21 501-07
Raad voor Economische en Financiële Zaken

nr. 627
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 oktober 2008

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin van 3 en 4 november 2008 te Brussel.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofin Raad van 3 en 4 november 2008

1. Economische situatie

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: bespreking

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting:

Tijdens de Ecofin Raad 4 november1 zal de focus vooral liggen op de ontwikkeling op de financiële markten en de gevolgen hiervan op de reële economie. De Europese Commissie zal tijdens deze bijeenkomst haar herfstvoorspellingen presenteren.

De afgelopen periode is gebleken dat de crisis op de financiële markten nog niet voorbij is. Na het omvallen van Lehman Brothers in de VS is deze in intensiteit toegenomen. Op Europees niveau is afgesproken dat de lidstaten maatregelen zo veel mogelijk gecoördineerd nemen. Voorbeelden hiervan zijn de mogelijkheden tot kapitaalinjecties, evenals het verhogen van de depositogaranties in alle lidstaten tot het minimum van € 50 000. In veel landen, waaronder Nederland, is deze garantie verhoogd naar € 100 000. Daarnaast is afgesproken dat tot eind 2009 staatsgaranties kunnen worden afgegeven op niet-achtergestelde bankleningen met een looptijd van maximaal vijf jaar. Tevens is besloten de financiële sector te ondersteunen bij herkapitalisatie. Momenteel volgen de kapitaalinjecties van overheden aan banken elkaar snel op. Naast de kapitaalinjectie van €10 mrd in ING, investeert de Franse overheid investeert €10,5 mrd in de zes grootste banken van het land en steken de federale, Vlaamse en Waalse autoriteiten samen €1,5 mrd in verzekeraar Ethias. Markten reageren voorzichtig positief op deze ontwikkelingen: de driemaands rente is iets gedaald.

Tijdens de IMF jaarvergadering en de G7 is gesproken over mondiale maatregelen die genomen moeten worden ter bestrijding van de financiële crisis. In navolging van deze bijeenkomsten kwamen de regeringsleiders van de eurolanden bijeen in Parijs op 12 oktober. Na de aankondiging van de bovenstaande Europese maatregelen hebben de VS hun reddingsplan van 700 mrd dollar gedeeltelijk aangepast. Het plan was in eerste instantie vooral bedoeld voor het opkopen van slechte leningen. Nu is er 250 van de 700 mrd dollar beschikbaar gesteld voor kapitaalinjecties in financiële instellingen.

Wat de gevolgen voor de reële economie zullen zijn van de onrust op de financiële markten is nog onduidelijk. In haar kwartaalrapportage geeft de Europese Commissie aan dat de financiële crisis via consumenten- en producentenvertrouwen, hogere risicopremies en scherpere kredietvoorwaarden zijn doorwerking zal hebben op de reële economie. De verwachting is dan ook dat de groeiverwachtingen in de herfstvoorspellingen van de Commissie naar beneden worden bijgesteld. Dit zou in overeenstemming met andere economische instellingen zijn, zoals het IMF. Het IMF verwacht een economische groei voor het eurogebied van 1,3% in 2008 en 0,2% in 2009. De Commissie voorziet ook dat de inflatie in 2009 zal dalen door afnemende economische activiteit in combinatie met lagere grondstofprijzen.

2. Follow-up van de Europese Raad

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: bespreking

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting:

Als gevolg van de kredietcrisis wordt gekeken naar de wenselijkheid en mogelijkheid van een herziening van de Europese en mondiale financiële architectuur. Vaak wordt hier middels de term «Bretton Woords II» aan gerefereerd. Vijf problemen kunnen worden onderscheiden en verbinden aan een aantal daarvan vervolgens hervormingen op het nationale, Europese en internationale niveau. De vijf belangrijkste problemen zijn: Macro-economische onevenwichtigheden, misaligned incentives, gaten in het toezicht, mondiaal opererende financiële instellingen versus nationale toezichthouders en vangnetten, en crisis management per land met onvoldoende afstemming.

In de eerste plaats is het van belang dat de prikkels in de financiële sector beter worden gericht. Dit betreft onder andere beloningsstructuren en regels ter voorkoming van belangenverstrengeling bij credit rating agencies. Ook kan gedacht worden aan een versnelde integratie van het Europese toezicht. Speciale aandacht is hierbij vereist voor het toezicht op crossborder groups en verbetering van de coördinatie van het crisismanagement. Hierbij is het opzetten van een adequate regeling voor burden sharing essentieel. Tot slot kan gedacht worden aan verbreding van het mandaat van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) naar financiële sector stabiliteit en zou het IMF de overkoepelende hoeder van wereldwijde financiële stabiliteit moeten worden.

