds belangrijk is voor banken om hun balance sheets op te schonen, heeft de Ecofin Raad middels de conclusies aan CEBS (Committee of European Banking Supervisors) gevraagd elk half jaar een stress-test te doen. Hierbij zullen de kwaliteit van de assets, de kapitaalratio’s, de afhankelijkheid van overheidssteun en de beschikbaarheid van kapitaal voor nieuwe leningen onderzocht worden. Ook is aan het CEIOPS (Committee of European Insurance and Occupational Pensions Supervisors) gevraagd om Europese stresstests van de verzekeringssector te verrichten met als doel te onderzoeken of de balansen van de verzekeraars schokbestendig zijn en te beoordelen of nieuwe Europese maatregelen nodig zijn. Het is echter wel zo dat beslissingen over eventuele herkapitalisaties de verantwoordelijkheid blijven van de nationale toezichthouder. De eerste resultaten worden teruggerapporteerd in de Ecofin Raad van februari 2010.

De conclusies zijn zonder veel discussie door de Ecofin Raad aangenomen. U kunt de definitieve versie vinden onder: http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/111703.pdf

15. Afspraken over financiële stabiliteit

De Ecofin Raad heeft conclusies aangenomen om het belang van crisismanagement te benadrukken. Omdat de consultatieronde voor belanghebbenden van de Europese Commissie nog loopt tot 20 januari 2010 zijn er geen nieuwe inhoudelijke punten in de conclusies opgenomen ten opzichte van de eerder gepubliceerde Communicatie van de Commissie.

De Ecofin Raad nodigt de Commissie uit om verder te werken aan beleidsvoorstellen en deze aan de Ecofin Raad te presenteren in het voorjaar van 2010. Hierin moeten ook de uitkomsten van de consultatie worden meegenomen. Daarnaast zal er verder gewerkt worden aan een raamwerk voor beleidscoördinatie op basis van het mandaat dat de Ecofin in oktober heeft verleend aan het Economic and Financial Committee (EFC). De belangrijkste elementen hiervan zijn verbetering van de beleidscoördinatie op EU-niveau ingeval van een financiële crisis, en de deling van kosten tussen overheden (burden sharing) ingeval overheidssteun noodzakelijk is.

Om dat het vooral ging om een bekrachtiging van eerdere afspraken is er slechts zeer kort over deze conclusies gesproken. Het onderwerp zal in het voorjaar van 2010 uitgebreid worden besproken in de Ecofin Raad. De conclusies over financiële stabiliteit en crisismanagement kunt u vinden onder: http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/111699.pdf

Naar boven