21 501-07
Raad voor Economische en Financiële Zaken

nr. 663
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2009

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin van 6 en 7 juli 2009 te Brussel.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofin Raad van 6 en 7 juli 2009

1. Economische situatie en financiële marktontwikkeling

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Toelichting:

De Ecofin zal de ontwikkeling van de economische situatie en de situatie op de financiële markten bespreken.

De vooruitzichten voor de BBP ontwikkeling in het eurogebied zijn somber. De OESO voorspelt in haar meest recente ramingen dat het eurogebied met 4,8% zal krimpen in 2009 en dat het BBP in 2010 geen groei zal laten zien (0,0%). Voor de Verenigde Staten worden betere cijfers voorspeld: 2,8%BBP krimp in 2009 en 0,9%BBP groei in 2010. Japan krimpt in 2009 harder dan het eurogebied maar komt wel eerder uit de recessie. Voor Nederland voorspelt de OESO 4,9%BBP krimp in 2009 en 0,4%BBP krimp in 2010. Dit is in lijn met de kMEV-ramingen van het CPB van 16 juni. Daarin is de groei voor Nederland neerwaarts bijgesteld en wordt nu een krimp van 4,75% verwacht in 2009 en een krimp van 0,5% in 2010.

De inflatie in het eurogebied is volgens Eurostat in mei uitgekomen op 0%, in april bedroeg het cijfer nog 0,6%. De Nederlandse inflatie kwam in mei uit op 1,6% volgens het CBS, dit was een daling met 0,2 procent punt. De Nederlandse inflatie is relatief hoog vergeleken met de rest van Europa, dit heeft te maken met de vertraagde doorwerking van de sinds zomer 2008 lagere olieprijzen in de energieprijzen in Nederland. Grondstofprijzen zijn inmiddels toegenomen en de olieprijs is opgelopen tot ongeveer 70 USD per vat.

In april is de werkloosheid in de eurozone volgens Eurostat uitgekomen op 9,2%. De Commissie voorspelt 9,9% werkloosheid in 2009 en 11,5% in 2010 voor het eurogebied. Nederland heeft nog altijd de laagste werkloosheid in het eurogebied, namelijk 3,0%, volgens Eurostat, Volgens het CBS, die een andere definitie hanteert dan Eurostat, is de werkloosheid in mei opgelopen tot 4.6%. Het CPB voorspelt een werkloosheid van 5,5% voor 2009 en 9,5% voor 2010.

Een lichtpuntje is de ESI, een index die het consumenten- en producentenvertrouwen in de economie van de eurozone weergeeft. Die is in mei voor de tweede opeenvolgende maand gestegen.

Ook het sentiment op de financiële markten is sinds maart 2009 verbeterd. Sinds het dieptepunt op 9 maart is de AEX met meer dan 25% gestegen. Na een sterke stijging zijn de koersen van Nederlandse financiële instellingen de afgelopen maand echter wel enigszins gedaald. Voor financiële instellingen in zowel de VS als Europa zijn de onzekerheden met name de omvang van de toekomstige afschrijvingen. Amerikaanse financiële instellingen hebben aangegeven de overheidssteun terug te willen betalen door kapitaal op te halen op de financiële markten. In hoeverre dit het gevolg is van structurele of tijdelijke verbeteringen is onzeker.

2. Presentatie van het werkprogramma van het voorzitterschap

Document: Work programme for the Swedish Presidency of the EU

Aard bespreking: Publiek debat

Toelichting:

Het Zweedse Voorzitterschap zal het werkprogramma van de Ecofin voor de tweede helft van 2009 presenteren. Het werkprogramma bevat veel (half-) jaarlijks terugkerende agendapunten, zoals de bespreking van de implementatie van het Stabiliteits- en Groeipact en de economische situatie. Daarnaast heeft het voorzitterschap voor de Ecofin vier prioritaire thema’s aangewezen:

1. omgaan met de uidagingen die de economische crisis met zich meebrengt; zorgen dat de financiële markten stabiliseren, omgaan met impaired assets en garantie voor bedrijven en banken en het analyseren van de effecten van de stimuleringsmaatregelen.

2. Financieel toezicht en regulering van de financiële markten; Het versterken van het Europees toezicht. Het voorzitterschap streeft ernaar politieke overeenstemming te bereiken over de voorstellen ter versterking van de toezichtsstructuren.

3. Houdbaarheid van de publieke financiën op de lange termijn; Houdbaarheid en kwaliteit van de overheidsfinanciën zijn een prioriteit voor het Zweedse voorzitterschap. Hierbij vinden zij het belangrijk dat het Stabiliteits- en Groeipact op een goede manier wordt geïmplementeerd e dat er vooruitgang wordt geboekt in het omgaan met de uitdagingen die vergrijzing met zich meebrengt. Daarnaast zal Lissabon na 2010 worden besproken en willen de Zweden praktische ervaringen op het gebied van budgettair beleid uitwisselen.

4. Klimaat: Het verde brengen van de internationale klimaatonderhandelingen heeft voor de Zweden hoge prioriteit. Belangrijk issues hierbij zijn de financiering van het internationale klimaatbeleid en klimaatadaptatie.

Andere thema’s die aan de orde zullen komen zijn het budget voor 2010, de interne markt voor betalingen, het bestrijden van belastingsfraude, BTW en good governance bij belastingaangelegenheden.

3. Voorbereiding G20

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Toelichting:

Tijdens de Ecofin Raad zal gesproken worden over de gezamenlijke inzet van de Europese Unie bij de volgende G20 top van regeringsleiders. Deze bijeenkomst vindt plaats op 24 en 25 september a.s. in Pittsburgh (Verenigde Staten). De top zal voorbereid worden door de ministers van Financiën van de G20 die begin september bijeenkomen. Hiervoor vinden verschillende bijeenkomsten van de G20 deputies plaats. De eerste G20 deputies meeting vindt plaats op 27 juni in Basel (Zwitserland), Nederland zal hierbij niet aanwezig zijn.

Er is nog geen agenda voor de volgend G20 top. Te verwachten is dat in ieder geval de voortgang sinds de London Summit geëvalueerd zal worden. Nederland vindt het in dit verband belangrijk dat de afgesproken maatregelen snel geïmplementeerd worden. Onderdeel daarvan is het snel beschikbaar stellen van additionele middelen voor de internationale financiële instellingen. Ook zal het idee van de Duitse Bondskanselier Merkel voor een «charter for sustainable economic development» aan bod komen. Nederland staat hier positief tegenover, ook omdat dit het Duitse en Italiaanse initiatief samenvoegt. Klimaat en handel lijken onwaarschijnlijk als substantiële agendapunten omdat daar in de Verenigde Staten nog te weinig vooruitgang is geboekt. Tijdens de G20 zal opnieuw worden gesproken over transparantie en uitwisseling van informatie op fiscaal gebied. Voorafgaand aan de G20 komt het nieuwe Global Forum on Transparency and Exchange of Information in Mexico bijeen. Dit Forum zal praten over standaarden en de goede implementatie en naleving ervan. Voor de beoordeling van de naleving zal worden gesproken over peer review. Nederland ondersteunt het proces wat betreft transparantie en uitwisseling van informatie van harte. Nederland wil vermijden dat er discussie ontstaat over het wegnemen van belastingconcurrentie.

De Europese positie voor de verschillende G20-agendapunten zullen wederom afgestemd worden in de komende Ecofin Raden.

Procycliciteit

Document: Concept-Raadconclusies over de aanbevelingen van de Working Group on procylicality om procycliciteit tegen te gaan (nog niet beschikbaar)

Aard bespreking: Aanname van concept-Raadsconclusies

Toelichting:

De Ecofin Raad zal zich uitspreken over de aanbevelingen uit het rapport van de Working Group on procyclicality (WGPC) over de mogelijke beleidsreacties om procyliciteit tegen te gaan.

Het rapport identificeert vier richtingen voor nieuw beleid;

i) The monitoring of system-wide risks;

ii) The building of counter-cyclical buffers through capital and provisions;

iii) The refinement of accounting rules

iv) The establishment of a sound framework for remuneration schemes.

Nederland steunt de aanbevelingen van werkgroep en pleit ervoor dat de Europese Commissie met voorstellen komt om deze onderwerpen te adresseren. Ten aanzien van het monitoren van systeemrisico’s krijgt de ESRB (European Systemic Risk Board) een belangrijke rol in het opsporen hiervan.

Implementatie van het Stabilteits- en Groeipact: Buitensporigtekortprocedures

Document: Raadsopinies met voorgestelde stappen voor de buitensporigtekortprcedures van Roemenië, Polen, Malta en Litouwen.