3. (mogelijk punt) Richtlijnvoorstel Technische aanpassingen van de BTW-richtlijn

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: aanneming richtlijn

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

Het Franse voorzitterschap heeft deze wijzigingsrichtlijn geagendeerd met de bedoeling een finaal akkoord te bereiken. Het voorstel zoals het er na de behandeling in de Raad uitziet voorziet in een aantal technische aanpassingen van de BTW-richtlijn 2006:

• Het aftrekrecht wordt beperkt voor BTW die als voorbelasting drukt op goederen die gemengd (zowel zakelijk als privé) worden gebruikt. Met de wijziging wordt een arrest van het EG Hof van Justitie over het aftrekrecht bij gemengd zakelijk/privé gebruik gerepareerd.

• Het BTW-regime voor de plaats van levering wordt voor gas verruimd tot alle leveringen via gasleidingen/gastransportschepen. Deze regeling is nu beperkt tot leveringen via het distributienetwerk. Bovendien wordt de regeling van toepassing verklaard op de levering van koude en warmte.

• In de richtlijn wordt de BTW-vrijstelling voor de aankopen voor officieel gebruik door Europese instellingen ex artikel 171 van het EG-verdrag opgenomen, die nu in het Protocol is geregeld.

• In de richtlijn worden de aan Bulgarije en Roemenie bij hun toetreding verleende machtigingen opgenomen.

In de Raadswerkgroep is overeenstemming bereikt over de richtlijn. Nederland kan instemmen met het voorstel.

4. Verlaagde BTW-tarieven

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: discussie over voortgang dossier

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Op de Ecofin van 4 november zal de discussie over verlaagde tarieven worden voortgezet. Tijdens de informele Ecofin van 12 en 13 september is gesproken over verlaagde tarieven in zijn algemeenheid en over de mogelijke budgettaire gevolgen van het huidige voorstel. Door de kredietcrisis is de algemene discussie nauwelijks aan bod gekomen tijdens de Ecofin van 7 oktober. Komende Ecofin zal daarom verder worden gesproken. Er zal geen beslissing worden genomen.

Nederland vaart in de principiële discussie een pragmatische koers en sluit aan bij de politieke realiteit dat lidstaten reeds verlaagde tarieven toepassen en dat graag willen behouden. Nederland is voorstander van de mogelijkheid voor toepassing van verlaagde tarieven voor zover het gaat om lokaal verrichte diensten die de interne markt niet verstoren. Het biedt de lidstaten meer flexibiliteit, mede in het kader van de nationale sociaal-economische politiek. Zodoende worden ook de eigen verlaagde tarieven voor arbeidsintensieve diensten behouden. Er zal worden ingezet op de mogelijkheid om educatief materiaal – zowel in boeken als op CD-rom of gedownload van internet – onder een verlaagd tarief te brengen. Ook het tarief voor kringloopwinkels is in dat kader een aandachtspunt voor Nederland. Nederland staat open voor de mogelijkheid van het toestaan van andere tarieftoepassingen binnen deze benadering. Wel is Nederland van mening dat een en ander bezien moet worden in het kader van aspecten als effectiviteit, afbakening, budgettaire risico’s en het uitzonderingskarakter van het verlaagde tarief. Mede om die reden bestaan twijfels over de noodzaak van een onbegrensde toepassing van een verlaagd tarief zoals die Commissie die voorstelt voor een aantal sectoren.

5. Bestrijding van fiscale fraude – Versnelling Opgaven ICL

Document: Nog niet beschikbaar

Aard bespreking: aanneming richtlijn tot wijziging Richtlijn 2006/112/EG en aanneming verordening tot wijziging van verordening (EG) nr. 1798/2003

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

Het Franse Voorzitterschap zal op de Ecofin trachten politieke consensus te bereiken op het gebied van een versnelling van Opgaven ICL (intra-communautaire leveringen). Dit punt blokkeert thans nog een akkoord over het anti-fraude richtlijnvoorstel van de Commissie. Met het oog op een snellere informatie-uitwisseling om BTW-fraude tegen te gaan wordt voorgesteld om bij intracommunautair handelsverkeer de Opgaven ICL voor intra-communautaire goederenleveringenmaandelijks verplicht te stellen (is nu eens per kwartaal). Een uitzondering wordt gemaakt voor goederenleveringen die in een kwartaal onder een bepaalde drempel blijven(waarde van de leveringen wordt gedacht aan € 50 000 per kwartaal). In dat geval kan worden toegestaan dat er een kwartaal Opgave ICL wordt ingediend. Verder kunnen de lidstaten voor intracommunautaire dienstverrichtingen toestaan dat de Opgave ICD slechts driemaandelijks geschiedt.

Nederland is uiteraard voorstander van maatregelen die kunnen bijdragen aan bestrijding van belastingfraude en ziet het nut van een snelle gegevensuitwisseling. De effecten op de administratieve lastendruk en de effectiviteit van de maatregel moeten daarbij wel nadrukkelijk worden meegewogen. De maatvoering van de maatregel is daarbij van belang samen met het vermogen en de bereidheid van de belastingadministraties om de ontvangen informatie ook snel te verwerken. Wat dit laatste betreft is een akkoord over een verbeterde samenwerking in het kader van een Eurofisc-mechanisme (een andere anti-fraudemaatregel) een goede stap. Hiermee wordt zonder toename van de administratieve last voor het bedrijfsleven de fraude effectiever bestreden dan met het voorliggende voorstel. Nederland mist in dit voorstel een garantie dat de versnelde informatie-uitwisseling ook effectief wordt gebruikt en heeft moeite met de drempel van € 50 000 per kwartaal omdat daarmee veel gewone ondernemers worden getroffen. Hoewel er meer lidstaten zijn die met dezelfde bedenkingen naar het voorliggende voorstel kijken dreigt Nederland alleen te komen staan in een verzet tegen het voorstel. Nederland heeft in de Ecofin Raad van oktober aandacht gevraagd voor deze pijnpunten en verzocht daar op het niveau van de Raadswerkgroep over verder te praten. Voor Nederland is vooral van belang dat binnen een uiteindelijke regeling sprake is van een evenwichtige verhouding tussen het frequenter aanleveren van gegevens door het bedrijfsleven en het nut daarvan voor een adequate fraudebestrijding.

6. (mogelijk punt) Coördinatie directe belastingen – Exitheffing

Document: Concept resolutie van de Raad, (14 199/08, FISC 131)

Aard bespreking: aanneming Resolutie van de Raad

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

Het Franse voorzitterschap agendeert een concept Resolutie van de Raad over exitheffing op het gebied van de winstbelasting. In de concept Resolutie wordt de fiscale claim van de lidstaat van vertrek erkend en wordt het beginsel van wederzijdse erkenning als uitgangspunt gekozen. Dit betekent dat de lidstaat van ontvangst in beginsel de fiscale beoordeling van de lidstaat van vertrek volgt, om dubbele heffing te voorkomen. Als de lidstaat van ontvangst het niet eens is met de beoordeling door de lidstaat van vertrek, wordt via een overlegprocedure een oplossing gezocht. Het betreft een politieke verklaring die niet juridisch bindend of afdwingbaar is. Zij bevat daarom geen gedetailleerde procedures of definities. Deze dienen op bi- of multilateraal niveau nader te worden ingevuld.

Nederland kan instemmen met de voorliggende concept Resolutie van de Raad betreffende de coördinatie van exitheffingen.

7. (mogelijk punt) Herziening accijnsrichtlijn 92/12/EEG

Document: COM(2008) 78 definitief

Aard bespreking: aannemen Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

Het Franse voorzitterschap heeft een debat over het richtlijnvoorstel «herziening richtlijn 92/12/EEG» van februari 2008 geagendeerd. Het voorstel vervangt de huidige zogenoemde horizontale richtlijn accijns (richtlijn 92/12/EEG). In deze richtlijn zijn bepalingen opgenomen voor de productie, het voorhanden hebben en het intracommunautaire verkeer van accijnsgoederen. Richtlijn 92/12/EEG moet worden herzien in verband met de invoering van het geautomatiseerde systeem voor toezicht op het verkeer van accijnsgoederen (Excise Movement Control System: EMCS).

De Commissie had voorgesteld om verder voor de voorwaarden waaronder een particulier zonder betaling van accijns in het land van bestemming accijnsgoederen mag binnenbrengen te versoepelen.

Voor Nederland – en voor vrijwel alle andere lidstaten – waren deze versoepelingen moeilijk aanvaardbaar, zolang er geen verdergaande harmonisatie van de accijnstarieven mogelijk lijkt. In het laatste compromisvoorstel van het Vzschap zijn deze versoepelingen inmiddels geschrapt. Afgezien van dit onderdeel is het merendeel van de wijzigingen voor Nederland aanvaardbaar.

8. Lissabon-strategie: flexicurity

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: presentatie

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting:

Tijdens de Ecofin Raad zal als onderdeel van de Lissabon-strategie ingegaan worden op de resultaten van de Economic Policy Committee (EPC) – werkgroep over de toepassing van flexicurity in de lidstaten met speciale aandacht voor belasting – en uitkeringsstelsels. Het Franse Voorzitterschap heeft een aantal lidstaten verzocht een presentatie te geven van hun ervaringen met flexicurity.

9. Voortgangsrapport economische gevolgen klimaatverandering en stabilisatie prijzen onder ETS

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: discussie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Ecofin zal aan de hand van een presentatie van gedachten wisselen over het voortgangsrapport van de EPC-werkgroep die zich bezighoudt met de economische gevolgen van klimaatverandering. De voornaamste conclusie is dat er nog veel onzekerheid is over de exacte kosten. Volgens het rapport leiden hogere olieprijzen tot hogere kosten voor de economie (energieprijzen stijgen), maar worden de kosten van het klimaatpakket juist lager (prikkel tot besparing en alternatieve energiebronnen). Hierbij is sprake van grote onzekerheid over de doorwerking op de CO2-prijs (via verschuiving van gas naar kolen bij elektriciteitsproductie) en hoe het lange termijnaanbod van olie zich ontwikkelt. Verder zal de werkgroep in 2009 nader werk verrichten over de mogelijke oplossingen voor carbon leakage.

Over de verdeling van de koopkrachtgevolgen van het klimaat- en energiepakket is nog weinig zekerheid, maar mogelijk zijn de gevolgen voor lage inkomens relatief groot. Daarnaast zullen de belastingontvangsten voor de overheid dalen. Mogelijk ontstaat er bovendien een beroep op de overheidsfinanciën voor koopkrachtreparatie. Mede daarom moeten de veilingopbrengsten van ETS niet op EU-niveau geoormerkt worden, maar is bestemming een nationale aangelegenheid.

Polen zal bij dit agendapunt opnieuw aandacht vragen voor stabilisatie van de CO2-prijs in ETS door middel van minimum- en maximumprijzen.

Toezeggingen:

Hieronder wordt u geïnformeerd over de Nederlandse inzet ten aanzien van de hervorming van de internationale financiële architectuur. (zie ook agendapunt Follow-up Europese Raad: voorbereiding van internationale initiatieven als reactie op de financiële crisis)

Als gevolg van de kredietcrisis is duidelijk geworden dat de mondiale financiële architectuur zwakheden kent, die hervormingen vereisen. In de pers wordt hieraan vaak via de tot dusver lege term «Bretton Woods II» gerefereerd. Inmiddels is bekend dat op 15 november onder Amerikaans voorzitterschap een bijeenkomst van de G20 zal plaatsvinden over dit thema. Nederland zet zich via verschillende kanalen in om de Nederlandse inbreng hier ten gehore te brengen.

Nederland onderscheidt problemen op vijf terreinen:

– Macro-economische onevenwichtigheden;

– verkeerde prikkels in het financieel systeem, die niet bijdragen aan langetermijn stabiliteit;

– gaten in het (internationale) toezicht;

– mondiaal opererende financiële instellingen versus nationale toezichthouders en vangnetten; en

– crisis management per land met onvoldoende afstemming en veelal gebaseerd op nationale belangen.

Deze problemen vereisen hervormingen op het nationaal, Europees en internationaal niveau, op de volgende terreinen:

– In de eerste plaats is het van belang dat de prikkels in de financiële sector beter worden gericht, onder andere op de volgende terreinen: het toezicht op en de governance structuur van (grote) financiële instellingen vereist aanpassing, zodat publieke belangen beter worden gewaarborgd. Beloningsstructuren moeten gericht zijn op lange termijn stabiliteit en continuïteit. De rating activiteiten van kredietbeoordelingsbureaus moeten onafhankelijk en transparant zijn.

– Ook moet binnen Europa de samenwerking en het toezicht ten aanzien van grensoverschrijdende instellingen versterkt worden. Speciale aandacht is hierbij vereist voor verplichte informatie-uitwisseling en verbetering van de coördinatie van het crisismanagement. De inrichting van het financieel toezicht en van crisismanagement is van gemeenschappelijk Europees belang: lidstaten moeten zich op dit terrein aan «peer review» en onafhankelijke visitaties onderwerpen. Voor de lange termijn moet een Europees stelsel van toezichthouders overwogen worden, inclusief afspraken over burden sharing.

– Tot slot dient het IMF internationaal leidend te worden op het gebied van wereldwijde financiële stabiliteit. Daartoe moet het mandaat van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) worden uitgebreid. Landen moeten verplicht meedoen aan IMF Financial Sector Assessment Programmes en de resultaten daarvan moeten openbaar worden. Het IMF moet eerder kunnen reageren, en op een breder spectrum van problemen. Landen die gezond beleid voeren maar door besmetting in de problemen komen, moeten sneller financiële hulp van het IMF kunnen krijgen.


XNoot
1

Een overzicht van de agenda van 4 november is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven