21 501-07
Raad voor Economische en Financiële Zaken

nr. 623
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 september 2008

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin van 6 en 7 oktober 2008 te Luxemburg.1

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

In haar brief van 29 augustus 2008 verzoekt de vaste commissie voor Financiën om de nog onbeantwoorde vraag over de aspecten van een uniform BTW-tarief te beantwoorden. Hierover deel ik u mede dat dit overzicht nog niet is afgerond.

Ik zal het u zo spoedig mogelijk laten toekomen.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofin Raad 6 en 7 oktober 2008

1. Economische situatie

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: bespreking

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting:

De Ecofin Raad zal van gedachten wisselen over de economische situatie in de wereld en in het eurogebied. De onrust op financiële markten is in september opnieuw opgelaaid door financiële problemen bij grote financiële instellingen in de VS. Na de redding van Fannie Mae en Freddie Mac, besloten de Amerikaanse autoriteiten de zakenbank Lehman Brothers niet te steunen met belastinggeld. Pogingen om de bank (in stukken) te verkopen mislukten. Merrill Lynch werd overgenomen door Bank of America. Verzekeraar AIG moest wel door de autoriteiten worden gered vanwege de grote verwevenheid van de verzekeraar in de derivatenhandel en het uitblijven van een private oplossing. De twee overgebleven zelfstandige zakenbanken Morgan Stanley en Goldman Sachs worden in de toekomst omgevormd tot traditionele banken. Tevens is de Amerikaanse regering met een reddingsplan gekomen om de financiële sector te steunen met behulp van een staatsfonds van 700 miljard dollar. Dit fonds zou worden benut om problematische bezittingen van financiële instellingen op te kopen. Op het moment van schrijven is er in de VS nog geen politieke overeenstemming over de details van het plan.

De recente onrust toont aan dat het einde van de kredietcrisis nog niet in zicht is. Financiële instellingen moeten wereldwijd hun aangetaste kapitaalpositie herstellen. Dit kost tijd en het risico is aanwezig dat dit ook zijn weerslag krijgt op de reële economie. Vooralsnog is de kredietgroei in Europa niet ernstig aangetast. Wereldwijd hebben centrale banken opnieuw extra liquiditeit aangeboden.

In veel Europese lidstaten zorgt de economische neergang voor teruglopende belastinginkomsten, waardoor de ruimte voor een budgettaire stimulans (zoals in Japan en de VS) in de meeste lidstaten binnen de budgettaire spelregels beperkt is. Relatief gezien kent Europa een sterke werking van de automatische stabilisatoren.

De jongste tussentijdse voorspellingen van de Europese Commissie voor het eurogebied gaan uit van een vertraging in de economische groei van 2,7% in 2007 naar 1,3% in 2008. Deze vertraging kan deels verklaard worden door de afnemende buitenlandse vraag in onder andere de VS en het VK en het afgenomen vertrouwen bij consumenten en bedrijven. De risico’s voor de groei zijn per saldo neerwaarts gericht door onzekerheid als gevolg van de onrust op financiële markten.

2. Voorbereiding Europese Raad van 15 en 16 oktober 2008

Document: nog niet bekend

Aard bespreking: discussie

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting:

Bij dit agendapunt is een uitwisseling van gedachten voorzien over welke onderwerpen de Ecofin Raad van belang acht voor bespreking op de Europese Raad van 15 en 16 oktober a.s.. Deze moet leiden tot een bijdrage van de Ecofin Raad aan de Europese Raad op die onderwerpen. De volgende onderwerpen zullen waarschijnlijk in de bijdrage aan bod komen:

• Een analyse van de economische situatie en daaraan gekoppeld het onlangs verschenen rapport EMU@10. De Ecofin Raad zal een bijdrage aan de Europese Raad voorbereiden met betrekking tot de economische situatie, en enkele beleidsvoorstellen van de Commissie op basis van het rapport EMU@10. De voorstellen hebben veelal betrekking op de Eurozone, maar raken ook Europa als geheel. Op dit moment is niet bekend welke specifieke voorstellen het Franse voorzitterschap voor bespreking zal selecteren. In voorbereidende vergaderingen is vooral van gedachten gewisseld over de grotere aandacht die in discussies gegeven kan worden aan structurele hervormingen evenals aan het macro-economisch beleid. Nederland ondersteunt het belang van bespreking van deze onderwerpen, maar is tevens van mening dat het adequaat benutten van bestaande instrumenten hiertoe voldoende handvatten biedt.

