Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 21501-07 nr. 648 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 21501-07 nr. 648 |
Vastgesteld 25 februari 2009
De vaste commissie voor Financiën1 en de vaste commissie voor Europese Zaken2 hebben op 5 februari 2009 overleg gevoerd met minister Bos van Financiën en staatssecretaris De Jager van Financiën over:
– het verslag d.d. 28 januari 2009 van Eurogroep en Ecofinraad van 19 en 20 januari 2009 (21 501-07, nr. 643);
– de geannoteerde agenda d.d. 3 februari 2009 van de Eurogroep en Ecofinraad van 9 en 10 februari 2009 (21 501-07, nr. 644);
– de fiche: richtlijn inzake belasting fraude d.d. 22 januari 2009 (22 112, nr. 773);
– de antwoorden d.d. 19 januari 2009 op vragen van de commissie voor de Rijksuitgaven over het jaarverslag 2007 van de Europese Rekenkamer (24 202, nr. 23).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
Voorzitter: Blok Griffier: Berck
De voorzitter: Ik geef eerst het woord aan de minister, zodat hij een belofte die hij afgelopen dinsdag heeft gedaan, kan invullen.
Minister Bos: Voorzitter. Afgelopen dinsdag is een debat gevoerd over de manier waarop de regering de ING heeft geholpen. In dit debat is mij een aantal vragen gesteld. Ik zou vandaag vertellen wanneer de Kamer daarop antwoord kan krijgen.
De Kamer zal eind volgende week een brief ontvangen waarin wordt geantwoord op de volgende vragen. 1. De vragen van de heren Irrgang en Tang over de precieze veronderstellingen achter de 75/25% kansverdeling. 2. De vraag van de heer Weekers over een aantal scenario’s behorend bij andere punten op deze curve. 3. De vraag van mevrouw Verdonk over de stelling dat in de VS 38% geboden zou zijn voor een vergelijkbare portefeuille. 4. De vraag van mevrouw Verdonk over de manier waarop wij zullen rapporteren over de extra kredietverlening door ING. 5. De vraag van mevrouw Koşer Kaya over de fiscale aspecten van deze constructie. 6. De vraag van de heer Tang over de banken, de hypotheekrente en de marges. 7. De vraag van mevrouw Verdonk welke andere Nederlandse banken dan de ING in een soortgelijke situatie verkeren inzake het aandeel buitenlandse aandeelhouders. Al deze vragen worden in de genoemde brief beantwoord.
De heer Tang heeft verder een vraag gesteld over de scenario’s. Wij persisteren bij het aangegeven tijdpad tot Prinsjesdag. De heer Vendrik vroeg verder hoe wij omgaan met de mogelijkheden om onverhoopte verliezen voor de belastingbetaler op een latere termijn terug te verdienen. Deze vraag zullen wij bij de eerstvolgende transactie, mocht die er zijn, aan de orde laten komen.
De heer De Nerée tot Babberich (CDA): Dinsdagavond laat hebben wij gevraagd of de situatie van Fortis België consequenties heeft voor Nederland. Hierop is in algemene termen ingegaan, maar er is geen specifiek antwoord gegeven.
Minister Bos: Kennelijk was ik toen daas, want ik kan mij die vraag niet meer herinneren. Wij zullen het stenografisch verslag erop nakijken en ervoor zorgen dat ook deze vraag in de door mij genoemde brief wordt beantwoord.
Vragen en opmerkingen uit de commissies
De voorzitter: Dan is nu het woord aan de Kamer voor de eerste termijn over de Ecofin.
De heer De Nerée tot Babberich (CDA): Voorzitter. In de geannoteerde agenda is heel wat opgenomen over de economische situatie. Ik zal daar nu niet verder op ingaan, behalve dan dat het IMF voor de ontwikkelde economieën voor 2009 een inflatiepercentage voorspelt van een kwart procent. Is de minister er niet bang voor dat dit kan omslaan in een deflatie?
Het Europese herstelplan. Op de Ecofin zal het gaan over de horizontale evaluatie van de commissie inzake de nationale stimuleringsmaatregelen en de budgettaire situatie. Ik heb al eerder naar voren gebracht dat de CDA-fractie niet alleen geïnteresseerd is in de maatregelen zelf, maar ook in de effectiviteit van de maatregelen. Bij de nationale begroting stellen wij ook vragen zoals wat wij gaan doen, hoeveel wij daarvoor over hebben, hoe het gaat werken etc. Dat willen wij ook graag in internationaal verband weten. Wij steunen de lijn van het kabinet om grote waarde te hechten aan de handhaving van de financiële perspectieven. Dat komt aan de orde in het kader van de investeringen in energie en breedbandprojecten. Daarvoor wil men uit allerlei begrotingsposten zaken halen. Wij pleiten voor de handhaving van de begrotingsregels in Nederland; het zal dan ook niet verbazen dat wij pleiten voor het handhaven van de begrotingsregels in de EU.
Het stabiliteits- en groeipact. Waarschijnlijk komt er een correctietermijn voor landen die met een tekort kampen, een termijn langer dan de gebruikelijke termijn van één jaar. De CDA-fractie vindt het belangrijk om te weten wat daartegenover staat. Wij steunen dan ook het huidige Nederlandse voorstel om daar een geloofwaardige budgettaire strategie voor de middellange termijn tegenover te stellen, zoals omkeerbare of eenmalige maatregelen en een duidelijke einddatum voor het invoeren van begrotingsregels, zoals dat in Nederland het geval is. Bestaat hiervoor een meerderheid en welke sancties kunnen worden gezet op het niet naleven van dit stabiliteits- en groeipact?
De economische herstelmaatregelen bij de single market review. De CDA-fractie maakt zich grote zorgen over maatregelen van landen die op gespannen voet lijken te staan met de interne markt. De geannoteerde agenda is daar niet zo heel duidelijk over. De Commissie noemt in dat kader het herstel van vertrouwen. Dat is allemaal mooi, maar nu probeert ieder land maatregelen te nemen die wel goed zijn voor de eigen economie, maar die voor andere landen de grenzen op slot gooien. Eind jaren twintig van de vorige eeuw hebben wij dat ook gezien. Ik wil de minister vragen om er een lans voor te breken dat geen staatssteun wordt gegeven buiten de kaders die in het verdrag zijn vastgesteld. Het is niet goed als iedereen zijn eigen gang gaat.
Verlaagde tarieven btw. Hierbij komen de arbeidsintensieve diensten aan de orde. In de agenda wordt ook ingegaan op het green tax package. Ik heb begrepen dat de staatssecretaris het een wil loskoppelen van het ander. Wordt het green tax package niet op de lange termijn geschoven door deze loskoppeling? Wat zijn de voor- en nadelen daarvan? Ik zou eerder zeggen dat de Commissie maar snel moet komen met het green tax package. Als de koppeling in stand wordt gehouden, zit er misschien meer geloofwaardigheid achter.
Credit rating agencies. Er zit schot in de discussies over de kredietbeoordelaars. Er wordt nu nagedacht over een vergunningsysteem. Er moet aan een aantal eisen worden voldaan. De landen lijken hier redelijk positief tegenover te staan. Toch willen wij graag nog wat meer informatie van de minister, want hoe pakt dit uit voor bestaande credit rating agencies, Moody’s, Standard & Poor’s en Fitch? Zij hebben eigenlijk met z’n drieën de hele markt. Wat is de fundamentele gedachte achter dit nieuwe plan? Moet er niet meer concurrentie tussen credit rating agencies komen? Is dat überhaupt mogelijk? Zij beoordelen immers allemaal hetzelfde bedrijf. Hoe moeten de klanten de kredietbeoordelingen interpreteren? Hoeveel waarde mogen zij daaraan hechten? Kunnen credit rating agencies ook tijdig waarschuwen voor bijvoorbeeld een faillissement? Ik denk hierbij aan Icesave.
Op dit terrein zijn nog veel vragen te beantwoorden. In de toelichting op de agenda staat dat de algemene indruk over dit voorstel gematigd positief is. Dat lijkt zuinig. Misschien kan de minister nog even zeggen waarom dat zo zuinig is. Wij vinden ook dat er nog veel moet gebeuren, maar wij willen graag weten of wij op dezelfde lijn zitten.
Liechtenstein. Ik zou bijna zeggen: staatssecretaris, voer de druk op tot meer buyers. Waarom kunnen zij niet met de EU de overeenkomst sluiten die zij wel met de VS hebben gesloten? De EU kan ook dwang uitoefenen op Liechtenstein.
De dechargeprocedure voor de begroting 2007. Wij hebben het over voorlichting gehad. Wij hebben ook gezien dat er ongelooflijk veel fout gaat. In de agenda staat alleen dat de inzet van het kabinet zal zijn: een specifieke oproep tot het nemen van de eigen verantwoordelijkheid van lidstaten voor het financieel beheer op nationaal niveau. Dat vinden wij erg mager. Het foutenpercentage is weer dusdanig dat mijn fractie vindt dat geen decharge moet worden verleend.
De hervorming van de internationale architectuur. De volgende G20-top vindt op 2 april in Londen plaats. De voorbereiding daarvan start halverwege maart. Zit Nederland hier ook bij, net als de vorige keer, of was dat eenmalig? En zo ja, hoe bereidt Nederland zich hierop voor? Hoe wordt de invloed van Nederland in de G20 voldoende gewaarborgd? Er is een aantal werkgroepen gestart. Heeft de minister al een heldere Nederlandse visie klaar voor al deze werkgroepen? Er ligt nu nog slechts een non-paper.
Het verbod op short selling voor financiële instellingen zou ook Europees moeten worden gecoördineerd. Hoe en wanneer wordt dit voor elkaar gekregen?
De heer Irrgang (SP): Voorzitter. De SP-fractie maakt zich grote zorgen over de economische situatie in Nederland, Europa en daarbuiten. Ik wil de minister graag bedanken voor zijn brief over de effecten van het Duitse stimuleringspakket op de Nederlandse economie. Het blijkt duidelijk dat dit een vrij fors effect heeft. Natuurlijk is dat tijdelijk, maar dat is inherent aan een stimuleringspakket. Er is geen doelstelling om dit te laten gelden voor de lange termijn. Uit de brief blijkt dat Nederland na Italië het kleinste stimuleringspakket heeft. Dat ondersteunt naar onze mening nog steeds de noodzaak dat Nederland meer gaat doen, en niet alleen maar via de automatische stabilisatoren.
De zorgen van de heer De Nerée tot Babberich over het risico op deflatie kan ik onderschrijven. Dat geldt niet alleen in Europa, maar mondiaal. Daarbij komt steeds meer het scenario in beeld dat de ECB niet meer de mogelijkheid zal hebben om de rente te verlagen. Dat kan binnen enkele maanden het geval zijn. Het laatste redmiddel is dan om de directe geldhoeveelheid te vergroten, bijvoorbeeld doordat de ECB staatsobligaties gaat opkopen. Ik heb begrepen dat dit voor de ECB ingewikkeld is, omdat het dan namelijk de vraag is welke staatsobligaties dat moeten zijn. Als de ECB staatsobligaties koopt van alle landen die de euro hebben, in welke verhouding moet dit dan gebeuren? Het lijkt mij dat hierover binnen de eurolanden snel afspraken moeten worden gemaakt, als die nog niet zijn gemaakt. De noodzaak tot aankoop kan zich immers al binnen een paar maanden voordoen. Graag hoor ik hierop een reactie van de minister.
De verlaagde btw-tarieven en het groenebelastingenpakket spreken de SP-fractie aan. Hoe verhoudt zich dit tot de discussie over de harmonisering van btw-tarieven? Dat zou juist kunnen leiden tot minder flexibiliteit en dus tot minder mogelijkheden om een laag btw-tarief toe te passen op milieuvriendelijke diensten. De kringloopwinkel vinden wij daar een goed voorbeeld van. Het is jammer dat de staatssecretaris niet meer politieke wil toont om wat België kan, ook in Nederland te proberen.
Ik begrijp dat de staatssecretaris vindt dat de spaartegoedenrichtlijn naar behoren werkt. Wat vindt hij van de kritiek op de spaartegoedenrichtlijn, namelijk dat deze alleen betrekking heeft op natuurlijke personen en niet op rechtspersonen zoals trusts? Is daarvoor de doorkijkbenadering geïntroduceerd? Kan de staatssecretaris aangeven of belangrijke verbeteringen van de spaartegoedenrichtlijn nodig zijn om deze echt effectief te laten zijn?
Liechtenstein. Er moeten voldoende mogelijkheden zijn om informatie over Liechtenstein te kunnen krijgen. Ik begrijp dat meer Europese landen vinden dat belastingparadijs Liechtenstein openheid van zaken moet geven. Het lijkt mij voor de hand te liggen dat op Liechtenstein Europese druk wordt gelegd om hieraan medewerking te verlenen. Het mag niet voorkomen dat Liechtenstein wel onderdeel is van de Europese Unie, maar ondertussen zijn plichten verzaakt.
Kredietbeoordelaars. Er is een voorstel voor een Europees toezicht op de kredietbeoordelaars. Ik heb begrepen dat Nederland daarbij dwarsligt omdat Nederland de mogelijkheid wil openhouden dat kredietbeoordelaars die niet in Europa zijn geregistreerd – denk aan de Verenigde Staten – toch actief moeten zijn. Ondergraaf je daarmee niet het idee achter meer toezicht op kredietbeoordelaars? Amerikaanse kredietbeoordelaars kunnen dan immers nog steeds zonder het Europese toezicht, het toezicht dat nodig is, in Nederland en andere Europese landen actief zijn.
De dechargeverlening. Het is natuurlijk bar en boos met de besteding van Europees geld. Dat is al jaren zo. Dat is gewoon heel slecht. Dat het iets minder slecht wordt dan heel slecht, is onvoldoende reden om deze keer, in tegenstelling tot vorig jaar, maar wel decharge te verlenen. Dat zou een verkeerd signaal zijn aan de Europese Unie en de lidstaten van de Europese Unie die van de besteding van het geld in eigen beheer een potje maken. Het zal een lang gevecht worden, maar het is toch echt een verkeerd signaal als Nederland nu wel decharge verleent. De prestaties sec geven daartoe immers geen enkele reden.
De heer Tang (PvdA): Voorzitter. Wij bespreken veel stukjes en beetjes, maar het wordt tijd om de financiële ordening breder te bespreken. Ik heb dit al tijdens de procedurevergadering aangekaart en naar ik meen zijn de leden het daar wel mee eens. Wij hebben de minister om een brief gevraagd over dit onderwerp en dat lijkt mij ook hard nodig. De G20-top komt eraan. Het is goed om daarvoor met de minister van gedachten te wisselen over de vraag hoe de financiële ordening in brede zin eruit zou moeten zien. Dat zou meer moeten betreffen dan alleen de punten die bij de G20 aan de orde komen.
Een van de punten die aan de orde moeten komen is de positie van credit rating agencies. Nu worden eisen gesteld, maar de minister weet tegelijkertijd dat de PvdA graag een extra concurrent ziet, en wel een publieke. Dan kunnen klanten kiezen voor kwaliteit. Die organisatie is dan misschien wel iets duurder, maar de klanten weten dan wel dat zij een goede rating geeft. Ook die vorm van concurrentie zien wij graag. Het gaat niet alleen om de prijs en de kostenefficiëntie van dit soort organisaties, maar juist om de kwaliteit. Ik hoor graag van de minister hoe hij denkt dat deze discussie verder zal verlopen.
Het herstelplan en het stabiliteitspact. Ik sluit mij op dit vlak aan bij de heer De Nerée tot Babberich. Hij heeft gevraagd naar de discussie over middenlange termijn. Hoe moeten de landen hun budget voor de middellange termijn op orde brengen? Ontstaat daar consensus over? Waarover gaat precies de discussie?
Weet de minister iets meer over de voorstellen van de Europese Commissie over steun aan de financiële sector via maatregelen inzake liquide middelen, vermogenstitels, toxic assets of hoe je ze ook wilt noemen? Zal de discussie hierover starten bij de Ecofin? De ideeën die daarover leven, lijken mij buitengewoon relevant voor Nederland.
Ik kan mij aansluiten bij de woorden van de heren De Nerée tot Babberich en Irrgang over Liechtenstein en het verlenen van decharge.
Kan de staatssecretaris ingaan op de stand van zaken in de discussie over de btw? Welke btw kan omlaag gaan, op groen of op arbeid?
De minister van Financiën wijst er terecht op dat Nederland meer dan andere lidstaten doet omdat wij hebben moeten ingrijpen in de financiële sector. Dat heeft Nederland bovenmatig gedaan omdat de omvang van de financiële sector in Nederland meer dan gemiddeld is. Daarbij is natuurlijk ook de kwetsbaarheid gebleken van het Nederlandse beleid. Laatst is gesproken over het Holland Financial Centre. Naar ik meen, ontvangen wij hiervoor binnenkort eindelijk een pakket met maatregelen of voorstellen. Deze commissie kan het nauwelijks geloven, maar wij hebben toch stiekem de hoop dat er binnenkort iets komt. Het zou fijn zijn als de minister aangeeft hoe volgens hem het beleid gericht op de Nederlandse financiële sector eruit moet zien in het licht van de nieuwe ontwikkelingen. Is het wel verstandig om in te zetten op een sector die zo fragiel blijkt te zijn? Deze sector zal in de toekomst toch veel meer aan regulering onderhevig zijn. Ik verneem graag de visie van de minister hierop.
De heer Weekers (VVD): Voorzitter. Ik wil een aantal punten de revue laten passeren. Ik zal proberen om dit staccato te doen.
Het is goed dat de Nederlandse regering blijft hameren op het stabiliteitspact. Ik lees in het verslag dat de minister zich zorgen maakt om de ontwikkeling van de schuld. Dat is natuurlijk een zeer terecht punt. De roep om tal van extra stimuleringsmaatregelen is begrijpelijk, maar vroeg of laat zal de rekening toch moeten worden betaald. Als de financieringskosten voor de overheden van EU-lidstaten straks enorm oplopen, kan het nog wel eens zijn dat wij een zware pijp moeten roken. De euro kan daar nogal wat last van krijgen. Het is dus belangrijk dat minister Bos daarop blijft hameren.
Hoe verloopt de discussie het Europese financieel toezicht? Ik heb begrepen dat dit tot een hoge prioriteit van de Commissie is verheven, maar is er ook beweging bij de lidstaten die tot nu toe zeer terughoudend waren? Ik denk dat het in elk geval heel erg noodzakelijk is dat het Europese toezicht er snel komt, en wel onder de condities die wij eerder met elkaar hebben besproken.
Heeft de minister al goed gekeken naar de Antonveneta-richtlijn en de wijze waarop deze door Nederland moet worden geïmplementeerd? Of moet eerst worden teruggegaan naar Europa? Ik heb de richtlijn inmiddels bestudeerd. Volgens mij zitten hierin meer mogelijkheden dan wij een of twee weken geleden nog dachten. De rol van de minister wil ik daar toch in elk geval niet uit schrijven.
De Europese Investeringsbank, de EIB, heeft 30 mld. extra toegewezen gekregen. Daardoor kan behoorlijk wat extra krediet worden verleend. Kan de minister aangeven hoe Nederland daarvan uiteindelijk profiteert? De Europese Investeringsbank neemt deel aan tal van projecten. Ik begrijp dat deze bank ook ziekenhuizen financiert. Ons bereiken signalen dat ziekenhuizen toch een groot probleem hebben met het krijgen van geld voor plannen die op de plank liggen. Dat geldt onder meer voor het ziekenhuis in Heerlen. Weten ziekenhuizen of andere instellingen die in aanmerking komen voor funding via de Europese Investeringsbank die bank ook te vinden? Ik weet dat Financiën hulp biedt, maar wordt daarover actief gecommuniceerd?
Wordt over de verlaagde btw-tarieven volgens de staatssecretaris nu de knoop doorgehakt? Zeker in pakketten van stimuleringsmaatregelen is een verlaagd btw-tarief wellicht zinvol. Ik heb het gevoel dat dit dossier telkens weer wordt vooruitgeschoven. Het is belangrijk dat knopen worden doorgehakt. Hetzelfde geldt voor de btw op financiële diensten. Ik zie dit onderwerp niet meer terugkeren op de geannoteerde agenda. De staatssecretaris heeft eerder gezegd, ik meen een jaar geleden, dat wij zelf maatregelen nemen als de Europese Commissie niet beweegt. Gaat de staatssecretaris dat ook doen of moeten wij nog even op het plan van aanpak wachten voor het Holland Financial Centre? Als ik de toezegging van de minister van twee weken geleden goed heb begrepen, moet dit plan over een week bij de Kamer zijn.
Liechtenstein. Het kan toch niet zo zijn dat de Verenigde Staten een strenger verdrag met Liechtenstein hebben dan de Europese Unie. Ik vind dat wij minimaal dezelfde condities moeten kunnen afdwingen. Ik steun de zeer kritische inzet van de regering.
Ik roep de minister op om geen decharge aan de begroting te verlenen. Ik heb dat al eerder gezegd. Wij zien weliswaar een kleine verbetering, maar het lijkt wel een slak op een teerton. Die gaat heel langzaam vooruit.
Mijn fractie maakt zich grote zorgen over tendensen van protectionisme in de stimuleringspakketten. In het pakket van de Verenigde Staten zit toch echt een aantal protectionistische trekjes, ook al roept Obama dat protectionisme slecht is voor de wereldeconomie. Hetzelfde zien wij in Frankrijk. Ik denk dat op dit vlak een krachtig Europees signaal moet worden afgegeven en dat wij Angela Merkel niet de alleen roepende in de woestijn moeten laten zijn. De pakketen die de diverse EU-lidstaten afkondigen, mogen dus ook geen protectionistische maatregelen bevatten.
Icesave. Ik maak mij erg ongerust over de stand van zaken. Wij horen er al een tijdje niks meer van. Is de overeenkomst met IJsland uiteindelijk ook echt getekend? Kan de minister vandaag aangeven welke regelingen de Britten en de Duitsers hebben getroffen? Naar verluidt, krijgen zij uiteindelijk alles terug, maar Nederland niet. Ik maak mij vooral grote zorgen over de 100 000+-spaarders. Ik heb nooit bepleit om hen ook voor de 100 000+ te compenseren, en dat zal ik ook nu niet doen, maar ik heb wel gezegd dat zij geholpen moeten worden met hun claim gericht aan de IJslandse autoriteiten. Ik heb al eerder gewezen op de brief van de minister van Financiën ad interim van 10 oktober. Hij heeft gezegd dat De Nederlandsche Bank met toestemming van Financiën de IJslandse toezichthouder aansprakelijk heeft gesteld voor alle schade vanwege falend toezicht. Dat is volgens mij ook de ingang om de 100 000+-spaarders, de medeoverheden en alle gedupeerden die niet onder de depositogarantieregeling vallen, vroeg of laat schadeloos te stellen. Het zal wel eerder laat worden dan vroeg, maar het is wel een mogelijkheid en ik vind dat die gegrepen moet worden.
De heer Van Dijck (PVV): Voorzitter. Ik ga eerst in op het verslag van de Ecofin van vorige maand. Letland heeft 3,1 mld. steun gekregen van de Europese Commissie. Ik vraag mij af welke afspraken hierover zijn gemaakt en welke landen nog meer genomineerd zijn voor het krijgen van steun. Wat zijn de criteria om hiervoor in aanmerking te komen? Ik heb begrepen dat IJsland, geen lidstaat, ook steun heeft gekregen. Ik vraag mij af op basis van welke criteria EU-lidstaten en niet-EU-lidstaten in aanmerking komen voor steun.
Slowakije voert vanaf 1 januari de euro. Ik vraag mij af wat de filosofie is. Hoeveel landen moeten nog de euro krijgen? Deze crisis zet het stabiliteitspact voor de euro toch onder druk.
Ik lees dat de kapitaalinjecties in banken niet het doel hadden om de kapitaaleisen te verhogen. Zij dienden juist als buffer om kredietverlening tot stand te brengen. Ik heb van deze minister altijd begrepen dat de injecties waren bedoeld voor het creëren van meer solvabiliteit van de banken, en dus niet zozeer voor het verlenen van kredieten. Ik vraag mij af of Nederland daarmee anders omgaat dan de Europese Unie. Moeten wij niet collectief afspreken wat de minimale debt to equity ratio moet zijn van de banken? Ik heb toch het gevoel dat de banken elkaar aftroeven in de zin van «ik heb een hogere solvabiliteit, dus je kunt beter aan mij lenen dan aan die andere bank». Moeten wij daarover niet geharmoniseerde afspraken maken?
Dan de agenda voor de Ecofin van volgende week. Het valt mij op dat de groeiverwachtingen van het CPB en die van de Europese Commissie zo ver uiteenlopen. Het CPB heeft het over min drie kwart voor 2009. De schatting van de Commissie is min twee. Dat is zelfs lager dan het Europees gemiddelde. Ook dat is nieuw. Nederland zat altijd boven het Europees gemiddelde bij dit soort dingen. Ook inzake de inflatie is een groot verschil te constateren. Wij krijgen een inflatie van 1,9% terwijl het gemiddelde in de Europese Unie 1% is. Het IMF verwacht zelfs 0,25%. Ook hierover krijg ik graag opheldering.
De herstelplannen. De brief die de Kamer vanochtend heeft ontvangen, heb ik helaas nog niet helemaal goed kunnen bestuderen. Het valt mij wel op dat Nederland achterblijft bij andere landen. Wij realiseren 0,4% terwijl de ons omringende landen boven de 1% zitten. Gaat Nederland dat nog inhalen? Is de harde afspraak gemaakt dat de kapitaalinjecties, het garantiestelsel en de acties die tot nu toe voor de bancaire sector zijn genomen, meetellen als herstel? Of is dit nog dubieus? Soms hoor je dat deze zaken erbij horen. Het afschaffen van de WW-premie is ook opeens bij het herstel betrokken. Is dat wishful thinking door de minister of is dat vastgelegd? Als een land door het begrotingstekort gaat, geldt een correctietermijn van één jaar. Nu wordt deze termijn uitgesmeerd. Is hiervoor een aantal jaren afgesproken en is dit voor iedereen gelijk of wordt dit per land of per situatie bekeken?
Wij maken ons ook zorgen over de Fransen, die door de steun aan de auto-industrie erg protectionistisch handelen. Ik heb begrepen dat deze steun alleen maar wordt verleend als je ook onderdelen in Frankrijk koopt. Obama is bezig met infrastructurele projecten, maar deze moeten wel gerealiseerd worden met machines van Amerikaanse makelij. Dat soort protectionisme kunnen wij in Europa niet hebben. Ik vraag de minister dan ook om daar keihard tegenin te gaan.
De EU heeft zelf aangegeven 0,3% bbp te investeren. Hoe wordt die steun verdeeld? Die 0,3% mag straks niet helemaal bij het Oostblok terechtkomen. Deze moet gelijk worden verdeeld. Op welke projecten heeft deze betrekking?
Ik zie de tendens dat Europees aanbesteden door de crisis onder druk komt te staan. De demonstraties in Groot-Brittannië hebben wij gezien. Portugezen en Italianen gingen er aan het werk, maar de Britten zelf waren werkloos. Ik vraag mij af of de Europese aanbestedingsregels die in de hoogconjunctuur zijn opgesteld, in tijden van crises nog wel overeind blijven.
Minister Bos: Voorzitter. De vragen over de algemene economische situatie hebben zich vooral beperkt tot vragen over inflatie en het risico op deflatie. Het is goed dat wij ons realiseren dat de 0,25% van het IMF een percentage is waarin werkelijk alles terecht is gekomen. Dat versluiert dat het inflatiecijfer voor Nederland en de Europese Unie een stuk hoger is dan het cijfer voor een aantal andere regio’s en landen. Wij moeten ons ook goed realiseren dat dit cijfer nu wordt vertekend door het vertraagde effect van de gedaalde olieprijzen. Als je het daarmee opschoont, blijkt dat de verwachte kerninflatie betrekkelijk weinig is veranderd. In dat licht is er eigenlijk weinig reden om in de eurozone te vrezen voor deflatie. Dit heeft de heer Trichet recentelijk nog gezegd. Hij heeft het overigens niet over deflatie, maar over desinflatie. Daarmee wil hij aangeven dat er wel degelijk wat verandert, maar dat er geen sprake is van een structurele verankering van een verwachting van dalende prijzen bij zowel consumenten als producenten. Die is nog steeds stevig boven de nul. De ECB is vooralsnog voorzichtig gebleken met het nog verder naar beneden brengen van de rente. De ECB houdt daardoor op dit moment iets meer «room to manoeuvre» over dan bijvoorbeeld Amerika. Als je al op nul zit en je wilt dan nog kunnen interveniëren, dan moet je echt aan heel andere instrumenten denken. Het is een «better safe than sorry»-houding van de ECB op dit punt. Deze wordt mede mogelijk gemaakt door het feit dat de structurele inflatieverwachtingen nog steeds ver weg zijn van iets wat op deflatie kan wijzen.
