nr. 636
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2008
Met deze brief ga ik in op het verzoek om uw Kamer te informeren over
mijn precieze inzet in de afgelopen Ecofin Raad op het punt van depositogarantiestelsel,
en over de precieze uitkomsten van de Raad op dit punt. Volledigheidshalve
verwijs ik hierbij eveneens naar het verslag van de Ecofin Raad van 1 en 2 december
2008 (Kamerstuk 2008–2009, 21 501-07, nr. 634).
In deze brief schets ik eerst kort het proces, vervolgens zal ik ingaan
op de inhoud van het voorstel en mijn inzet.
Proces
Dit agendapunt was voorafgaand aan de Ecofin Raad door het Franse Voorzitterschap
als A-punt aangemerkt. Het Voorzitterschap heeft tijdens de Ecofin Raad het
compromisvoorstel kort toegelicht. Het verzoek van het voorzitterschap aan
de Ecofin Raad was om in te stemmen met de voorgestelde algemene benadering.
Een gekwalificeerde meerderheid heeft zich voor dit compromis uitgesproken.
Nederland maakte deel uit van deze gekwalificeerde meerderheid.
Na de Ecofin is het Franse Voorzitterschap (in het kader van de Codecissieprocedure)
in tripartiet overleg getreden met de Europese Commisse en het Europees Parlement
om tot overeenstemming te komen. Vervolgens wordt het definitieve voorstel
weer voorgelegd aan de Ecofin Raad. Naar verwachting volgen er geen grote
aanpassingen en zal Nederland kunnen blijven instemmen.
Inhoud
In de onderhandelingen spitste de discussie zich toe op drie onderwerpen:
(i) de dekking, (ii) de termijn van uitbetalen en (iii) een nader onderzoek
door de Europese Commissie. Hieronder volgt een toelichting per discussiepunt.
(i) Dekking
In de discussie betreffende de dekking waren vooral de mate van harmonisatie
en de hoogte van de dekking van belang. Compromisvoorstel is om de dekking
op korte termijn minimaal € 50 000 te laten bedragen. Dit komt
overeen met de tijdelijke verhoging zoals die was afgesproken tijdens de Ecofin
van 7 oktober. Op de langere termijn, in de laatste versie van het voorstel
per 31 december 2010, zullen alle lidstaten de dekking vaststellen op € 100 000,
op basis van maximumharmonisatie. De datum van invoering is nog onderwerp
van de discussie tussen het Franse Voorzitterschap, de Europese Commissie
en het Europees Parlement.
Nederland heeft zich stevig ingezet voor maximumharmonisatie van de dekking.
Maximumharmonisatie betekent in dit geval volledige harmonisatie van de dekking
van € 100 000. Landen mogen hier dus niet van afwijken, overal
geldt dan een dekking van € 100 000. Hiermee worden onbedoelde
en ongewenste bijeffecten van verschillen in dekking in verschillende landen
voorkomen, zoals bijvoorbeeld concurrentie op depositogarantie.
Voor een aantal met name Oost-Europese landen is de € 100 000
aan de hoge kant. Voor een lager geharmoniseerd dekkingsniveau dan € 100 000
bleek echter onvoldoende draagvlak te zijn: veel lidstaten weigerden in te
stemmen met een volledig geharmoniseerde dekking als deze lager was dan € 100 000.
Voor Nederland was het compromisvoorstel acceptabel, omdat het tegemoet kwam
aan de primaire wens van Nederland, namelijk dat er een akkoord zou worden
bereikt om tot maximumharmonisatie over te gaan.
(ii) De termijn van uitbetalen
Onder de huidige richtlijn heeft de uitvoerder drie maanden de tijd om
de tegoeden uit te betalen, met een uitloop tot negen maanden in exceptionele
gevallen. Deze termijn is te lang. Het compromisvoorstel is om de termijn
terug te brengen naar 20 dagen, met een verlengingstermijn van 10 dagen voor
zeer uitzonderlijke gevallen.
Nederland heeft zich ingezet om de huidige termijn te verkorten. Als consumenten
weten dat het lang duurt voordat ze hun geld terug krijgen zullen ze, bij
vermoedens van problemen bij de financiële instelling, alsnog proberen
hun geld veilig te stellen. Zo zou een bank run kunnen ontstaan, welke een
DGS juist zou moeten voorkomen.
Tegelijkertijd vindt Nederland de door de Europese Commissie voorgestelde
termijn van 5 dagen te kort. Dit heeft veel consequenties voor de back office van financiële instellingen, en zou een
onredelijke administratieve last betekenen. Nederland kan daarom instemmen
met de termijn van 20 dagen.
(iii) onderzoek door de Europese Commissie
In het voorstel is voor 2009 een onderzoek door de Europese Commissie
aangekondigd. Dit onderzoek betreft onder andere de ideale hoogte van de dekking
en de mate van harmonisatie van de dekking, en de voor- en nadelen van een
eventueel Europees depositogarantiestelsel. Indien het onderzoek hier aanleiding
toe geeft, komt de Europese Commissie met passende voorstellen. Nederland
hecht veel waarde aan dit onderzoek.
De minister van Financiën,
W. J. Bos