• Een analyse van de toestand van de financiële markten en gemaakte vorderingen op het gebied van Europees toezicht. Waarschijnlijk is dat zal worden ingegaan op het versterken van de rol van de Comités van financiële toezichthouders (de zogenaamde Niveau 3 Comités) en het verduidelijken en uitbreiden van de Commissie besluiten die deze Comités hebben ingesteld, in lijn met de eerder vastgestelde roadmap voor financieel toezicht. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan de Europese dimensie in de nationale mandaten van de toezichthouders. Ten slotte zal worden ingegaan op het verplicht instellen van «colleges van toezichthouders» voor elke grensoverschrijdende financiële instelling en het opstellen van richtlijnen voor deze colleges door de Comités van toezichthouders. Nederland acht het van groot belang dat de eerder overeengekomen roadmap financieel toezicht adequaat en volgens het afgesproken tijdschema wordt uitgevoerd.

• Schommelingen van de aardolie- en grondstoffenprijzen. Het is waarschijnlijk dat in dit verband gesproken zal worden over het vergroten van de transparantie met betrekking tot olievoorraden (zoals overeengekomen in de Europese Raad van juni). Nederland is voorstander van een grotere transparantie. Een hogere frequentie van rapporteren kan daarbij instrumenteel zijn. Daarbij dienen er wel afdoende waarborgen te zijn voor de kwaliteit van de data en moeten de extra administratieve lasten in verhouding staan tot de additionele baten. Mogelijk is ook dat het Voorzitterschap nog wil spreken over de gevolgen van de hoge (maar inmiddels gedaalde) olieprijs voor kwetsbare groepen. In dat kader heeft het Voorzitterschap eerder gesuggereerd dat zij voorstander zouden zijn van een verlaagd BTW tarief op olieproducten. Nederland kan een dergelijk voorstel niet steunen.

3. (mogelijk punt) Draft Directive on solvency of insurers (Solvency II Directive)

Document: nog niet bekend

Aard bespreking: toelichting voortgangsrapportage

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting:

Op de Ecofin Raad staat een derde voortgangsrapportage over de onderhandelingen over de nieuwe verzekeringsrichtlijn Solvency II. Deze richtlijn heeft tot voornaamste doelen een betere polishouderbescherming, verdere integratie van de EU-verzekeringsmarkt, proportionaliteit en aansluiting bij de economische realiteit van verzekeraars. Nederland kan deze doelen van harte onderschrijven en in het bijzonder het onderdeel groepstoezicht. De richtlijn wordt aangenomen conform de Lamfalussy-procedure. Verwachting is dat deze richtlijn nog onder het Frans voorzitterschap wordt aangenomen.

Dusver is er onder het Frans Voorzitterschap overeenstemming bereikt over een groot aantal artikelen. Momenteel bevinden de onderhandelingen zich in een finale fase. Nederland steunt het Commissievoorstel voor groepstoezicht waarin een belangrijke rol is weggelegd voor de colleges. Daarbij pleit Nederland voor een versterkte rol van CEIOPS als intermediair indien de colleges geen besluit kunnen nemen.

4.  (mogelijk punt) Retail financial services

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: mogelijk aannemen Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

De Europese Commissie heeft in januari 2008, naar aanleiding van haar Single Market Review, de Europese banken opgeroepen om voor half 2008 met een «Code of Conduct» (of: «Principles») te komen waarin procedures zijn opgenomen om het overstappen door consumenten naar een andere bank binnen een lidstaat (op nationaal niveau) te kunnen vergemakkelijken.

De voorstellen van de Europese banken zijn inmiddels met de Commissie besproken.

Op dit moment zijn er nog geen concept Raadsconclusies beschikbaar. De inhoud is dus nog niet bekend evenals of het onderwerp daadwerkelijk tijdens deze Ecofin Raad zal worden behandeld. Naar verwachting zal in de Raadsconclusies het belang van het makkelijk kunnen overstappen naar een andere bankrekening worden benadrukt en zullen de Europese banken worden aangemoedigd de overstapfaciliteiten zo snel mogelijk te completeren.

Nederland kent een nationale overstapservice voor het overstappen van een bankrekening bij de ene bank naar een bankrekening bij een andere bank. Deze overstapservice is recent geëvalueerd, met als belangrijkste conclusie dat de overstapservice een effectief instrument is in het reduceren van drempels die rekeninghouders, zowel particulier als zakelijk, ervaren bij het overzetten van hun betalingsverkeer naar een andere bank. Nederland acht het bevorderen van consumentenmobiliteit van groot belang en is van mening dat de huidige overstapservice daar nu (op nationaal niveau) in kan voorzien. De uitgangspunten van de overstapprocedures die de Europese banken nu voorstellen zijn nog niet definitief bekend, maar lijken zich te verenigen met de uitgangspunten van onze huidige overstapservice.

Conform eerdere toezeggingen die zijn gedaan over het vergemakkelijken van het overstappen van bank, onder andere tijdens het AO inzake verschillende onderwerpen financiële dienstverlening van 3 september jl., zal Nederland bij de eventuele behandeling van de Raadsconclusies een onderzoek naar een Europese vorm van nummerportabiliteit bepleiten.

5. (mogelijk punt) Technische aanpassingen BTW-richtlijn 2006

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: aanneming richtlijn

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

Het Franse voorzitterschap heeft deze wijzigingsrichtlijn geagendeerd met de bedoeling een finaal akkoord te bereiken. Het voorstel zoals het er na de behandeling in de Raad uitziet voorziet in een aantal technische aanpassingen van de BTW-richtlijn 2006:

• Het aftrekrecht wordt beperkt voor BTW die als voorbelasting drukt op goederen die gemengd (zowel zakelijk als privé) worden gebruikt. Met de wijziging wordt een arrest van het EG Hof van Justitie over het aftrekrecht bij gemengd zakelijk/privé gebruik gerepareerd.

• Het BTW-regime voor de plaats van levering wordt voor gas verruimd tot alle leveringen via gasleidingen/gastransportschepen. Deze regeling is nu beperkt tot leveringen via het distributienetwerk. Bovendien wordt de regeling van toepassing verklaard op de levering van koude en warmte.

• In de richtlijn wordt de BTW-vrijstelling voor de aankopen voor officieel gebruik door Europese instellingen ex artikel 171 van het EG-verdrag opgenomen, die nu in het Protocol is geregeld.

• In de richtlijn worden de aan Bulgarije en Roemenie bij hun toetreding verleende machtigingen opgenomen.

In de Raadswerkgroep is overeenstemming bereikt over de richtlijn. Tijdens de Ecofin Raad wordt dan ook nauwelijks discussie verwacht. Nederland kan instemmen met het voorstel.

6. Bestrijding van fiscale fraude – Intracommunautaire leveringen

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: aanneming richtlijn tot wijziging Richtlijn 2006/112/EG en aanneming verordening tot wijziging van verordening (EG) nr. 1798/2003

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

Het Franse Voorzitterschap zal op de Ecofin trachten politieke consensus te bereiken op het gebied van een versnelling van Opgaven ICL (intracommunautaire leveringen). Dit punt blokkeert thans nog een akkoord over het antifraude richtlijnvoorstel van de Commissie.

Met het oog op een snellere informatie-uitwisseling om BTW-fraude tegen te gaan wordt voorgesteld om bij intracommunautair handelsverkeer de Opgaven ICL voor intracommunautaire goederenleveringenmaandelijks in plaats van per kwartaal verplicht te stellen. Een uitzondering wordt voorgesteld voor goederenleveringen waarvan de waarde in een kwartaal onder een bepaalde drempel blijven. In dat geval kan worden toegestaan dat er een kwartaal Opgave ICL wordt ingediend. Verder kunnen de lidstaten voor intracommunautaire dienstverrichtingen toestaan dat de Opgave ICD slechts driemaandelijks of jaarlijks geschiedt.