Aard bespreking: Aanname van concept-Raadsopinies

Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid

Toelichting

De Eurogroep en Ecofin Raad zullen spreken over de concept-Raadsopinies betreffende de buitensporigtekortprocedures voor Roemenië, Polen, Malta en Litouwen. Daarnaast zal de Commissie een voorstel doen om de Raadsopinie voor Hongarije, dat al langere tijd in een buitensporigtekortprocedure, te herzien. De teksten met daarin de voorgestelde deadlines zijn nog niet bekend. De rechtsbasis van de buitensporig tekortprocedure en het bijbehorend budgettaire toezicht is gelegen in artikel 104 van het EG-verdrag.

Ieder land wordt op basis van twee criteria beoordeeld: de 3% referentiewaarde voor het overheidssaldo en de referentiewaarde voor de staatsschuld van 60% van het BBP. Voor Polen, Roemenië en Litouwen geldt dat zij een schuld hebben die ver onder de 60%-waarde ligt. Alleen Malta heeft een schuld die hoger is dan 60% van het BBP. In het geval van overschrijding van de 3%-grens, wordt er gekeken of het tekort klein, exceptioneel en tijdelijk is, aangezien het dan mogelijk is om het tekort niet als buitensporig te beschouwen. Van de vier lidstaten die behandeld worden, heeft alleen Litouwen een tekort dat wordt gezien als «close to the reference value» (– 3,2%). De andere lidstaten hebben een tekort dat groter is dan 3,5% van het BBP. Geen van de lidstaten die behandeld worden voldoen aan de voorwaarden voor tijdelijkheid of buitengewone omstandigheden.

De reden dat deze lidstaten over de 3% gaan komt door te weinig consolidatie en structurele hervormingen in goede tijden (Polen) en door een niet voldoende functionerend budgettair raamwerk/te beperkte planning (Roemenië). Ook hebben alle vier de lidstaten te maken met een zeer sterk teruglopende groei van de economie. Dit speelt echter vooral vanaf 2009.

De herziening van de Hongaarse aanbevelingen zal waarschijnlijk leiden tot het voorstel de deadline voor het redresseren van het buitensporig tekort voor Hongarije aan te passen. Dit is realistisch, omdat de Hongaarse deadline en aanbevelingen al in 2006 zijn vastgesteld en het macro-economische beeld het afgelopen jaar compleet is omgeslagen. Niettemin is het voor Nederland belangrijk dat Hongarije bij het aanpassen van de deadline wel moet laten zien zogenaamde effectieve actie te hebben ondernomen voor het terugdringen van het buitensporige tekort: Het tonen van effectieve actie is een noodzakelijke voorwaarde in het Stabiliteits- en Groeipact voor een eventuele herziening van de deadline.

Implementatie van het Stabiliteits- en Groeipact: Raadsopinies over de updates van stabiliteits- en convergentieprogramma’s

Document: Raadsopinies over de stabiliteitsprogramma’s van Slovenië, België, Slowakije en Oostenrijk en het convergentieprogramma van Roemenië1 (nog niet beschikbaar)

Aard bespreking: Aanname concept-Raadsopinies

Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

De Eurogroep en Ecofin Raad zullen de updates van de Stabiliteitsprogramma’s van Slovenië, België, Oostenrijk en Slowakije, het convergentieprogramma van Roemenië en de naar aanleiding hiervan geformuleerde concept-Raadsopinies voor 2009 bespreken. Bij de concept-Raadsopinies gaat de Commissie in haar oordeel in op de vraag of de lidstaten adequate maatregelen hebben genomen in het kader van het Europees Economisch Herstelplan (EERP), of er een adequaat plan ligt voor consolidatie en of het macro-economische scenario realistisch is. Vooralsnog zijn de concept-Raadsopinies (de uiteindelijke aanbevelingen van de Raad) nog niet beschikbaar. Wel zijn de stabiliteitsprogramma’s van de landen beschikbaar en de cijfers van de Voorjaarsvoorspellingen. De cijfers van de landen die zullen worden besproken zijn als volgt:

Slowakije200820092010
Groeicijfers Commissie6,4– 2,60,7
Groeicijfers programma6,42,43,6
EMU-saldo Commissie– 2,2– 4,7– 5,4
EMU-saldo programma– 2,2– 3,0– 2,9
Structureel saldo Commissie– 4,7– 5,0– 4,7
Structureel saldo programma–-3,8– 4,4– 3,5
Schuldcijfers Commissie27,632,336,3
Schuldcijfers programma27,631,432,7
België200820092010
Groeicijfers Commissie1,2– 3,5– 0,2
Groeicijfers programma1,1– 1,90,6
EMU-saldo Commissie– 1,2– 4,5– 6,1
EMU-saldo programma– 1,2– 3,4– 4,0
Structureel saldo Commissie– 2,2– 3,2– 4,0
Structureel saldo programma– 2,0– 2,4– 2,6
Schuldcijfers Commissie89,695,7100,9
Schuldcijfers programma89,693,095,0
Oostenrijk200820092010
Groeicijfers Commissie1,8– 4,0– 0,1
Groeicijfers programma1,8– 2,20,5
EMU-saldo Commissie– 0,4– 4,2– 5,3
EMU-saldo programma– 0,4– 3,5– 4,7
Structureel saldo Commissie– 1,8– 3,2– 3,8
Structureel saldo programma– 1,6– 3,1– 3,9
Schuldcijfers Commissie62,570,475,2
Schuldcijfers programma62,568,573,0
Slovenië200820092010
Groeicijfers Commissie3,5– 3,40,7
Groeicijfers programma3,5– 4,01,0
EMU-saldo Commissie– 0,9– 5,5– 6,5
EMU-saldo programma– 0,9– 5,1– 3,9
Structureel saldo Commissie– 2,5– 4,9– 5,2
Structureel saldo programma– 2,9– 4,1– 2,3
Schuldcijfers Commissie22,829,334,9
Schuldcijfers programma22,830,534,1
Roemenië200820092010
Groeicijfers Commissie7,1– 4,00,0
Groeicijfers programma7,1– 4,00,1
EMU-saldo Commissie– 5,4– 5,1– 5,6
EMU-saldo programma– 5,4– 5,1– 4,1
Structureel saldo Commissie– 7,9– 5,2– 4,7
Structureel saldo programma– 8,2– 5,3– 3,3
Schuldcijfers Commissie13,618,222,7
Schuldcijfers programma13,618,020,8

Anti-fraude overeenkomsten

Goedkeuring onderhandelingsmandaat anti fraude verdrag met Andorra, Monaco, San Marino en Zwitserland

Document: Niet beschikbaar

Aard bespreking: politiek akkoord

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

De Ecofin Raad zal zich buigen over het mandaat aan de Europese Commissie om anti fraude verdragen te onderhandelen met Andorra, Monaco, San Marino en Zwitserland. In deze anti fraude verdragen zijn clausules opgenomen over informatieuitwisseling op verzoek op het gebied van belastingzaken, waarbij het bankgeheim geen weigeringgrond mag zijn om de informatie niet uit te wisselen. Verder zal er een artikel worden opgenomen over bijstand bij invordering voor belastingdoeleinden. De inzet van de Europese Commissie is om met de bovengenoemde landen verdragen te sluiten die conform zijn aan het onlangs overeengekomen anti fraude verdrag tussen de Europese Commissie en Liechtenstein. Dit anti fraude verdrag met Liechtenstein zal ook tijdens deze Ecofin Raad goedgekeurd worden.

Anti-fraude verdrag met Liechtenstein

Document: Niet beschikbaar

Aard bespreking: politiek akkoord over het anti fraude verdrag met Liechtenstein

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

De Ecofin Raad van 7 juli zal een besluit nemen over een concept anti fraude verdrag dat het resultaat is van onderhandelingen tussen de Europese Commissie en Liechtenstein. In dit verdrag zal een clausule opgenomen over informatie uitwisseling op verzoek op het gebied van belastingzaken, waarbij het bankgeheim geen weigeringgrond mag zijn om de informatie niet uit te wisselen. Verder zal er een bepaling over bijstand bij invordering voor belastingdoeleinden in dit verdrag worden opgenomen en zal Liechtenstein verplicht worden om transparant te zijn inzake informatie verschaffing op verzoek over Liechtensteinse rechtspersonen zoals de Stiftung en de Anstalt. Met het sluiten van dit verdrag zal er een einde komen aan de absolute weigering van Liechtenstein om informatie over banktegoeden uit te wisselen.

Verder wordt door het sluiten van deze informatie uitwisselingsovereenkomst het proces over de beëindiging van de aparte behandeling van België, Luxemburg en Oostenrijk in de spaartegoedenrichtlijn in werking gesteld. Onder de spaartegoedenrichtlijn zijn België, Luxemburg en Oostenrijk uitgezonderd van de verplichting om automatisch informatie uit te wisselen over rentebetalingen die worden verricht aan natuurlijke personen in een andere lidstaat. Ze houden een bronheffing in op de rentebetalingen. Aan deze uitzonderingsbehandeling zal een einde komen als de Europese Gemeenschap informatie uitwisselingsovereenkomsten op verzoek op het gebied van belastingen heeft gesloten met Andorra, Liechtenstein, Monaco, San Marino en Zwitserland. Op dat moment zullen België, Luxemburg en Oostenrijk – net als de 24 overige EU lidstaten nu al doen -over moeten gaan op de automatische uitwisseling van informatie over rentebetalingen die worden verricht aan natuurlijke personen in een andere lidstaat.

Nederland kan akkoord gaan met het anti fraude verdrag, en de daarin opgenomen clausule over uitwisseling van informatie op verzoek op belastinggebied, mits

1. De Commissie geen concessies doet op belastinggebied aan Liechtenstein, zoals het verlenen van toegang tot de moeder dochterrichtlijn of tot de interest en royalty richtlijn. Concessies kunnen enkel plaatsvinden in bilaterale verdragsonderhandelingen.

2. De huidige verdeling van bevoegdheden op fiscaliteit tussen de lidstaten en de EU onveranderd blijft. Het staat dus de lidstaten vrij om verdergaande op maat gemaakte belasting uitwisselingsovereenkomsten te sluiten en

3. Zowel het akkoord van de Europese Gemeenschap als van de individuele lidstaten vereist is omdat de overeenkomst met Liechtenstein een gemengd akkoord is. Van een mogelijke voorlopige toepassing van de gemengde overeenkomst kan wat Nederland pas sprake zijn nadat de Nederlandse goedkeuringsprocedure is afgerond, tenzij het Nederlandse parlement op een eerder moment haar expliciete goedkeuring heeft verleend aan de voorlopige toepassing.

De totstandkoming van dit verdrag heeft een merkwaardige geschiedenis. In juni 2008 werden de onderhandelaars van de Europese Commissie en Liechtenstein het eens over een concepttekst, die door de Commissie aan de lidstaten is voorgelegd. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, waren echter van mening dat de concepttekst dermate grote lacunes bevatte dat een effectieve aanpak van de fraude nog steeds niet mogelijk zou zijn. Vooral het gebrek aan mogelijkheden om aan Liechtenstein informatie over rechtspersonen zoals de Stiftungen en Anstalts te kunnen vragen, zou tot gevolg hebben dat het akkoord maar in beperkte mate effectief zou zijn.

De Europese Commissie is naar aanleiding van een oproep van de Ecofin Raad van 10 februari weer gaan onderhandelen met Liechtenstein. De oproep van de G20 top in april om het bankgeheim af te schaffen, heeft de druk op Liechtenstein aanzienlijk vergroot – en daarmee nog meer momentum geschapen – om meer openheid van zaken te verlenen. De G20 heeft de volgende criteria gesteld waaraan landen moeten voldoen om niet op een door de G20 benoemde zwarte lijst te komen:

1. acceptatie van de meest recente versie van de informatie-uitwisselingsbepaling op het gebied van belastingen uit het OESO-modelverdrag als minimum standaard, en

2. elk land dient minimaal 12 informatie-uitwisselingsbepalingen te zijn overeengekomen.

In september zal de G20 top zich over de voortgang van dit proces buigen. Dit betekent dat nu zowel de EU lidstaten als Liechtenstein baat hebben bij een snelle totstandkoming van deze overeenkomst.

Folluw-up ER: Internationale financiering van klimaatbeleid (evt. op Ecofin agenda)

De Ecofin Raad heeft op 9 juni ter voorbereiding op de Europese Raad conclusies aangenomen met betrekking tot de internationale financiering van het klimaatbeleid. In deze conclusies spreekt de EU uit dat zij bereid is haar eerlijke deel bij te dragen aan de internationale financiering van klimaatbeleid. Daarnaast heeft de Ecofin Raad na een moeizame discussie vastgelegd dat bij de mondiale lastenverdeling de principes «ability to pay» en «responsibility for emissions» leidend moeten zijn. Daarbij is expliciet aangegeven (in een voetnoot) dat hiermee niet wordt vooruitgelopen op de lastenverdeling binnen de Europese Unie.

De conclusies die de Europese Raad over dit onderwerp heeft aangenomen bekrachtigen de conclusies van de Ecofin Raad. Hiermee heeft de EU haar inzet voor de onderhandelingen richting Kopenhagen verder geconcretiseerd. Tevens heeft de Europese Raad vastgelegd dat de EU positie op het gebied van klimaatfinanciering verder ingevuld zal worden in de Europese Raad in oktober 2009, op basis van voostellen van de Commissie. De Ecofin Raad zal hier nauw bij betrokken blijven.

Toezegging: proces met betrekking tot aanpak btw fraude

De verschillende Europese initiatieven (waaronder Nederlands-Frans initiatief voor informatie-uitwisseling), Eurofisc en het hanteren van minimumvoorwaarden bij invoer, maken deel uit van een omvangrijke strategie om de BTW-fraude aan de te pakken. Eén van de conclusies van de Algemene Rekenkamer is bijvoorbeeld dat de internationale informatieuitwisseling tussen belastingdiensten te omslachtig is. Het Frans-Nederlandse initiatief voor een intensievere samenwerking van fraudespecialisten via Eurofisc geeft hier invulling aan. Voor de overige maatregelen verwijzen wij u naar de beantwoording van de vragen naar aanleiding van het Rapport van de Algemene Rekenkamer inzake intracommunautaire BTW-fraude en de kabinetsreactie (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 880, nr. 3).»

Toezegging: informatie over beleidscondities EU BoP steun

Hongarije, Letland en Roemenie hebben een beroep gedaan op financiële steun uit de betalingsbalansfaciliteit voor niet-eurozone EU lidstaten. Zij ontvangen daarnaast ook financiële steun van het IMF. De steun van de EU en het IMF wordt in tranches vrijgegeven, en gaat altijd gepaard met beleidscondities die erop zijn gericht de onderliggende economische problemen aan te pakken. Deze condities verschillen per geval, maar zijn er altijd op gericht de noodzaak tot financiële steun te beperken en de economie weerbaarder en evenwichtiger te maken. De condities worden vastgesteld na onderhandelingen tussen het land dat steun heeft aangevraagd, en de partijen die bijdragen aan het steunpakket (EU, IMF, mogelijke andere partijen of bilaterale bijdragen). De voortgang van landen richting het behalen van de beleidscondities wordt van kwartaal op kwartaal gemonitord. Vrijgave van een volgende steuntranche is altijd afhankelijk van voldoende progressie richting het behalen van de overeengekomen condities.

De condities hebben in elk geval betrekking op de overheidsfinanciën. Er wordt een pad geschetst waarlangs landen hun begrotingstekort moeten verlagen om binnen een gespecificeerde tijd hun buitensporige tekort te corrigeren. Dit is nodig om de behoefte aan financiële steun van de EU en het IMF te beperken. Landen die financiële steun ontvangen moeten van te voren aantonen welke maatregelen zij zullen nemen om de overheidsfinanciën, conform het geschetste pad, te consolideren. Vaak is een combinatie van bezuinigingen en belastingverhogingen nodig. Zo werd als onderdeel van de beleidcondities die aan de lening aan Letland verbonden werden, vastgesteld dat salarissen in de publieke sector fors verlaagd moesten worden, en dat de BTW omhoog moest.

De beleidscondities kunnen tevens betrekking hebben op verbetering van het proces omtrent de totstandkoming van de begroting. Met Hongarije werd overeengekomen dat het begrotingsproces een meer middellange termijnoriëntatie zal krijgen, en dat een onafhankelijk orgaan opgezet zal worden om toe te zien op de begroting.

Ook vragen de beleidscondities doorgaans om structurele hervormingen om de economie flexibeler en weerbaarder te maken. Structurele hervormingen kunnen tevens helpen de concurrentiekracht van een economie te verhogen, en zo export stimuleren en de externe financieringsbehoefte verlagen. Indien zich problemen voordoen met financiële instellingen of in de financiële sector in bredere zin, kunnen de beleidscondities er ook op gericht zijn de financiële stabiliteit te verhogen. De beleidscondities kunnen bijvoorbeeld vragen om maatregelen om financieel toezicht en regulering te verscherpen.


XNoot
1

Alle programma’s van de lidstaten zij beschikbaar via: http://ec.europa.eu/economy_finance/thematic_articles/article10982_en.htm

Naar boven