Een aantal leden heeft gewezen op de notitie die helaas pas vandaag bij de Kamer is aangekomen. Dat is overigens geheel door een fout onzerzijds gebeurd. Daarvoor bied ik mijn excuses aan. Ik begrijp uit de lichaamstaal van een aantal leden dat zij deze notitie daardoor nog niet hebben gezien. In deze notitie geven wij aan hoe de inspanningen van Nederland zich verhouden tot de inspanningen van andere Europese landen. Als je puur kijkt naar de budgettaire extra inspanningen, dan blijkt de Nederlandse positie betrekkelijk mager in vergelijking met de positie van een aantal andere landen. Zo gauw je het effect van de automatische stabilisatoren erbij betrekt, en al helemaal als je erbij betrekt hoeveel wij hebben geïntervenieerd in de financiële sector en welke kosten dat met zich brengt, dan ontstaat een beeld waarvoor Nederland zich bepaald niet hoeft te schamen. Zeker niet als je dat vergelijkt met andere landen in Europa. Wij blijven er in Europa dan ook op aandringen dat niet alleen moet worden bekeken of landen via de begroting meer geld vrijmaken om de economie te stimuleren, maar dat ook het effect van automatische stabilisatoren en interventies in de financiële sector moet worden meegewogen.
Wij maken ons zorgen over protectionistische tendensen. De twee landen die vandaag de revue passeerden, de Verenigde Staten en Frankrijk, hebben onze bijzondere aandacht. De afgelopen week hebben wij discussie gevoerd over «buy American». President Obama heeft recentelijk gezegd dat dit niet de bedoeling kan zijn. Dat zullen wij met aandacht blijven volgen om te zien wat er echt gebeurt. Gelukkig hebben wij met de World Trade Organisation een organisatie op wereldniveau die daar iets over te zeggen heeft en die maatregelen kan nemen. Helemaal gerustgesteld zijn wij niet.
De afgelopen maanden hebben wij over Frankrijk al meer signalen gekregen waaruit bleek dat wat gezegd wordt in de pers, niet per se hetzelfde hoeft te zijn als wat vervolgens wordt uitgevoerd. Het blijft onze onverminderde aandacht houden en dat geldt uiteraard ook voor de Europese Commissie en commissaris Kroes in het bijzonder.
De heer Irrgang (SP): Regeren is vooruitzien. Dat geldt niet alleen voor stimuleringspakketten, maar ook voor centrale bankiers. De minister zegt dat deflatie niet in beeld is, maar wij hebben wel de snelst dalende inflatie. Volgens mij is het echt een recordtempo. Wat gebeurt er als dit na een jaar of langer onverhoopt toch gebeurt? Is de ECB dan voorbereid om onconventionele maatregelen te nemen zoals het vergroten van de geldhoeveelheid? Zijn daarover afspraken gemaakt? Als dat nog niet is gebeurd, moet dat nu wel gebeuren.
Minister Bos: Die afspraken worden niet met ons gemaakt. De ECB is namelijk onafhankelijk bij het voeren van het monetaire beleid. De bank zal mij misschien wel informeel hierover consulteren, maar wij hebben daarover geen zeggenschap. En dat hoort ook zo. Uit uitlatingen van directieleden van de ECB in de pers mag ik opmaken dat men wel degelijk nadenkt over onconventionele maatregelen, mochten die nodig zijn. Ik denk dat wij ons op dit moment vooral gerust moeten stellen met de gedachte dat het rentebeleid van de ECB en de inflatieverwachtingen die daarbij in de gaten worden gehouden, zodanig zijn dat men nog niet tot dit soort maatregelen hoeft over te gaan. De ECB is echter autonoom in het monetaire beleid en dat hoort ook zo.
De heer De Nerée tot Babberich (CDA): Ik kreeg signalen uit Brussel waaruit blijkt dat de stem van Nelie Kroes niet meer zo hard klinkt in de burelen van de heer Barroso, die vooral een uitstekende kandidaat is voor zichzelf. Neelie Kroes is al eens de oren gewassen door de ministers van Financiën tijdens een Ecofin. Ik wil de minister oproepen om nu eens de andere kant uit te gaan en haar de nodige steun te geven in de Ecofin, temeer omdat de president van de Commissie zijn oren nu wel erg laat hangen naar Groot-Brittannië en vooral naar Frankrijk. Dat is gevaarlijk en slecht.
Minister Bos: Ik steun mevrouw Kroes wanneer ik maar kan bij haar belangrijke werk en ik ben van plan om dat te blijven doen. Ik hoop dat de Kamer mij daarin zal steunen, ook als Nederland een keer onder vuur komt te liggen.
De heer Weekers (VVD): De minister kan wat dat betreft op onze steun rekenen.
Protectionisme ligt op de loer en is uitermate gevaarlijk. Lopen wij zelf niet een bepaald risico nu de ING zich heeft gecommitteerd om 25 mld. extra leningen te verstrekken aan Nederlandse particulieren en bedrijven? Dat heb ik althans in een van de brieven gezien. Dat lijkt mij toch ook een protectionistische inslag hebben. Hoe zit het nou bij banken in andere landen? Het is belangrijk dat ook in de kredietverlening geen protectionistische tendensen sluipen.
Minister Bos: Wij zijn niet verantwoordelijk voor strategische beslissingen die bedrijven zelf nemen. Als de ING de beslissing neemt om kapitaal dat vrijkomt, te gebruiken om extra krediet te verlenen en zelf de beslissing neemt om dat meer op Nederland toe te spitsen dan op landen buiten Nederland omdat de ING dat beter vindt passen bij het risicoprofiel dat hij zich in de toekomst wil aanmeten, dan is dat de eigen beslissing van de ING. Dat valt daardoor buiten elke considerans over staatssteun.
De heer Weekers (VVD): Ik ben blij met dat antwoord, want de ING maakt dat uiteraard zelf uit. Ik was er bang voor dat dit een onderdeel van de afspraken met de overheid was. Kennelijk is dat niet het geval.
Minister Bos: Wij vonden het een welkome consequentie van de afspraken die wij maakten, maar het is nooit door ons geëist. Het is geen onderdeel van de transactie geweest.
De heer Van Dijck (PVV): Is een renteverlaging door de ECB nog wel zinvol? In Amerika had een nog verdere renteverlaging weinig effect.
De minister zegt dat hij zijn uiterste best doet om de automatische stabilisatoren en de kapitaalinjecties ook te laten aanmerken als steunmaatregelen. Is daar binnen de Ecofin consensus over, of vindt deze minister als enige dat de automatische stabilisatoren en de kapitaalinjecties als zodanig moeten worden aangemerkt?
Minister Bos: Veel landen zijn het met ons eens dat automatische stabilisatoren moeten worden meegerekend. Dat is ook de mening van de Europese Centrale Bank. De Amerikanen doen dat ook als zij hun eigen inspanningen kwantificeren. Er wordt betrekkelijk neutraal gereageerd op de vraag of financiële interventies moeten worden meegenomen. Dat komt doordat het ene land hier meer mee wordt geconfronteerd dan het andere land. Dan sluipt er wel eens iets van opportunisme de zaal in bij de vraag wie het in zijn eigen belang vindt om zich achter Nederland te scharen. Wij worden daar in ieder geval niet nadrukkelijk op aangevallen.
Ik vind dat politici terughoudend moeten zijn met het geven van commentaar op renteverlaging en wel om de indruk te vermijden dat zij zich ermee willen bemoeien. Ik vind dat het beleid dat de ECB tot nu toe heeft gevoerd, verstandig is geweest en goed heeft uitgepakt. Ik zie de volgende beslissingen van de ECB dan ook met vertrouwen tegemoet.
De toekomst van het stabiliteits- en groeipact. Wij tellen onze zegeningen. In alle teksten die worden aangenomen over stimuleringspakketten, blijft het pact in stand en blijft er sprake van een excessive deficit procedure. Het is geen lolletje voor een land om in zo’n procedure met de billen bloot te moeten. De discussie spitst zich nu toe op de vragen hoeveel meer tijd kan worden gegeven aan een land dat door de tekortplafonds heen schiet om de zaak weer op orde te brengen en wat de hardheid moet zijn van het commitment dat je van zo’n land vraagt. De interessante vraag is dan of je die twee zaken kunt combineren. Naarmate het commitment om weer terug te komen op het pad van houdbare overheidsfinanciën harder is, kan worden overwogen om iets meer tijd toe te staan om eruit te komen. Daarbij doet zich wel een heel gevaarlijke paradox voor waar wij voorlopig nog niet uit zijn. Als je niet uitkijkt, leidt deze logica er namelijk toe dat landen die een groter tekort hebben ook meer tijd krijgen om het weer recht te breien. Enerzijds is dat logisch, want als je verder van de – 3 afzit, heb je ook meer tijd nodig om er weer bovenop te komen. Anderzijds is het dan betrekkelijk straffeloos om ver door de – 3 heen te schieten, want dan krijg je meer tijd om het goed te maken. Dat is nog niet in alle opzichten opgelost. Wij wachten op een voorstel van de Commissie hierover en als zij het voorstel niet doet, zullen wij zelf initiatieven nemen. Nederland dringt op dit vlak traditiegetrouw aan op het handhaven van disciplinerende afspraken. Dat zal ook mijn inbreng blijven.
Tot mijn spijt is het onderwerp «credit rating agencies» van de agenda van komende week verwijderd. Dat heeft vooral te maken met de problematiek inzake de raters van buiten Europa. Mij wordt verzekerd dat het eerder een technische oorzaak heeft dan dat er grote politieke meningsverschillen over zouden zijn. In principe staat het volgende maand weer op de agenda. Wij zullen dan in staat zijn om de discussie hierover te vervolgen.
De heer Van Dijck vroeg zich af of binnen Europa anders aangekeken wordt tegen kapitaalinjecties en de functie van kapitaalinjecties. Dat is mij niet gebleken. Wel wordt in heel Europa de spanning gevoeld die ook in de debatten in Nederland naar voren komt. Enerzijds injecteer je kapitaal in banken om de solvabiliteit te verbeteren, maar anderzijds neem je waar dat in een neergaande economie minder krediet wordt verleend. Dat roept op z’n minst onder het publiek vragen op in de zin van «hé, je stopt extra geld in een bank, maar dat leidt niet tot meer kredietverlening». Die spanning voelt iedereen en daar zullen wij mee om moeten gaan. In de vorige Ecofin hebben wij afgesproken dat de normen, de debt to equity (D/E) ratio, de current ratio en andere normen, nu niet worden opgevoerd. Dat is belangrijk. Na de Ecofin is dat als een statement naar buiten gebracht. De Europese toezichthouders zijn het daarmee eens. Anders zou je echt een procyclisch effect creëren. Als je in tijden waarin banken het moeilijk hebben de kapitaalratio verder verscherpt, zijn zij tot nog minder in staat. De huidige situatie levert al zoveel spanning op. Dat is dus goed nieuws.
Het is nog steeds onzeker of Nederland bij de G20 aan mag schuiven. Een aantal werkgroepen is opgestart. Nederland neemt overigens wel deel aan twee werkgroepen bestaande uit experts. President Wellink doet mee aan een werkgroep over transparantie. Wij hebben ook het recht om in de werkgroep over de Wereldbank een expert te benoemen. Wie dat wordt, is nog niet vastgesteld. Ik ben niet helemaal zonder zorgen over het tempo waarin een en ander zich afspeelt. De agenda van de G20-top in Londen zal veel meer gaan over de recessie dan over het oorspronkelijk onderwerp van dit hele circus, namelijk de toekomst van de internationale financiële architectuur. Ik vind het best als het ook over de recessie gaat, maar het zou doodzonde zijn als de impliciete boodschap is dat wij nu al minder belang hechten aan de post-Bretton-Woodsgedachte over hoe het rondom het IMF en de Wereldbank en wat dies meer zij, beter moet. Een inzet van Nederland zal zijn om dat op de agenda te houden en daarbij een gevoel van urgentie te blijven houden. In dat licht vind ik het ook prima om aan het eind van deze maand aan de Kamer een meer omvattende brief te sturen over de inzet van het kabinet in al die gremia inzake de toekomst van de nationale en internationale marktordening. Dat zeg ik graag toe.
Mijn toezegging dat de Kamer binnen een of anderhalve week nader verneemt over het Holland Financial Centre staat. Ik begrijp alle vraagtekens in uw ogen: moet je daar in deze tijden nog zo op inzetten? De toekomst van de Nederlandse financiële sector zal er anders uitzien dan wij een of twee jaar geleden meenden. Ik ben echter niet toe aan de conclusie dat het geen zin meer heeft om te investeren in een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor financiële dienstverleners in Nederland. In een nieuwe marktordening en nadat alle lessen geleerd en geïmplementeerd zijn, blijven er genoeg uitdagingen over. Straks worden bijvoorbeeld de CO2-emissierechten verhandelbaar. Dat blijft een fantastisch thema waar Nederland veel mee kan en veel van weet. Daarmee zou Nederland zich kunnen profileren. Wij hebben gigantische pensioenfondsen en een enorme expertise op het gebied van vermogensbeheer. Die dienst, dat product, proberen te promoten en te exporteren naar andere landen en naar andere werelddelen blijft onverminderd belangrijk. Ik zie daar nog steeds mogelijkheden.
Ik ben blij dat de heer Weekers de Antonveneta-richtlijn inmiddels heeft gelezen. Ik wacht even tot ik het advies krijg van de Raad van State voordat ik mijn conclusies vergelijk met de zijne. Ik ben niet vergeten hoe wij daarover met elkaar hebben gedebatteerd.
De EIB heeft 30 mld. extra. toegewezen gekregen. Wij hebben in 2008 al veel meer dan voorheen gebruikgemaakt van deze leningen. Dat betrof in 2008 een bedrag van 1,6 mld.; dat bedrag was hoger dan ooit. Samen met Economische Zaken proberen wij de toegang van bedrijven tot de EIB te vergemakkelijken. Op dit moment is de Europese Investeringsbank in gesprek met ten minste twee grote Nederlandse banken om via hen extra middelen aan het midden- en kleinbedrijf te lenen. Daarbij is het in principe en onder voorwaarden ook mogelijk dat ziekenhuizen daarvan gebruikmaken. Dat is in het verleden ook gebeurd. Het meest recente voorbeeld is van 2007, een ziekenhuis in Delft.
Icesave. Gisteren ben ik in Zweden geweest om met mijn Zweedse collega’s over een paar zaken te spreken. Icesave was een van de onderwerpen. Zweden is net wat nauwer betrokken bij steunverlening aan IJsland. Zij vinden dat wij een paar maanden geduld moeten hebben met IJsland omdat daar in april verkiezingen worden gehouden. Dat legt het vermogen van de IJslandse regering om nieuwe grootscheepse dingen te doen of op stapel te zetten, namelijk redelijk stil. De juridische afhandeling van de boedel vindt natuurlijk wel plaats. Het was te lezen dat dit bij andere banken dan Kaupthing vorige week nog leidde tot miljoenen, die gelukkig ook aan de Nederlandse depositohouders ten goede komen, zoals de provincie Groningen. Op andere punten gaat het op dit moment niet zo snel als wij het graag zien. Wij blijven samen optrekken met Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Wij hebben geen informatie die erop wijst dat zij meer voordeel hebben dan wij. In samenwerking met de landsadvocaat hebben wij een bijeenkomst georganiseerd die binnenkort zal plaatsvinden. Daar zal worden bekeken wat wij voor elkaar kunnen betekenen. Daarbij denk ik ook aan de 100 000+-spaarders. Onze toegang tot de landsadvocaat wordt dus gebruikt om te bekijken wat wij voor de 100 000+-spaarders kunnen doen, bijvoorbeeld door op een aantal punten gezamenlijk op te trekken. Al is het maar omdat wij over expertise beschikken waar zij minder makkelijk toegang tot hebben.
Gevraagd is of wij in de toekomst onderscheid moeten maken tussen verschillende functies binnen banken en de daarbij horende toezichtregimes. Ik zie dit als een onderdeel van het grotere verhaal waar de heer Tang over sprak. Naar mijn mening is het zinvol om verder na te denken over alles wat te maken heeft met de figuur van public utility banks. Dat betekent overigens helemaal niet dat ik denk dat Fortis ABN Amro een public utility bank moet worden.
Decharge. Ik was al flink op weg om te besluiten om aanstaande dinsdag tegen dechargeverlening te stemmen. Die neiging wordt door de Kamer bevestigd. De grootste uitdaging is op dit moment tweeërlei. Wij moeten ervoor zorgen dat wij de Europese Commissie daardoor niet tegen ons in het harnas jagen, want dat kom je op een ander dossier weer tegen. Het grootste probleem ligt ook niet bij de Europese Commissie, maar bij het feit dat andere lidstaten onvoldoende maatregelen nemen, al is het maar omdat zij niet met nationale verklaringen en dergelijke werken. Daar ligt de eerste uitdaging. De tweede uitdaging is om ervoor te zorgen dat het ons lukt om niet het enige land te zijn dat tegen stemt. Ook in dat licht heb ik de hoop niet helemaal opgegeven. Het bezoek van gisteren aan Zweden werpt zijn vruchten wellicht af, al is het maar omdat Zweden dit jaar voor het eerst ook werkt met een nationale verklaring en daar zelf buitengewoon tevreden mee is.
Staatssecretaris De Jager: Voorzitter. Ik ga eerst in op de vraag van de heren De Nerée tot Babberich en Irrgang over de splitsing tussen green tax en de derogaties. Dat is inderdaad niet de bedoeling. Ik zeg hier dan ook toe dat het de Nederlandse inzet is om die twee te blijven koppelen. Ik vind beide belangrijk, de derogaties, dus de verlaagde btw-tarieven op bijvoorbeeld arbeidsintensieve diensten, en de verlaagde btw-tarieven voor bepaalde milieuvriendelijke producten. Ik hoop dat wij in april een green tax package kunnen accorderen. Dat zou belangrijk zijn. Ik zal de Kamer hiervan zo snel mogelijk op de hoogte stellen.
De heer De Nerée tot Babberich (CDA): Namens de CDA-fractie heb ik al een aantal keren gesteld dat de lidstaten zelf moeten kunnen besluiten wat zij onder het lage en wat zij onder het hoge btw-tarief laten vallen voor zover daardoor internationaal geen concurrentieverstoring optreedt. Ik vraag mij af of daarover in Brussel nog steeds wordt gediscussieerd. Dit is gewoon gemorrel in de marge. Ik begrijp dat het heel moeilijk is, want je moet unanimiteit hebben, maar ik pleit er graag voor dat de staatssecretaris zich ervoor inzet dat ook die discussie wordt voortgezet.
Staatssecretaris De Jager: Naar alle waarschijnlijkheid geldt het in ieder geval voor de arbeidsintensieve diensten. Elke lidstaat kan ervoor kiezen om die toe te passen. De inhoud van het green tax package is nog niet bekend. Het is mij ook nog niet bekend of het daarbij gaat om de mogelijkheid of om de verplichting om een verlaagd btw-tarief toe te passen. Over het algemeen is het toepassen van een verlaagd tarief altijd een keuze. Er is ook een lidstaat met een uniform btw-tarief. Je kunt ook alles onder het hoge tarief laten vallen. Op de inhoud van dit pakket moeten wij dus nog even wachten. De heer Irrgang vroeg in dezen naar de verhouding tussen de harmonisatie en het green tax package. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de mogelijkheden om een groene btw toe te passen precies worden beschreven, zodat niet iedere lidstaat zelf kan bepalen wat milieuvriendelijk is, maar of de btw op die producten wordt toegepast, zal waarschijnlijk wel aan de lidstaat worden overgelaten. Zo is het nu ook met btw-derogaties. Dat lijkt mij een redelijke benadering. Anders kan een lidstaat die Ferrari’s bouwt, ook dat als milieuvriendelijk bestempelen. Misschien is dat bij de elektrische auto’s straks wel het geval, maar dat geldt waarschijnlijk nog niet voor de huidige generatie. Ik denk dat het goed is dat er enige kanalisatie is, zodat duidelijk is wat een lidstaat als milieuvriendelijk mag bestempelen.
De heer Van Dijck (PVV): Wat vindt men ervan dat Groot-Brittannië de btw naar 15% heeft verlaagd? Daardoor draagt Groot-Brittannië toch minder af aan Europa? Een deel van de opbrengsten van de btw zijn immers afdrachten aan Europa. Europa loopt daardoor geld mis. Bovendien ontstaan andere concurrentieverhoudingen.
Staatssecretaris De Jager: Groot-Brittannië heeft het hoge btw-tarief verlaagd naar het minimum dat geldt voor het hoge btw-tarief. Dat is 15%. Het staat iedere lidstaat vrij om het hoge btw-tarief tot 15% te verlagen. Groot-Brittannië heeft dit percentage niet voor niks naar 15% gebracht. Lager had niet gekund. Er is ook een andere lidstaat die 15% hanteert als het hoge btw-tarief. Dat is toegestaan. Het is aan de lidstaten om te bepalen in hoeverre zij gebruikmaken van de ruimte om een hoger btw-tarief dan 15% te hanteren.
Voor zover ik dat altijd heb begrepen is de afdracht van de btw gebaseerd op de minimumtarieven. Indien een lidstaat meer dan 15% heft, gaat het merendeel niet naar Europa, maar naar de lidstaat zelf. Voor het bepalen van de afdracht is een ingewikkelde berekening nodig, maar de berekening is wel zodanig dat een tariefswijziging geen invloed heeft op de afdracht aan Brussel.
De spaartegoeden. De Commissie zegt in de huidige tekst dat de spaartegoedenrichtlijn naar behoren werkt. Het is een beetje een formalistisch standpunt, want de spaartegoedenrichtlijn zelf is veel te beperkt en zo lek als een mandje. Daarover ben ik het met de Kamer eens. Er is lekkage doordat rechtspersonen er niet onder vallen, maar ook doordat rente er wel als een formeel begrip ondervalt, maar niet in andere vormen, zoals het rendement op complexe verzekeringsproducten. Die leiden immers ook tot een bepaald rendement, maar dat rendement valt niet onder het begrip «rente». Die richtlijn is dus gewoon lek. Het is de Nederlandse inzet om de spaartegoedenrichtlijn veel breder te maken. Het allerbeste is echter informatie-uitwisseling. Ik heb dit altijd in de Ecofin namens Nederland verkondigd. Een spaartegoedenrichtlijn met bronheffingen is altijd second best vergeleken met volledige informatie-uitwisseling. Ik vind eigenlijk dat de lidstaat zelf moet kunnen beslissen hoe de lidstaat de vermogensbestanddelen van zijn ingezetenen betrekt in de belastingheffing. Dat zou niet moeten worden afgehouden doordat geen informatie wordt uitgewisseld. Als een doekje voor het bloeden vinden dan bronheffingen plaats. Die worden dan wel afgedragen, maar dat is toch een vreemde figuur. Vermogensbestanddelen vallen in Nederland in box 3. Ik wil graag dat wij de werkingssfeer van de spaartegoedenrichtlijn sterk uitbreiden, bijvoorbeeld naar stichtingen, en dat wij uiteindelijk inzetten op een volledige informatie-uitwisseling, want dat is veel beter.
De heer De Nerée tot Babberich (CDA): Wellicht kan de richtlijn dan ook worden uitgebreid naar de UK bonds, want dat was het grootste lek. Het zal mij eigenlijk worst wezen of wij informatie krijgen, als de richtlijn maar zo breed is. Als je 35% heffing gaat betalen, is de lol ervan af. Dan droogt het vanzelf op.
Staatssecretaris De Jager: De richtlijn groeit naar 35%. Dat tarief is zelfs nog ietsje meer dan onze heffing. Er bestaat altijd een zekere angst dat, als je de UK bonds eronder sleept, er nog een aantal zaken onder wordt gesleept, en dat het lek dan nog steeds niet dicht is. Dan kunnen nog steeds innovaties ontstaat die niet onder de werkingssfeer van deze richtlijn zullen vallen. Daarom vind ik een volledige informatie-uitwisseling het beste eindperspectief. Om de werkingssfeer van de spaartegoeden te verbeteren moet je werken aan de grondslag en de bonds er dus onder laten vallen, maar je moet er ook stichtingen en rechtspersonen onder brengen.
Liechtenstein. Bijna alle leden van de commissie hebben gevraagd om de druk op te voeren. Daarmee ben ik het helemaal eens. Wij vinden ook dat het huidige conceptverdrag met Liechtenstein niet ver genoeg gaat. Het verdrag dat Liechtenstein met de Verenigde Staten heeft gesloten, gaat verder en is qua informatie-uitwisseling ook beter. Gisteren hebben wij in het Comité van permanente vertegenwoordigers (Coreper) een akkoord bereikt om op basis van het huidige mandaat verder te onderhandelen met Liechtenstein, daarbij in acht nemende dat het verdrag met de VS beter is. De Nederlandse inzet is om er een duidelijk beter akkoord uit te slepen, een akkoord dat net zo goed is als of beter is dan het akkoord met de VS op het gebied van de informatie-uitwisseling. Twee lidstaten die tot gisteren notoire tegenstanders waren van onze actie – wellicht heeft dat te maken met hun eigen bankgeheim – zijn daarmee gisteren akkoord gegaan. De conceptraadsconclusies zijn als hamerstuk aan de Ecofin aangeboden.
De heer Weekers heeft een vraag gesteld over de btw op financiële diensten. De minister heeft al aangegeven dat wij daar bij het Holland Financial Centre verder naar kijken. Tsjechië trekt als voorzitter hard aan dit dossier en heeft tegenover ons aangegeven dat het tijdens zijn voorzitterschap voorstellen zal doen om het level playing field te herstellen. Dat is altijd de inzet geweest van de regering en de Kamer. Of je zegt allemaal dat het belast is, of je zegt allemaal dat het onbelast is, maar het level playing field moet worden hersteld. Wij hebben begrepen dat dit de inzet is van het Tsjechische voorzitterschap. Tsjechië verwacht eruit te kunnen komen.
De heer De Nerée tot Babberich (CDA): Voorzitter. Moet internationaal en binnen de EU niet meer coördinatie plaatsvinden over short selling?
De heer Weekers (VVD): Voorzitter. Ik ben blij dat de minister over Icesave heeft gezegd dat ook de diensten van de landsadvocaat worden opengesteld voor de 100 000+-spaarders. Als het desbetreffende gesprek heeft plaatsgevonden, kan de minister ons dan bij brief informeren over de te volgen route? Kan hij daarbij aangeven wat de stand van zaken is in Duitsland en Groot-Brittannië?
Minister Bos: Voorzitter. Het antwoord op de laatste vraag is bevestigend. Dat kunnen wij en dat zullen wij ook doen.
Het antwoord op de eerste vraag is ook bevestigend. Wij hebben dat zelf aangedragen. Wij zien dat de toezichthouders bezig zijn met de mogelijkheden om de maatregelen die her en der rondom short selling worden genomen verder te harmoniseren. Dat is ook wel nodig. Wij zijn er niet helemaal gerust op dat het goed gaat. Wij zullen daarom aanstaande dinsdag interveniëren om te proberen op dit punt de teugels strakker aan te trekken.
Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (ChristenUnie), Van der Burg (VVD), Tony van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Heerts (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA), Vos (PvdA), Bashir (SP) en Sap (GroenLinks).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Remkes (VVD), Jonker (CDA), Aptroot (VVD), Jan de Vries (CDA), Van Hijum (CDA), Mastwijk (CDA), De Krom (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Smilde (CDA), Anker (ChristenUnie), De Roon (PVV), Van Dam (PvdA), Smeets (PvdA), Karabulut (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA), Roefs (PvdA), Van Gerven (SP) en Vendrik (GroenLinks).
Samenstelling:
Leden: Van de Camp (CDA), Atsma (CDA), Van Bommel (SP), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Waalkens (PvdA), voorzitter, Van Baalen (VVD), Ormel (CDA), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Jan Jacob van Dijk (CDA), Blom (PvdA), Eijsink (PvdA), Van Dam (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Jonker (CDA), Irrgang (SP), De Roon (PVV), Boekestijn (VVD), Pechtold (D66), Ten Broeke (VVD), Gill’ard (PvdA), Jasper van Dijk (SP), Thieme (PvdD) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie).
Plv. leden: Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), De Wit (SP), Van der Vlies (SGP), Vos (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Haverkamp (CDA), Lempens (SP), Schermers (CDA), Knops (CDA), Jacobi (PvdA), Samsom (PvdA), Kuiken (PvdA), Teeven (VVD), Spies (CDA), Roemer (SP), Wilders (PVV), Van der Ham (D66), Van der Burg (VVD), Boelhouwer (PvdA), Van Leeuwen (SP), Ouwehand (PvdD), Voordewind (ChristenUnie) en Vendrik (GroenLinks).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-07-648.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.