Wat het Voorzitterschap precies zal voorleggen is thans nog niet duidelijk en zal worden bepaald in de verdere aanloop naar de Ecofin op basis van de resultaten in de nog lopende besprekingen in de Raadswerkgroep en Coreper.

Nederland is voorstander van maatregelen die kunnen bijdragen aan bestrijding van belastingfraude en ziet het nut van een snelle gegevensuitwisseling. De effecten op de administratieve lastendruk en de effectiviteit van de maatregel moeten daarbij wel nadrukkelijk worden meegewogen. De maatvoering van de maatregel is daarbij van belang, samen met het vermogen en de bereidheid van de buitenlandse belastingadministraties om de ontvangen informatie ook snel te verwerken. Wat dit laatste betreft is een akkoord over een verbeterde samenwerking in het kader van een Eurofisc-mechanisme (een andere anti-fraudemaatregel) een goede stap. Hiermee wordt, zonder toename van de administratieve last voor het bedrijfsleven, de fraude effectiever bestreden dan met het voorliggende voorstel.

7. Bestrijding van fiscale fraude – Eurofisc

Document: 12955/08

Aard bespreking: aanneming raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

De Ecofin Raad zal Raadsconclusies aannemen met betrekking tot Eurofisc. De voorgestelde Raadsconclusies betreffen het bevorderen van de samenwerking in Eurofisc verband. Hierover is in de Raadswerkgroep overeenstemming bereikt. Nederland hecht veel waarde aan een hoge prioriteit voor de effectieve bestrijding van BTW-fraude. Eurofisc is een voorbeeld van de door Nederland voorgestane feitelijke verbetering van de administratieve bijstand tussen de belastingadministraties van de verschillende lidstaten.

Eurofisc borduurt verder op de ervaringen die de afgelopen jaren zijn opgedaan met Eurocanet, eveneens een samenwerkingsverband van experts en functionerend als een early warning mechanisme. Een aantal landen neemt wegens juridische bezwaren echter niet aan Eurocanet deel (het VK, Duitsland en Italië). Bij Eurofisc zijn hun bezwaren weggenomen en wordt een juridische grondslag in de EU-wetgeving voorzien.

Eurofisc wordt een gedecentraliseerd netwerk voor de uitwisseling van informatie om BTW-fraude tussen de lidstaten tegen te gaan. Het heeft nadrukkelijk geen eigen rechtsvorm. Iedere lidstaat benoemt een liaison official, zijnde een expert in BTW (carrousel) fraude. Gezamenlijk kunnen deze officials snel en doelmatig handelen en de werkzaamheden worden in onderling overleg gecoördineerd. De lidstaten evalueren regelmatig de activiteiten van Eurofisc; de Europese Commissie heeft hierbij slechts een ondersteunende rol.

Er staan vier principes voorop:

– iedere lidstaat is vrij om deel te nemen in de activiteiten van het netwerk op basis van wederkerigheid;

– er wordt actief deelgenomen in de uitwisseling van informatie;

– de vertrouwelijkheid van de uitgewisselde informatie is gewaarborgd; en

– er is geen lastenverzwaring voor de ondernemers.

In een later stadium kan Eurofisc ook een rol spelen als initiator van multilaterale controles en kan er een gezamenlijke risicoanalyse worden ontwikkeld voor die landen die bereid zijn toegang te verlenen tot hun database (het VIES systeem). Aangezien hierover in de Raadswerkgroep nog geen eenduidig beeld bestaat, wordt voor deze twee onderwerpen nog slechts de bereidheid uitgesproken dit nader te onderzoeken.

Nederland kan instemmen met de geformuleerde concept Raadsconclusies, waarin de vorenstaande uitgangspunten worden geaccordeerd en de Commissie wordt gevraagd in het najaar met de benodigde wijzigingsvoorstellen te komen van de huidige Verordening (EG) nr. 1798/2003 betreffende de administratieve samenwerking.

8. Continuering debat over verlaagde btw-tarieven

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: discussie over voortgang dossier

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting:

Tijdens de Ecofin Raad van 7 oktober zal de discussie over verlaagde tarieven worden voortgezet. Tijdens de informele Ecofin van 13 september is gesproken over verlaagde tarieven in zijn algemeenheid en tevens ook over de mogelijke budgettaire gevolgen van het huidige voorstel. In de aankomende Ecofin Raad zal mede over dit laatste punt verder worden gesproken.

Nederland is voorstander van de mogelijkheid voor toepassing van verlaagde tarieven voor zover het gaat om lokaal verrichte diensten die de interne markt niet verstoren. Het biedt de lidstaten meer flexibiliteit, mede in het kader van de nationale sociaal-economische politiek. Zodoende worden ook de eigen verlaagde tarieven voor arbeidsintensieve diensten behouden en zal worden ingezet op de mogelijkheid om educatief materiaal – zowel in boeken als op CD-rom of gedownload van internet – onder een verlaagd tarief te brengen. Ook het tarief voor kringloopwinkels is in dat kader een aandachtspunt voor Nederland. Nederland staat open voor de mogelijkheid van het toestaan van andere tarieftoepassingen binnen deze benadering. Wel is Nederland van mening dat een en ander bezien moet worden in het kader van aspecten als effectiviteit, afbakening, budgettaire risico’s en het uitzonderingskarakter van het verlaagde tarief. Mede om die reden bestaan twijfels over de noodzaak van een onbegrensde toepassing van een verlaagd tarief zoals de Commissie die voorstelt voor een aantal sectoren.

9. Topinkomens

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: oriënterend debat

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting:

Het onderwerp topinkomens is onderwerp van discussie geworden voor Ecofin ministers naar aanleiding van een Nederlandse interventie tijdens de Eurogroep van 12 november 2007. Na een discussie in mei dit jaar in de Eurogroep, zal de discussie zich nu verbreden naar de Ecofin ministers. Gedurende die discussie zal de focus waarschijnlijk liggen op de volgende onderwerpen: i) de effectiviteit van het huidige regulerend kader, ii) de relatie tussen beloning en prestatie, inclusief vertrekvergoedingen (gevaar van pay for failure), iii) zorgen voor de juiste prikkels door ervoor te waken dat de huidige beloningsstructuur (m.n. bij financiële instellingen) niet een te sterke focus op het korte termijn belang heeft; en iv) mogelijke belangenconflicten bij fusies en overnames.

10. Diversen: stabilisatie van de prijzen van vergoedingen in het kader van de handel in emissierechten

Onder «diversen» zal op verzoek van Polen in deze Ecofin Raad worden gesproken over een voorstel tot stabilisatie van de prijzen van vergoedingen in het kader van de handel in emissierechten. Polen zal tijdens de Raad voorstellen om een «mechanisme» in te stellen dat bedoeld is om de prijs van emissierechten te stabiliseren. Dit zou bedrijven meer zekerheid moeten bieden om te kunnen investeren. Voor Polen is een dergelijk mechanisme van groot belang om in december in te kunnen stemmen met het klimaat- en energiepakket. Over de invulling van het Poolse voorstel is nog niets bekend.

11. Euro Mediterranean ECOFIN and FEMIP ministerial meeting

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: oriënterend debat

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting:

Op 7 oktober vindt in Luxemburg, na afloop de EcoFin Raad, een bijeenkomst plaats van ministers van Financiën van de Europese Unie en van hun collega-ministers uit de mediterrane partnerlanden. Deze bijeenkomst heeft twee onderwerpen: the Barcelona Process: Union for the Mediterranean (de nieuwe Unie voor de Mediterrane Regio n.a.v. het initiatief van Sarkozy dit voorjaar); en de Facility for Euro-Mediterranean Investment and Partnership (FEMIP,investeringsfaciliteit in beheer van de EIB). Presentaties, en gedachtewisselingen tussen aanwezige ministers van EU- en Mediterrane partnerlanden.

Nederland verwelkomt de nieuwe politieke impuls aan het Barcelona proces. Deze bijeenkomst van ministers van Financiën kan daaraan positief bijdragen. Ten aanzien van het Mediterranean Business Development Initiative houdt Nederland vast aan de conclusie van de informele Ecofin van september 2008, nl. dat dit Spaans-Italiaanse initiatief niet op EU-geld kan rekenen, noch dat een nieuwe Europese instelling zal worden opgericht.

Er is slechts een voorlopige agenda beschikbaar. Deze agenda heeft alleen betrekking op FEMIP-onderwerpen, en niet op onderwerpen die op 25 september in de senior officials meeting van de Barcelona Process: Union for the Mediterranean zullen worden voorbereid. Volgens de voorlopige agenda zullen de ministers enkele voorstellen als A-punt goedkeuren, zoals een rapportage over de activiteiten van FEMIP in 2007 en de eerste helft van 2008 en voorstellen voor het houden van twee conferenties in 2009. Daarna zullen ministers van gedachten wisselen over de manier waarop FEMIP kan bijdragen aan concrete projecten in het kader van the Barcelona Process: Union for the Mediterranean.

Het meest politieke punt van de agenda is de uitwerking van het Mediterranean Business Development Initiative. In de informele EcoFin van 12 september is gesproken over dit initiatief, waarbij twee concrete voorstellen op tafel lagen: Spanje en Italië vroegen steun van de Commissie en de EIB voor een strategiegroep over het Mediterranean Business Development Initiative. De EIB stelde bovendien voor om het Europees Investeringsfonds (EIF) in te schakelen voor investeringen in MKB in de mediterrane én oostelijke partnerlanden. Na interventies van verschillende lidstaten werd geconcludeerd dat er nog meer duidelijkheid nodig is, en dat het verder gaat om een bilateraal initiatief van Spanje en Italië waarbij men zich kan aansluiten als men wil. Echter randvoorwaarden zijn; geen nieuwe (Europese) initiatieven en geen Europees geld.

Spanje en Italië, gesteund dor het Franse voorzitterschap willen Europese steun voor hun initiatief. Zij willen graag een nieuwe financiële instelling oprichten met en voor de Mediterrane partnerlanden.

Nederland is van mening dat er geen Europees geld voor het bilaterale Spaans-Italiaanse voorstel voor een Mediterranean Business Development Initiative beschikbaar moet worden gesteld. Daarnaast wenst Nederland geen nieuwe internationale of Europese financiële instelling. Ten slotte is het voorstel van de EIB om het mandaat voor het EIF uit te breiden onvoldoende onderbouwd. Besluitvorming is in dit stadium niet mogelijk.

Toezeggingen

Credit Rating Agencies

De vraag van het lid Weekers (VVD) ten aanzien van Credit Rating Agencies wordt later separaat beantwoord. Dan zal ook worden ingegaan op de situatie in de VS.

Depositogarantiestelsels (DGS) in de EU

De onderstaande figuur (bron: Investigating the efficiency of EU Deposit Guarantee Schemes European Commission, Joint Research Centre, Unit G09, Ispra (Italy)) geeft een overzicht van de vergoedingslimieten in de lidstaten en het feitelijke bedrag dat wordt uitgekeerd afhankelijk van het feit of er een eigen risico wordt gehanteerd. Naast deze verschillen in dekking bestaan er bijvoorbeeld ook verschillen in de manier van financiering en de snelheid van uitbetalen.

Op dit moment wordt op Europees niveau gesproken over het verder harmoniseren van de garantiestelsels. De Europese Commissie heeft voorstellen gedaan om de richtlijn aan te passen om een effectiever DGS te bewerkstelligen. Men richt zich hierbij op de vergoedingslimiet, de snelheid van uitbetalen en het eigen risico. Nederland is voorstander van harmonisatie en pleit er al langer voor dat bestaande verschillen niet mogen toenemen. Ook het harmoniseren van de snelheid van uitbetalen draagt volgens Nederland bij aan het vergroten van de effectiviteit van het DGS.

kst-21501-07-623-1.gif

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven