21 501-07
Raad voor Economische en Financiële Zaken

nr. 678
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2009

Hierbij zend ik u het verslag van de vergadering van de Ecofin Raad van 19 en 20 oktober 2009 te Luxemburg. De voorlopige agenda van de Eurogroep en Ecofin Raad van 9 en 10 november 2009 te Brussel is nog niet bekend. Kort voor het AO en de Ecofin Raad zal zoals gebruikelijk, de geannoteerde agenda aan uw Kamer worden gezonden.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Verslag Eurogroep en Ecofin Raad van 19 en 20 oktober

Algemeen

Op 19 en 20 oktober vonden de Eurogroep en Ecofin plaats te Luxemburg. Minister Bos was namens Nederland aanwezig bij de vergadering.

Economische situatie

Zoals gebruikelijk heeft de Ecofin Raad gesproken over de economische situatie en de situatie op de financiële markten. De Commissie gaf aan dat de herfstvoorspellingen op 3 november 2009 zullen worden gepubliceerd.

De realisaties voor het derde kwartaal zijn beter dan voor het tweede kwartaal en de verwachtingen voor het vierde kwartaal en voor 2010 zijn iets naar boven bijgesteld. Dit is echter nog niet genoeg reden om uit te gaan van V-vormig herstel van de economie, er zijn nog steeds veel risico’s aanwezig. Het economisch herstel is deels te danken is aan stimuleringsmaatregelen en het is daarom belangrijk om deze op het goede moment te beëindigen. Voor de budgettaire kant hiervan heeft de Ecofin Raad conclusies aangenomen (zie hieronder voor verder verslag). Daarnaast blijft ook aandacht voor de financiële sector belangrijk. Hervormingen van het toezicht moeten in hetzelfde tempo doorgaan om zo verbeteringen aan te brengen in het financiële stelsel.

Voorbereiding Europese Raad

1. Budgettaire exit-strategieën

De Ecofin Raad heeft conclusies aangenomen als richtlijn voor budgettaire exit-strategieën ter voorbereiding van de Europese Raad op 29 en 30 oktober 2009. Tijdens de informele Ecofin in Gotheborg is al uitgebreid over dit onderwerp gesproken waardoor er tijdens de vergadering weinig discussie plaatsvond over de voorliggende conclusies. De conclusies geven de uitkomsten van de discussie in Gotheborg weer. Alle lidstaten onderstrepen het belang van een geloofwaardige exit-strategie voor budgettair beleid.

Wat betreft de opzet van de exit-strategieën zijn alle lidstaten het erover eens dat deze moeten passen binnen het raamwerk van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) en dat het belangrijk is om een balans te vinden tussen stabilisatie van de economie en zorgen over houdbaarheid. Het op tijd vaststellen van een strategie kan bijdragen aan het vertrouwen en richting geven aan verwachtingen. Het terugdraaien van stimuleringsmaatregelen in het kader van de EERP is noodzakelijk om terug te komen naar houdbare overheidsfinanciën. Het is hierbij echter wel van belang om te differentiëren tussen lidstaten.

Er zijn door de Raad vier principes afgesproken voor budgettaire exit-strategieën die als leidraad zullen dienen bij het opstellen van de stabiliteits- en convergentieprogramma’s van de lidstaten. In de eerste plaats is benadrukt dat er een gecoördineerde strategie komt binnen de kaders van het Stabiliteits- en Groeipact. Daarnaast is afgesproken dat de maatregelen tijdig worden teruggedraaid en dat verdere consolidatie van meer dan 0,5% BBP per jaar voor de meeste lidstaten vanaf 2011 noodzakelijk is, indien de economische groei op dat moment weer is aangetrokken. Verder moeten er structurele hervormingen komen en moeten nationale budgettaire raamwerken worden versterkt. In januari zullen alle lidstaten hun stabiliteits- en convergentieprogramma’s bij de Europese Commissie inleveren.

De complete conclusies kunt u opvragen via volgende link: http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/ en/ecofin/110612.pdf

2. Klimaatfinanciering

De Ecofin Raad heeft uitgebreid gediscussieerd over de voorliggende concept-raadsconclusies met betrekking tot klimaatfinanciering. De standpunten van lidstaten liepen op een aantal onderwerpen sterk uiteen. Dit gold zowel voor punten met betrekking tot de onderhandelingstactiek als met betrekking tot de verdeling van de lasten. Minister Bos heeft het Nederlandse standpunt nadrukkelijk naar voren gebracht en heeft zich actief in de discussie gemengd om een bevredigend akkoord te bereiken. Helaas bleek een akkoord over Ecofin-conclusies niet haalbaar, met name door verschillen van inzicht ten aanzien van de lastenverdeling binnen de EU. Het voorzitterschap zal richting de Europese Raad berichten over de bestaande meningsverschillen en onderhandelingsposities met als doel de ER zo te informeren dat de regeringsleiders een stap vooruit kunnen maken op dit dossier.

Met betrekking tot onderhandelingstactieken waren verschillende lidstaten van mening dat de Europese positie in Kopenhagen verzwakt wordt als de cijfers voor de EU-bijdrage van tevoren al op tafel liggen. Alle lidstaten waren van mening dat de EU haar «fair share» moet bijdragen, maar het bedrag dat daarbij zou moeten horen willen verschillende lidstaten nog niet noemen. Een aantal lidstaten maakte de vergelijking met het pokerspel, waarbij het niet verstandig om je kaarten open op tafel te leggen aan het begin van het spel. Minister Bos verdedigde hierop het Nederlandse standpunt en zette in op het noemen van concrete bedragen voor Europa’s «fair share». Hij gaf aan dat het beter is om zelf met de bedragen te komen, en niet het risico te nemen dat de bedragen door een andere partij worden ingevuld. Daarnaast benadrukte hij met klem dat het bij het aanpakken van de klimaatcrisis niet gaat om een spel met winnaars en verliezers zoals bij poker, maar dat het gaat om een samenwerking waarbij uiteindelijk iedereen wint. Indien in Kopenhagen geen voortgang wordt geboekt, aldus Bos, dan zal iedereen verliezer zijn. De minister benadrukte verder dat het, wat Nederland betreft, belangrijk is dat Europa het voortouw neemt en laat zien dat zij bereid is haar eerlijke deel te betalen. Dit is ook een belangrijk signaal richting de ontwikkelingslanden die niet over de brug zullen komen zolang Europa geen goodwill toont. Uiteindelijk bleek echter dat een groot aantal lidstaten het noemen van concrete bedragen op dit moment niet kon steunen en is besloten om deze beslissing aan de Europese Raad over te laten.

Er is naast het noemen van bedragen verder gesproken over de verdeling van de financieringslasten binnen de Europese Unie. In de Ecofin Raad en de Europese Raad van juni is besloten dat er een mondiale verdeelsleutel zou moeten komen op basis van «ability to pay» en emissies. Tegelijkertijd is besloten dat er ook afspraken zouden worden gemaakt over de interne lastenverdeling binnen de EU. Een aantal lidstaten gaf tijdens de Ecofin Raad aan graag te zien dat voor de interne lastenverdeling een andere sleutel afgesproken wordt dan voor de lastenverdeling op mondiaal niveau. Bovendien zou een aantal lidstaten ook graag zien dat deze sleutel wordt vastgesteld voordat de onderhandelingen in Kopenhagen starten. Omdat dezelfde groep lidstaten enkel met de conclusies zou kunnen instemmen als er afspraken zouden zijn over de interne lastenverdeling is het uiteindelijk niet tot een akkoord gekomen. Minister Bos heeft samen met enkele andere landen en het voorzitterschap nog geprobeerd een compromistekst te vinden, waarmee alle lidstaten tevreden zouden zijn. Helaas mochten ook deze inspanningen uiteindelijk niet baten en moest het voorzitterschap het debat afsluiten zonder raadsconclusies. Het voorzitterschap heeft toegezegd de Europese Raad per brief te zullen informeren over de bestaande standpunten.

3. Europees toezicht status quo

Het voorzitterschap en de Commissie hebben de Ecofin Raad geïnformeerd over de voortgang op het pakket voor Europees financieel toezicht. Het voorzitterschap gaf aan dat zij een brief zal sturen naar de voorzitter van de Europese Raad om een overzicht te geven van het voorgenomen tijdpad met betrekking tot de versterking van het raamwerk voor Europees financieel toezicht. Het Voorzitterschap streeft ernaar om in december het gehele pakket voor versterking van macro- en micro-prudentieel toezicht goedgekeurd in de Ecofin Raad.

Financiële stabiliteit en crisis management

Tijdens dit agendapunt lagen concept-raadsconclusies voor met betrekking tot de versterking van EU coördinatie op het gebied van financiële stabiliteit en crisis management. De conclusies zijn zonder discussie door de Ecofin Raad aangenomen. Tegelijkertijd met de conclusies is ook een roadmap aangenomen waarin de prioriteiten op de korte en (middel)lange termijn uiteen worden gezet.

De maatregelen die zullen worden genomen binnen de komende 6 tot 12 maanden richten zich op twee nauw met elkaar verbonden trajecten: de eerste is gericht op de verbetering van coördinatie mechanismen tussen overheden en andere relevante partijen, binnen dit traject wordt ook gesproken over het onderwerp burden sharing tussen lidstaten. Het tweede traject richt zich op de ontwikkeling van meer efficiënte regulering van de financiële sector, in het bijzonder bij het ingrijpen en oplossen van crises. In de Ecofin Raad van december zal uitgebreid over dit onderwerp worden gesproken. Een belangrijke stap op het gebied van macro-prudentieel toezicht is gezet tijdens het volgende agendapunt waar het ging over de oprichting van de European Systemic Risk Board (ESRB).

De complete conclusies kunt u opvragen via volgende link: http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/110617.pdf

European Systemic Risk Board (ESRB)

De Ecofin Raad heeft gesproken over twee wetgevingsvoorstellen voor de oprichting van de ESRB. Het doel van het voorzitterschap was om tijdens dit agendapunt politieke overeenstemming te bereiken over de volgende stappen binnen het proces van oprichting van de ESRB. Met een parlementair voorbehoud voor een paar lidstaten, was er brede steun voor de inhoud van de voorliggende richtlijn en het concept-raadsbesluit.

De besluitvorming voor oprichting van de ESRB bestaat uit twee onderdelen: een richtlijn ter oprichting en een raadsbesluit waarin de relatie van de ECB tot de ESRB zal worden vastgelegd. De Ecofin heeft overeenstemming bereikt over het verdere proces van onderhandelingen. In de Ecofin Raad van december zal het complete pakket voor oprichting van de ESRB en de European Supervisory Authorities (ESA’s) voorliggen ter besluitvorming.

Met de overeenkomst die deze Ecofin Raad is bereikt geeft de Ecofin het mandaat aan het voorzitterschap om wat betreft de richtlijn voor oprichting van de ESRB de onderhandelingen met het Europees Parlement te starten. Daarnaast heeft de Ecofin Raad het voorzitterschap ook gevraagd om de benodigde stappen te ondernemen om ook over het raadsbesluit de onderhandelingen met het Europees Parlement te kunnen starten. Hierbij is erkend dat verder politieke onderhandelingen nodig zullen zijn voor de uiteindelijke overeenstemming over het gehele toezichtpakket tot stand kan komen in de Ecofin Raad van december.

Terms of Reference G20

Er is door de Ecofin Raad kort gesproken over de voorliggende Terms of Reference ten behoeve van de komende G20 van ministers van Financiën op 6 en 7 november in St. Andrews. Het EFC zal het voorbereidende werk voor de G20 voortzetten. De Britse minister Darling heeft vervolgens kort de agenda van St. Andrews doorgenomen, de belangrijkste onderwerpen zullen zijn: Klimaatfinanciering, exit-strategieën en het Framework for Sustainable and Balanced Growth. Minister Darling en een aantal andere lidstaten benadrukten dat goede coördinatie, ook binnen de EU van groot belang is om goede resultaten te kunnen bereiken. Ook Nederland vindt het van belang dat er goede Europese coördinatie is in de aanloop naar de G20.

Anti-fraude verdrag met Liechtenstein en mandaat voor onderhandeling anti fraude verdragen met Andorra, Monaco, San Marino en Zwitserland

Tijdens dit agendapunt lagen twee documenten voor ter besluitvorming: het anti-fraude verdrag met Liechtenstein en het mandaat voor de Europese Commissie voor het onderhandelen van anti-fraude verdragen met Andorra, Monaco, San Marino en Zwitserland. Een belangrijk onderdeel van de anti-fraude verdragen is de informatie-uitwisselingovereenkomst, die ertoe leidt dat EU-lidstaten op verzoek fiscale informatie op kunnen vragen in de landen waarmee een anti-fraude verdrag is gesloten.

Een paar lidstaten hebben nog principiële bezwaren tegen elementen van het huidige Verdrag . Hierdoor heeft de Ecofin Raad over de voorliggende documenten geen overeenstemming kunnen bereiken. De besluitvormingsprocedure voor het verdrag met Liechtenstein en voor het onderhandelingsmandaat van de Commissie met andere lidstaten zal worden doorgeschoven naar een volgende Ecofin Raad.

Naar boven